Tip van de week

Schrijvers Zonder Vlees (17): Johan van de Velde

Voorbeeldig vleesloos

‘En dan prestenteer ik nu met trots het bord dat vanaf morgen bij de ingang te bewonderen is.’

Ik houd mijn hart vast. De hele presentatie was een lange lijdensweg geweest. Had onze nieuwe directeur al verschillende keren laten blijken wereldvreemd te zijn, vandaag is duidelijk geworden dat hij rijp is voor een psychiater.

Een half uur lang gebazel over een vleesloze wereld waaraan iedereen een steentje moet bijdragen. Alsof dat nog niet erg genoeg was, had hij over de veertig dagen van Mozes gesproken en ook Jezus werd er met zijn haren bijgesleept. De laatste keer dat ik had moeten luisteren naar een preek waarin Jezus figureerde was bij mijn communie en toen was ik in slaap gesukkeld. Dit kan ik me vandaag niet permitteren.

Het bord is afgrijselijk groen, dezelfde kleur als de website waarmee ons internet sinds enkele dagen opent. Lachend had ik al aan een collega gevraagd of we voortaan een zonnebril mee moesten nemen naar het werk.

Op naar een wereld zonder vlees! Wij geven nog 40 dagen het goede voorbeeld.

Zachtjes weerklinkt er applaus. Het begint vooraan, waar de managers zitten. Het verplaatst zich door de hele zaal en omdat ik weet dat er op mijn handen gekeken wordt, sla ik ze vier keer a-ritmisch op elkaar.

‘Zijn er nog vragen?’

Het gevreesde moment. Natuurlijk zijn er vragen, er zijn altijd vragen. De vraag is alleen wie zo dapper is ze uit te spreken. Het zou niet de eerste keer zijn dat een glansrijke carrière tijdens een vragenuurtje om zeep is geholpen. Ik voel me niet geroepen, omdat ik slechts uitvoerend ben. Met twee leidinggevenden boven me ben ik wel de laatste die op zal staan.

Iemand moet het hardop zeggen en uiteindelijk is het een teamleider die verantwoordelijk is voor het kleine gespuis die opstaat.

‘Voor welke groepen worden er uitzonderingen gemaakt?’

‘Uitzonderingen? Er zijn geen uitzonderingen. Iedereen in deze zaal moet beseffen dat wij een voorbeeldfunctie vervullen. Er komen hier dagelijks gezinnen met jonge kinderen. Wij moeten de ouders ondersteunen en niet alleen zullen er geen uitzonderingen gemaakt worden, we zullen onze vleesloze veertig dagen vol trots uitdragen.’

Ik zak weg in mijn stoel en zie de verbijsterde gezichten om me heen. Veertig dagen geen vlees, betekent voor onze afdeling feitelijk veertig dagen vasten. Dit worden de ergste veertig dagen van mijn leven.

‘We hebben nog twee dagen te gaan. Maak voor zover mogelijk de voorraden vlees en vis op. Gooi de rest in de vriezer. Maak er een carnavaleske show van en veel succes vanaf woensdag.’

Met lood in mijn schoenen loop ik naar buiten. Over een uur is het voedertijd. Ik vul mijn kruiwagen met vlees, het zijn grove stukken en om dwars te zijn neem ik twee keer zoveel mee als normaal. Mijn leeuwen zullen het nog zwaar genoeg krijgen.

 

Laat je inspireren door Dagen Zonder Vlees en post je teksten bij de schrijfkans 'Schrijvers Zonder Vlees'.

Gepubliceerd op

29 feb 2016