22/06: ‘alles, behalve’ van Amarant Plas
Marie-Lynn Herpoel is uitgever bij Uitgeverij Vrijdag. Ze studeerde Vergelijkende Moderne Letterkunde en Cultuurmanagement aan de Universiteit van Gent, waarna ze de master Redacteur/editor aan de Universiteit van Amsterdam afrondde. Sinds 2018 werkt ze bij Uitgeverij Vrijdag, waar ze dagelijks auteurs begeleidt bij de totstandkoming van hun boek.
Op woensdag 29 juni organiseert Uitgeverij Vrijdag haar eerste yardsale. Iedereen welkom om een voordelig stapeltje vakantielectuur te scoren.
Marie-Lynn Herpoel tipt deze week ‘alles, behalve’ van Amarant Plas.
"‘Ik voel me onwennig in de kledij die ik gisteren heb gekocht.’ Vanaf de eerste zin weet Amarant Plas mijn nieuwsgierigheid te prikkelen: waarom voelt het ik zich onwennig in haar nieuwe kledij? In welke omstandigheden bevindt ze zich?
Snel wordt duidelijk dat de ik-figuur op een begrafenis is van iemand die nauw aan haar verwant is. Al observerende confronteert het ik ons met de bizarre gewoontes die we als normaal zijn gaan beschouwen. Van de volgorde van de condoleancerij en het achter de lijkwagen aan strompelen tot het zwaaien met de wijwaterkwast, waarvan niemand precies weet wat je ermee moet doen. De ongemakkelijkheid en absurditeit van gebruiken en rituelen worden kritisch onder de loep genomen. Amarant houdt ons een spiegel voor en laat ons stilstaan bij dingen die we als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen. Door haar gedetailleerde, herkenbare beschrijvingen krijg je het gevoel dat je zelf deel uitmaakt van de rouwstoet.
Die indruk wekt ze onder meer door de volgende zin: ‘… wat voor een goede chauffeur je moet zijn om zo traag te rijden en te stoppen en te rijden en te stoppen en te rijden, zonder stil te vallen.’ Dit beeld, deze schokkende beweging, ontstaat als het ware door het ritme van de tekst. In de klanken hoor je het rijden en het stoppen: de rollende ‘r’ in rijden, wordt gevolgd door de plosieven en nasalen in het woord ‘stoppen’, wat klanken zijn die de luchtstroom doorbreken. Klank en handeling vallen als het ware samen – je hoort de auto’s stoppen en weer voortrijden – waardoor het verhaal echt tot leven komt.
Niets is zo belangrijk als een goede slotzin en dat heeft Amarant goed begrepen. Ze rondt het verhaal als volgt af: ‘Ik dacht aan hoe ik aan alles dacht, behalve.’ Het ik verliest zich in haar observaties, in de details in haar omgeving om zich maar niet bewust te hoeven worden van wat er zich daadwerkelijk afspeelt. Op die manier wil ze zich afleiden van dat wat ze niet onder ogen wil en kan zien. Het is een slotzin die blijft nazinderen, niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk vanwege haar onafheid.
Amarants Plas’ intrigerende blik op de wereld evenals haar gevoeligheid voor details en sfeer smaken naar meer. Ik ben alvast benieuwd naar wat er nog uit haar pen zal vloeien."