Guy Bourgeois

Gebruikersnaam Guy Bourgeois

Teksten

Wat een geluk - ik erger me weer dood aan alles en iedereen

Welk een genoeglijke uurtjes heb ik tot nu toe al beleefd aan de biografie van Geert van Oorschot. Er zit vaart in, er passeert een hele reeks dode schrijvers/dichters/redacteurs/recensenten de revue waarvan je denkt: allemaal aanzetten tot wederom waarschijnlijk wonderlijke biografieën - het is gespekt met zo mag ik verhopen waarheidskundige details (dat is welzeker, auteur/biograaf Arjen Fortuin tekent hier voor een titanenwerk) en vooral ook: er wordt - althans in deze fase van het boek, zo ongeveer middenin - kwistig rondgestrooid met citaten van de uitgever zelve uit brieven en telegrammen allerhande (het telegram! ik hing gisteren anderhalf uur aan de lijn van een ouderwetse telefoon - ik kan alleen maar hopen dat deze beeldcultuur-jeugd dat genoegen op een dag ook nog eens mag smaken). Het is een boek zonder maren die zich opwerpen, twijfels of ongerijmdheden die zich in het riet zouden verbergen. Het is bovenal een inspirerend boek.   Maar kom, voor zij die graag 'maren': de biograaf maakt door het belichten van bepaalde fasen en contacten (en soms expliciete terzijdes) natuurlijk een keuze: als hij daarbij patronen ontwaart (Van Oorschot als ruziemaker, als op de kleintjes lettende commerçant, als ... ) dan zou je weleens kunnen durven denken: echt? echt? Selecteren is ook propageren - maar zoals gezegd: ik neem aan dat deze keuzes niet uit de lucht komen vallen / al ontbreekt er dan ook wat vergelijkingsmateriaal (hoe zat dat bij andere uitgevers? hoe was die hun relatie met hun poulains, dichters, schrijvers?) Maar dat is maar een kleine maar, geen bezwaar om ongestoord te kunnen genieten van dit boek - mooi uitgegeven bovendien, al zou ik weleens willen weten op welk papier het nu is gedrukt.   Het fijne aan dit boek - althans, zoals ik het nu ervaar - is niet hoe Geert van Oorschot tot leven wordt geroepen - al zijn de citaten zoals gezegd wel een cadeautje van over het graf, ze geven inzage in temperament en strategie van een man die hoewel gedreven toch ook blijkbaar regelmatig redelijk 'stoemelings' succes oogstte. Het is eerder hoe er ook iets van zijn geest in de lezer lijkt te varen. Passie, gedrevenheid, voortvarendheid, durf. Maar ook: ergernis. En zodoende kan ik alleen maar met de grootste vreugde constateren dat ook ik opnieuw mijn ergernis terug heb. Ik erger me weer dood aan alles en iedereen, niet het minst aan mezelf. En welk een prachtcadeau is dat! Want door praktische modaliteiten en welwillende liefdesomstandigheden leek ik de laatste maanden wel meer dood dan levend. Maar dank god - of Fortuin of Van Oorschot - dus voor dit boek. Want is het niet bij een bijkanse regelmaat van ongeveer elke pagina dat ik denk: het verleden is springlevend, hoezeer toch zijn bedenkingen, oprispingen en kanttekeningen over macht en onmacht van literatuur van alle tijden.   Hoe Van Oorschot halsstarrig probeert een goed tijdschrift uit te geven (geniaal toch, zo'n satelliet rond een uitgeverij om te wegen op het publieke debat - vandaag reiken de ambities niet verder dan de omzet en het aankopen van wat kutkunst). Zo'n Hermans die verzucht dat het tijdschrift in kwestie geen aandacht heeft voor de actuele literaire ontwikkelingen (wat zouden die ontwikkelingen van vandaag dan wel mogen wezen, vraag ik me af). Hoe de uitgever zich ergert aan slappe literaire kost en lamlendige positioneringen ... Ik leef op bij zoveel voortvarendheid, bezieling, energie. Het is een misprijzen dat bij Van Oorschot altijd gepaard gaat met de hoop op beterschap.   En zo dwaal ik tijdens het lezen af in mijn eigen geestesbibliotheek van ongerijmdheden. Bekijk die dorheid die ons tegenwoordig overspoelt - zo van die gesubsidieerde 'wat nemen we onszelf toch ernstig' literaire magazines waar je met de beste wil van de wereld geen leven in kan schoppen. Zo van die in de publieke ruimte oprijzende figuren die je eigenlijk gewoon in een pennenzak kan steken: ze hebben dezelfde goede opleiding gehad, ze lezen dezelfde boeken, ze gaan naar dezelfde conferenties, en ze vertellen dezelfde lauwe prut - zelfs hun vertelstramienen zijn aan elkaar ontleend. Zo van die columnisten die zich druk maken over het kapitalisme in een kapitalistisch medium - op hun bananenschillen stormen ze de berg af - maar zeg hun niet dat het richting ravijn is. Het is een zichzelf repeterende draaikolk die me alleen nog maar doet kokhalzen. En terwijl ik bijna stik in mijn ergernis, voel ik me zo ook weer wat vrijuit ademen. Een politiek geworteld magazine met literaire bijdragen! Waarom zou het ook vandaag niet kunnen? Ik zie bijvoorbeeld vrucht in een communisme light (Van Oorschot draait zich om in zijn graf): kapitalistische uitwassen behoeven correcties, en daarmee val je heus niet het hele systeem aan. Armoede, overbevolking en hoge huurprijzen: het zijn serieuze onderwerpen die licht kunnen gebracht worden. Het zijn onderwerpen die door de schrijvers van vandaag vakkundig vermeden worden, omdat ze er gewoon geen weet van hebben, niet willen doorgaan voor een zeur (iedereen weet/kent het al) of zich vooral politiek neutraal willen positioneren. Kortom: het zijn onderwerpen die voor het rapen liggen, ze wachten alleen nog op de juiste schrijver(s).

