Tip van de week

25/01: 'Buitenverblijf' van Janna Herremans

Anna Borodikhina, aka Anna Khina, is een podiumdichter, schrijver, theatermaker, rapper en muzikante met Russische roots uit Antwerpen. Haar gedichten werden al gepubliceerd in de boeken ‘De ontdekking van de poëzie’, ‘Het Psalmenboek’ en ‘Met heldere verf en verlangen’ van het Poëziecentrum. Anna zit ook bij het schrijverscollectief Hyster-X. Ze won in 2021 de Bijou prijs voor haar poëtische en muzikale theaterstuk ‘Niemandsland’, dat momenteel te zien is in Leuven. Daarnaast is ze ook studente en doet ze momenteel haar Master in de Seksuologie aan de KUL.

 

Anna Borodikhina tipt deze week 'Buitenverblijf' van Janna Herremans

"Ik las met plezier ‘Buitenverblijf’ van Janna Herremans. Haar verhaal begint een beetje mysterieus bij een vers gegraven gat. In de eerste paar zinnen begrijp je nog niet goed waar het verhaal over zal gaan, je krijgt alleen minimale aanwijzingen over waar je je bevindt en dat prikkelt mijn nieuwsgierigheid om verder te lezen. Woorden als ‘smeltende sneeuw’, ‘verse potgrond’ en ‘de eerste keer alleen’, roepen geuren en herinneringen in mij op en maken mij benieuwd naar hoe dit verhaal zich zal ontvouwen. ‘Ze veegde haar haar uit haar gezicht, voelde de natte modder op haar wang’. Het hoofdpersonage blijft mysterieus maar sterk, hoe ze praat over hoe ze ‘een onbreekbare heeft gekozen, maar toch’.

Dan schrijft ze over ‘binnenpotten en buitenzetten’; ik dacht eerst dat dit gekende termen waren en dook het internet op, op zoek naar antwoorden. Maar deze vond ik niet. In de tekst kijkt ze naar een boom, en al snel heb ik door dat het over een kerstboom gaat. Ik wist niet dat je kerstbomen kon herplanten. Herplanten is blijkbaar ook geen woord, heb ik net opgezocht. Al gebruik ik het woord wel al jaren, wanneer ik bijvoorbeeld praat over dat ik een stervende plant in nieuwe potgrond wil zetten, dan zeg ik dat ik die plant ga ‘herplanten’. Ik gebruik ook het woord herpotten, dat blijkt dus ook geen bestaand woord te zijn, vertelt de rode kronkelende lijn onder het woord mij. Ik denk dan even terug aan alle momenten en gesprekken met mensen waarbij ik dat woord gebruikte, en of mensen wel begrepen wat ik zei en waarom niemand me eigenlijk ooit corrigeerde. Misschien omdat deze termen zo natuurlijk klinken, net zoals ‘binnenpotten en buitenzetten’. Ik wist niet dat je oude afgehakte kerstbomen terug kon planten in de natuur, dit nieuws maakte me blij.

‘Maar zij had alleen de sprookjesachtige donkerte verderop gezien, en zich nooit kunnen voorstellen dat ze daar gelukkig waren’.

Door middel van beeldspraak schetst de schrijver een landschap dat ik bijna kan proeven. De frisse geur van koude naaldbomen voel ik zo over mijn scherm waaien. ‘Kon een boom onthouden, vergeten, bang zijn? Zou hij de plaats herkennen?’. Ik hoop soms dat het antwoord op al die vragen ‘ja’ is. Ik zag in een documentaire op Netflix dat bomen ondergronds kunnen communiceren met elkaar via een netwerk van schimmels dat ze het mycelium noemden. Ik hoop dat de boom niet meer alleen is. ‘Zo ben je niet meer alleen’, verzekert de schrijver. Het einde is verrassend en geeft me zin naar meer."

 

 

Foto door Sophie Nuytten.

Gerelateerd

Tip

Buitenverblijf

Voorzichtig maakte ze het gat groter, de regen en smeltende sneeuw van de afgelopen veertien dagen hadden het een beetje doen inzakken. Dan strooide ze er een  handvol verse potgrond in. Haar hart klopte een beetje sneller dan gewoonlijk. Het was haar eerste keer sinds jaren, en haar eerste keer alleen. Het gat bleef er koud en ongastvrij uitzien. Maar het moest nu, nog wachten kon niet. ‘Binnenpakken, maar nooit langer dan veertien dagen!’ Elk jaar opnieuw had haar vader dat verkondigd, met grote stelligheid. En telkens had ze zo genoten van de warme gulheid van het binnenpakken, en zo moeten vechten tegen het kille schuldgevoel bij het terug buitenzetten.  Ze veegde haar haar uit haar gezicht, voelde de natte modder op haar wang. Toen keek ze naar de boom naast haar. Hier en daar blonk nog een dun sliertje engelenhaar, daar moest ze om glimlachen. Ze voelde voorzichtig in haar jaszak. Ze had een onbreekbare uitgekozen, maar toch. Ze deed haar handschoenen weer aan, ze was van kindsbeen allergisch aan naaldenprikken. ‘Heb je handschoenen aan? Anders krijg je weer van die vieze bulten. Tot op je schouder zaten die, gewoon door de top vast te houden, dat heb ik nooit verstaan!’ Ze had het hem nooit uitgelegd. Het binnenhalen en terugplanten was iets van hen beiden, maar dat andere, dat was tussen haar en de bomen. Ze haalde diep adem en tilde de boom in het gat. Kon een boom onthouden, vergeten, bang zijn? Zou hij de plaats herkennen? ’t Was geen slechte plaats, gewoon het verste hoekje van haar nieuwe voorstadstuin. Beschut en eigenlijk wel gezellig, het had niets van de onherbergzaamheid van het bos uit haar jeugd, dat koppig in haar gedachten schemerde. En toch. Fantasie haalde het altijd van de realiteit, zelfs toen. Ze hadden de boompjes uit de bosrand gehaald, vlakbij een vriendelijk open veld, maar zij had alleen de sprookjesachtige donkerte verderop gezien, en zich nooit kunnen voorstellen dat ze daar gelukkig groeiden. Ze gooide het gat terug dicht, stampte de aarde goed aan en gaf water.  Dan nam ze de kerstbal uit haar jaszak en stak hem diep tussen de takken, tot helemaal tegen de stam.  “Zo ben je niet alleen”, fluisterde ze, en draaide zich snel om. Soms vroeg ze zich af of iemand ze ooit zou opmerken, die zeven ondertussen volwassen dennen aan de rand van een ver donker bos, met elk een kerstbal in hun hart. 

Janna Herremans
119 6

Gepubliceerd op

25 jan. 2023