Tip van de week

Schrijvers Zonder Vlees (34): Bijgekleurd

Sagrada Familia

De geest is gewillig maar het vlees is zwak. Het menselijk vlees, dan toch. Dieren kneden en kweken we al eeuwen met succes, tot ze precies zijn zoals wij ze willen. Twee of drie generaties terug, en een groter feest dan het slachten van een koe of een varken bestond er niet. Alle spieren, elk orgaan, alle vocht, niets was afval.

We hebben maar een paar dagen in Barcelona, en boven een bordje tapas - overheerlijke hesp, wat kaas en gebakken kabeljauw - bespreken de puber en ik wat we zouden kunnen doen. Naast eten, en het verplichte bezoek aan de Sagrada Familia uiteraard. Veertig dagen zonder vlees start, opper ik. Zouden we niet voor een sobere vakantie gaan?

We zijn al naar hier gevlogen, zegt hij. Onze voetafdruk is toch al om zeep. Hij zwijgt even en neemt een stukje hesp. Met Ryanair bovendien. Doen die niet aan sociale dumping? 

Het was een nieuw vliegtuig, werp ik tegen.

Best, maar dat lelijke blauw en geel kan nooit ergens goed voor zijn. Toch? 

Ik zucht.

De volgende dagen wandelen we door de stad. Onze kuiten worden er taai en stijf van, en het scherpt de honger aan. Na een ochtendroute van meer dan tien kilometer door het oude hart van de stad, vallen we uitgeput neer op de ongemakkelijke stoelen van een hipster tent.

We zijn het roerend eens. Ook al is er sla met quinoa, alleen een hamburger kan onze batterijen terug opladen. Hij heeft een glimlach om de mond. Hoe zit dat met jouw veertig dagen? Ik neem een slok van mijn lokaal biobiertje en kijk hem schaapachtig aan.

Morgen, zeg ik.

De Sagrada Familia  is next op onze agenda. Officiëel is het een tempel, een jubelkerk voor God en zijn schepping. Gaudi keek naar de natuur, rekende uit hoe bladeren waaien in de wind, en takken zich hechten aan hun stam. Een godgelijke ruimte wou hij. En ze maakt indruk.

Hoeveel mensen hier zouden katholiek zijn? vraagt de puber. Ik kijk even rond. Niet zo veel, zeg ik. Maar maakt het wat uit?  Nee natuurlijk, deze tempel is er voor iedereen. God is maar een excuus. De mens verheerlijkt hier de mens. We bewonderen wat wij maken, wat wij kunnen. De maakbaarheid van de wereld, hoe ieder zijn steentje bijdraagt. We zijn nog altijd de heersers van de schepping. Op onze eigen geweldige en feilbare manier.

Maar zijn vraag doet me wel nadenken. Wat doe ik als ongelovige in een kerk? Een kerk die de honger van arme sloebers een doel gaf, zodat ze het verdroegen, en niet in opstand zouden komen. En zou ik veertig dagen zonder vlees niet beter terug geven aan de échte vegetariërs? Of aan de spirituele asceten?

We houden het voor bekeken, en gaan op zoek naar een echt café. Geen hipsters. Geen toeristen. Op de toog staan broodjes met salami. Ook die zijn heerlijk. Het probleem, zo mompel ik boven mijn glas wijn, is niet het vlees.

Het is de geest.

 

Laat je inspireren door Dagen Zonder Vlees en post je teksten bij de schrijfkans 'Schrijvers Zonder Vlees'.

Gepubliceerd op

19 mrt 2016