Guy Bourgeois
25 0

Elena (proloog)

Elena. Trojan Wars, elegant fonts. Everybody deserves an Elena. "For text that's meant to be read."However, I don't think Elena wants to be read. She's quick, elusive, ahead of herself. Sand slipping through fingers, time accelerating and disappearing into loopholes of lust and love. Better keep up with this one. The kind of girl that shows you the stars and breaks your heart. An astonishing beauty, a nimble mind. A girl to die for.Well, I wasn't going to die. And neither would she. Elena never dies. Elena is life – and life is what I wanted.Elena wasn't on top of her game when I met her. As if the diaphragm of her camera was on hold too long, giving way to the uncertainties wandering through her beautiful head. She's a photographer, likes to catch the instant – sacrificing the moment, to have a clearer view afterwards. That's the paradox. But she's good with words too, likes to write. One should never delete words. The more you delete, the clearer they're engraved in your heart. "You should move to the other side of the bar", I told her when we first met. She gave me a puzzled look, didn't know who I was. I took her in my arms and turned her around. Just as the fight kicked off. She understood now, walked along with me to the other end. Frightened but grateful, her brown eyes like a velvet veil, slightly touching the edges of my heart. "Thanks ..." she murmured. I looked into her eyes and smiled. Leaving her in the company of the well-dressed man she was with. Girls like Elena – they feel lonely, but they're never alone.

Guy Bourgeois
10 0

kattenstreken

Trippel, trappel, tik tik tik tik: ik hou van mijn kat. Wanneer ik hem hoor lebberen aan zijn met vers water gevulde bakje, overvalt me een warme gloed. Wanneer ik 's nachts een vechtpartij hoor, ben ik ongerust. En wanneer ik in de zetel lig, en hij zijn pootje om me heen slaat, als gaf hij een knuffel - ronkend, spinnend en soms een diepe zucht van geluk slakend - aai ik hem zachtjes over de kop. En hoewel dat kleine kopje het niet zal bevroeden, wurmde deze speelkameraad zich de laatste dagen in het brandpunt van mijn belangstelling.   Vrijdag zat hij met kwispelende staart voor de radiator, op zijn qui vive - de laatste keer dat ik hem zo zag was hij in de weer met een muisje - en ook nu, zo bleek, voor de tweede maal in zijn 4- of 5-jarig bestaan, was hij erin geslaagd zo'n exemplaar het huis binnen te loodsen. Voor ik het wist was ik in de weer met stokken en meetlatten om dat muisje uit zijn schuilplaats te krijgen. Wat doe ik hier? vroeg ik me af, nog net niet kwispelstaartend en miauwend. Is dit wel ethisch verantwoord? En een uur later overviel me nog een andere gedachte: dat het echt wel tijd is om te verhuizen. "Denk eraan: een goede beha is een beha die je de hele dag niet voelt" had ik zonet vertaald, en ik dacht: ik voel dit huis veel te veel. Herinneringen, als geesten in een fles. Ze zijn overal. En dan ook: die slechte akoestische isolatie - alwaar je op het ritme van de buren leeft. Om over de Vervaarlijk Spuwende Buurman nog te zwijgen. Die appelleerde eerst aan mijn kolerieke kant, maar opende ook mijn ogen: het is misschien tijd om van perspectief te veranderen - een nieuwe leefomgeving. Iets wat ik volgens een van mijn beste vrienden al heel lang had moeten doen. Maar ik wist: eerst de wonden likken. Misschien is dat nu wel gebeurd.   Een andere eye opener kwam er toen ik Treindromen van Denis Johnson las: de hoofdpersoon wordt verrast door een vraag omtrent zijn (vermeende) kluizenaarschap. En ook ik was als lezer verrast: die man leefde zijn leven, stond er niet bij stil dat hij misschien toch niet helemaal beantwoordde aan gangbare standaarden en levenswijzen. Dat is oké, zolang je je er zelf goed bij voelt: niemand kwaad doen en een beetje geluk puren uit het bestaan, is ook voor mij zowat de leidraad.Ik hoef geen vijf continenten te zien, bergen af te stormen en schouderklopjes te krijgen. Maar ik wil wel het gevoel krijgen zo toch te voldoen aan de eigen verwachtingen - en op dat vlak lijkt het me tijd nu stap voor stap, prikkel per prikkel wat meer actie te ondernemen. Verhuizen, ook al hoeft het niet vandaag, is één van die zaakjes. En wat dan met deze kat die een tuin gewoon is? Hoezeer komt hij in the equation? Zéér. En terwijl hij daar zo wat ligt te gapen, denk ik: je moest eens weten kleine jongen. Al die avonturen die ons nog te wachten staan.

Guy Bourgeois
0 0

de informaticus

Informatici, ik blijf het vreemde mensen vinden. Alsof ze er zijn en niet zijn. Uitblinkers in afwezige aanwezigheid. In elk geval: je lijkt hen altijd te storen, dat staat vast. Ook al ga je pal voor hun neus staan, op hun schermpje is altijd iets veel interessanters gaande.Het komt eropaan behoedzaam de inbelverbinding naar hun brein te activeren en hoopvol af te wachten of er links en rechts iets begint te zoemen, te piepen en op te lichten. Als je daarin slaagt en eindelijk hun aandacht krijgt, beginnen de problemen pas. Dat is niet verwonderlijk, want een informatica-probleem is in hoofdzaak een informaticus-probleem. Problematiseren is hun vak. Het is niet omdat informatici eruitzien als robots, dat ze ook zouden kunnen vervangen worden door robots! Hoe preciezer je vraag dus, hoe vager, onduidelijker en mysterieuzer hun antwoord. Ook als je gewoon een batterij voor je laptop wil bestellen.De verkoper-informaticus aanhoort mijn vraag, draait zijn scherm weg, t.i.k.t. iets in en staart. En staart ..."Oei, er is een probleem" luidt het na ettelijke minuten.Dat is natuurlijk geruststellend, een probleem betekent dat de informaticus wel degelijk aan het werk is. Van contentement begin ik mee te staren. De leegte in, de toendra op, de mysterieuze nevel van de tijd tegemoet. Staren. Klikken. Staren. Staren ..Uiteindelijk weerklinken de verlossende woorden: "Ja, er is wel degelijk een probleem ..."Niets overhaasten nu, even laten bezinken ... "O ja, welk probleem?" vraag ik voorzichtig.Staren. Staren ..."Het is nogal duur", luidt het antwoord."O ja", zeg ik, en samen staren we nog wat verder. Dit is immers niet het moment om de informaticus uit zijn concentratie te halen. Doe je dat wel, dan is de kans groot dat hij je vraagt wat je vraag nu eigenlijk alweer was.Staren ..."Ik zal het dan gewoon thuis zelf online bestellen" zeg ik ten slotte."O ja, dat kan je doen", zegt de informaticus aangenaam verrast. Tevreden staren we allebei voor ons uit."Hartelijk bedankt voor de service, meneer", zeg ik ten slotte."Graag gedaan, meneer, daar zijn we hier voor", zegt de informaticus.

Guy Bourgeois
10 0

Op z'n hondjes

Omdat ik ook maar een mens van mijn tijd ben – eenzaam, mistroostig en op zoek naar een parkeerplaats voor mijn idealen – schreef ik me recent in op een datingsite. Een zegen, want wie denkt hier alleen zwartgeblakerde mensen, ternauwernood gered van het vagevuur van de liefde, te ontmoeten, is eraan voor de moeite. Het is hier integendeel een opwindend circus van hitsige jongens en meisjes, een beschermd biotoop van hoop, een plek waar de liefde herleid wordt tot zijn ware proporties: alles. Het leukste van de site zijn natuurlijk de profielen: de zelfomschrijvingen en die van de ideale partner. “Het verleden ligt achter me en is een afgesloten hoofdstuk” is altijd een leuke opener – de placenta van de wedergeboorte, geoffreerd als potgrond voor nieuw geluk. Dan zijn er de vrouwen voor wie het leven “een ontdekkingsreis” is, “een pad waarop je samen kan groeien”, de liefde een met lucht gevulde steunzool die je overal en nergens brengt. Er zijn de meer materialistische types. In datingtaal: “Ik geloof dat ambitie en veeleisendheid goede eigenschappen zijn voor een man.” Je hebt de natuurliefhebbers, de cultuurtempelhabitués, de jonge notenkrakende moeders (“een kindvriendelijke activiteit met een lach op je gezicht”) en dames die op zoek zijn naar een klusjesman (“een beetje handig”). De liefde kent dus vele gezichten. De dertigsters wiens hoogste goed de festivalweide is, de veertigsters die eindelijk verlost zijn van hun wederhelft, de vijftigsters die het graag simpel houden maar ook “poly-amorie a priori niet uitsluiten”, de twintigsters die zich sociaal, levenslustig en sportief door de dag boksen om dan ’s avonds hun wegwerphart aan elkaar te lijmen. Er is kortom voor ieder wat wils. Behalve misschien voor het gild der duivenmelkers: 21ste-eeuwse vrouwen gaan graag op reis. Reizen zijn een voorwaarde voor huiselijk geluk. Cynisme is een afknapper. Eens contact gelegd, is de paringsdans begonnen. Op zijn hondjes. Eerst snuffelen, dan knuffelen.

Guy Bourgeois
89 0

de tandarts

In deze seculiere tijden zijn er nog maar weinig functies of beroepen die ons ontzag inboezemen. Gelukig troont er nog altijd 1 figuur bovenuit - god en duivel verenigd in 1 persoon: de tandarts. De geneeskrachtige, verlossende eigenschappen die wij, stervelingen met tandpijn, hem of haar toedichten zijn van een bovenaardsheid die zelfs het opgetelde bevattingsvermogen van god, boeddha, allah en thor overstijgt. Die klinisch witte schort, die futuristische toestellen, die diploma's aan de muur, die astronomische facturen: bij zoveel bovenmenselijkheid rest ons alleen onderdanigheid en een schietgebedje. Hier leer je weer de overgave, je legt je lot in de mijnwerkershanden of spichtige vingertjes van krachten die je verstand te boven gaan - gaatjes heten hier cariës, de hondsdolheid loert achter het behang.  Wanneer ze erop los ratelen kijk ik diep in hun ogen - zowat het enige object in mijn blikveld. Terwijl de tovenaar zich met pikhouweel, beitel en hogedrukreiniger een weg wroet naar de zingevende zenuw van mijn bestaan, hoop ik een reflectie van de schepper te kunnen opvangen in de iris van zijn aardse vertegenwoordiger. Hoe dieper hij boort, hoe groter het mysterie en de factuur. Ik heb maar weinig geluk gekend bij deze intieme handelaars in mondhygiëne. Eens de verdovende middelen zijn uitgewerkt, volgt de ontnuchtering. Het witte licht aan het eind van de tunnel bleek niet meer dan de verblindende tandarts-lamp. Bij mijn vorige bezoek kwam ik terug met een tranend lodderoog en een neus die op springen stond. Die daarvoor zadelde me op met een ontsteking waar die andere witte schort, apotheker genaamd en doorgaans een wandelende reclamezuil voor antidepressiva, zowaar vrolijk van werd. Maar ik weet dat deze beproevingen slechts dienen om mijn geloof te testen, en versagen doe ik niet. Mijn laatste tandartsbezoek is dan ook een vervolgverhaal. Zij ziet haar hele wereldbeeld gekanteld. Of de zenuw is zeer levendig en verstopt zich, of de zenuw is daarentegen zeer doods en afgestorven. Of de wortelkanalen zijn verkalkt, of ik speel met haar voeten. In elk geval, het komt erop neer dat ze bloed wil zien en dat mijn tanden haar dit genot onthouden. Het gezag is ontsteld, de woede kanaliseert zich in haar kloppende halsslagader. Bij het weggaan hoor ik een orgastische, wellustige kreet, als van een jakhals met tandpijn. Ik werp een blik in de wachtkamer en knik steungevend naar de volgende, berouwvolle gelovige. Op de gang wijk ik uit voor de vijfliterflessen javel. Een beetje tandarts verwelkomt je met een bebloede schort.

Guy Bourgeois
40 1
Tip

proza met witloofsaus

Waarom lees ik zo weinig eigentijdse Vlamingen? Omdat ik die mensen nooit in het publiek debat zie natuurlijk. Dat is in onze contreien al lang gegijzeld door lobbygroepen en politici, maar toch. Als een auteur al eens zijn zaklampje over de wereld laat schijnen, lijkt hij of zij niet verder te komen dan de bedwand. Liefde, geboortegrond, familieperikelen. Twitter en de bakker of seriemoordenaar op de hoek. Privacy-wetgeving, nationalisme, armoede? Kraaien ze niet over. Sociaal engagement, zei u? Safety in numbers, ja: de open brief als verzetsdaad. En dan weer snel de savanne af. Zouden die schrijvers eigenlijk met elkaar corresponderen? vraag ik me wel eens af. En waarover zouden ze het dan hebben? Een nieuw recept voor kaassouflé, misschien. Subsidies. De backstage in cultureel centrum De Kakelhoeve. Ik weet het niet. Wie weet heb ik het verkeerd voor. Bewaren ze hun bravoure voor hun brieven, leren we binnen 50 jaar dat ze wel degelijk een visie op mens en wereld hadden. Ter inspiratie alvast een heerlijk stukje 'mannen maken plannen' uit het brievenboek Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel (De Bezige Bij, 2008): Willem Frederik Hermans aan Gerard Reve, 15 november 1950"(...) Wat wij nodig hebben, is een tijdschrift dat oorspronkelijke taal laat horen. Ik doe op het ogenblik pogingen zulk een tijdschrift op te richten. Als ondertitel (of beschrijving van de inhoud) zal het waarsch. krijgen 'tijdschrift voor literatuur en psychologie'. Ik had eigenlijk liever gehad: 'voor litt. en sexuologie', maar dat is waarschijnlijk te gewaagd. Enfin, het komt ten slotte op hetzelfde neer." Gerard Reve aan Willem Frederik Hermans, 16 november 1950 "(...) Je plan voor een nieuw tijdschrift, dat niet zal drijven op lyrisch gelul, maar op bloedwarme kopij en waarin het leven belangrijker zal zijn dan de literatuur, heeft een ongekende geestdrift in mij gewekt. [...] je kunt van mij een uiterst verbitterd artikel verwachten over de mogelijkheden voor de schrijver in Nederland. Daarop moet ik lang broeden, maar met een paar dagen heb je het. [...] Welk een verfijnd genot indien het door jou ontworpen tijdschrift inderdaad verschijnt: een Havelock Ellis, Hirschfeld of Kinseyperiodiek dus. Het moet op nuchtere wijze heel schuin zijn: een soort notariële acte der decadentie." Het tijdschrift dat De Draad van Ariadne zou gaan heten, is er nooit gekomen.

Guy Bourgeois
15 0
Tip

Zonnig met een wolkje armoede

Ooit The Wire gezien? Speelt zich af in de onderbuik van Baltimore, maar toen we even de wijk Raval in Barcelona doorkruisten, in mijn gids omschreven als "uw veiligheid is hier 's avonds niet gegarandeerd" maar door een vriendin aangeraden als een gezellige culturele smeltkroes, dacht ik even in voornoemde serie beland te zijn. Hustlers, players, dealers, working girls, ... In het spoor van enkele hooggehakte (mooie) benen passeren we een of andere evangelische missie met een lange rij hongerigen, moeten we uitwijken voor enkele Bubbs-figuren die een winkelkarretje met hun hele hebben en houden voortduwen, krijgen we hasjjies aangeboden, aanschouwen we de hele (onder)wereld op een vierkante kilometer, en als we op de lokale Rambla belanden is het plaatje compleet: een meute persmuskieten omcirkelt een of andere bobo-politicus die, aan de lijfwachten te zien, ook mijn gids gelezen - of geschreven - heeft. In elk geval, The Wire-gelijk waarvan het vijfde seizoen focust op de journalistieke kant van het verhaal, is het hoofdartikel de dag nadien in de lokale krant wel degelijk Raval. 'Vemos un barri digne'. Veel armoede hier in Barcelona. Zichtbare armoede, bedoel ik. Ontluisterend om zien hoe in een of andere bibliotheek in Raval (dé bibliotheek van Catalonië) met bijhorende paradijselijke binnentuin een groep toeristen wordt rondgeleid, terwijl twee meter verder, onder de beschutting van de galerij enkele daklozen in hun pis, of die van hun lotgenoten, dromen van betere tijden. Ook de wijk van ons hotel, de Barri Gotic ontsnapt er niet aan: als de avond valt, zijn er in bepaalde straten hoogoplopende discussies tussen jongerenbendes die strijden om "de hoeken" alwaar ze hun waar willen verkopen. Na twee dagen wandelen hebben we onze bekomst van de grootstedelijke drukte. Time to get out. Sitges wordt ons aangeraden door enkele Spanjaarden, een kuststadje waarvan de populatie in het toeristenseizoen verdriedubbelt. Het bevalt ons wel, maar toch nog een beetje druk. Ongelooflijk veel homokoppels ook. Zie je een man, dan zie je twee mannen. Niks op tegen, maar ze zijn écht wel in de meerderheid. En daarmee zijn de rollen eens omgedraaid: zoals zij de rest van de wereld waarschijnlijk ervaren, gevuld met die heterokoppels, zo voelen wij ons hier af en toe een beetje out of place. Vooral als je een hoek omgaat, en geheel onverwacht uitkijkt op een soortement naaktstrand alwaar de mens in volle glorie één wordt met de natuur. Na twee dagen hebben we Sitges ook wel gezien. Ségur de Calafell ligt ook aan de zee, en met veel plezier stappen we op de trein. Aangekomen op onze bestemming trekken we richting zee. Een desolate woestijn waar alleen een enkele gepensioneerde hond, excuseer, een gepensioneerde met hond, door het decor schuifelt. Als we op het enige terras in de omtrek vragen wat er hier zoal te beleven is, bekijkt de dienster me met grote ogen: "Nada" zegt ze beslist. Om er even later fronsend aan toe te voegen: "La plaja", achterom wijzend naar die grote leegte. Mmm, problematisch. Nada is perfect, maar we zijn het type toerist dat graag uitvalswegen heeft. Als we ergens arriveren, stormen we het toeristische infokantoor binnen. Folders, brochures, affiches, kaarten, reistijden, overstappen, openingsuren ... Overstelpt met goede raad en beladen met drukwerk verlaten we dan het kantoor om - het is echt sterker dan onszelf - een totaal verkeerde richting uit te lopen. Heerlijk om te weten wat je allemaal niét gaan doen. De Spanjaarden zijn op dat gebied trouwens een grote hulp. Passeer je een museum, kasteel of kathedraal (waar je wel even wil gaan schuilen voor de zon) dan is het gegarandeerd gesloten, vervallen of tijdelijk ontoegankelijk. Je zal het altijd zien, denk je dan, de landerigheid van de Spanjaarden vervloekend die je culturele uitstapje altijd weer dwarsbomen. Maar om terug te gaan naar Ségur de Calafell: nada is dus geen optie. En zo belanden we enkele kilometers verder in Calafell zelf, alwaar we vijf dagen eten, drinken, wandelen, genieten, uitblazen en ook een heel kleine beetje lezen (De gazet The Times ontdekt. Grappig hoor: Once, only a waiter could stand between a Frenchman and his lunch.) Dus: een bezienswaardigheid die het ook tot in de gidsen heeft geschopt? Niet gezien. Maar wel een deugddoende vakantie gehad.

Guy Bourgeois
0 1

de gestolde tranen van de uitgever

Ijdelheid, treurnis: wees gerust, in dit hoekje van de Standaard boekhandel had ik het rijk voor mezelf. 'Big data' spookte door mijn hoofd, en dus belandde ik bij de afdeling inwisselbare waren: communicatie, online media, management, marketing. Boeken die al gedateerd zijn bij verschijnen.  Bijsluiter-boeken over blogs, digital branding, sociale media. De bijsluiter als bijwerking. Gedrukte gedrochten, borrelende uitstulpingen van de online onderstroom. Papieren placebo's, daar waar zelfmedicatie onze enige hoop is. Willen die uitgevers nu echt per se failliet? En hoe zit dat met de papierindustrie? En geeft zo'n auteur dan zijn eigen boekje af als visitekaartje of zo? En de omloopsnelheid van boeken? Is dit het dan? Is dit het drama van het boekenvak, zijn dit de gestolde tranen van de uitgever? Moedeloosheid springt me naar de keel, als een uitgehongerde jakhals. Ach, big data, waar zitten jullie? Was 'Big data' eigenlijk wel de titel? In elke andere winkel had ik de kassierster, de schoonmaakploeg en de terloopse klant aan de tand gevoeld, maar hier neemt zo'n vraag al snel de allures aan van een rogatoir. Titel? Uitgever? Auteur? Publicatiedatum? ISBN? Waarom wil u dat boek? Waarom koopt u geen mooie verjaardagskaart, spannende zomerthriller of de nieuwste Jamie Oliver? En dus verliet ik mak en weemoedig (meewoedig) de winkel met Halfgod verzamelaar van Komrij, als een beteuterde wijnliefhebber die het alweer met een Chateau Pétrus 2005 moet doen. Een dag later is de wrok getemperd, de lucht opgeklaard. De kat vleit zich als een leeuw voor mijn aangezicht, de eksters kraaien. Berustend nestel ik me in de zomerse zetel. En ik lees Komrij's stuk uit 1987 over 'computerboeken': "De computer, die pretendeert paperassen overbodig te maken, heeft in werkelijkheid een heel nieuwe papierstroom op gang gebracht. (...) Door bedrukt papier laat men zich instrueren hoe men papier dat nog blanco is bedrukt krijgt. De computer hangt er wat onhandig tussenin." Computerboeken uit 1987 of sociale media-boeken uit 2013: "Waarom doet de computerwereld niet wat des computers is?" En alweer moet ik constateren dat de scherpe zienigheid van Komrij (doorzien is voorzien) nog altijd pertinent is. En dat ook wel nog enkele decennia zal blijven. Prachtboek.

Guy Bourgeois
12 0
Tip

Sjoelbakken in de belevenisbibliotheek

 Het zijn de sluipende evoluties die onze maatschappij vormgeven. Nog even en het hele gesubsidieerde socioculturele veld wordt de bibliotheek binnengeborsteld. De archief- en bibliotheeksector spreekt zeer tot mijn verbeelding: als je 2000 jaar lang je aanwinsten hebt bijgehouden op een steekkaartje, ben je minder snel geneigd om de nieuwe technologieën als een achteruitgang van onze beschaving te beschouwen.  En mensen die tussen de boeken leven en werken vind ik a priori al een aanwinst. En geloof het maar: archivarissen en bibliothecarissen zijn lang niet zo stoffig als de legende het wil. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat alles pei en vree is, en dat er ook in dit boekenbastion geen malloten-managers rondlopen die dan weer verantwoording moeten afleggen aan andere malloten. Zo stellen we u voor, ... reverence … : de belevenisbibliotheek. Lang geleden, toen de managers nog mensentaal spraken, had je de bibliotheek. Dat was een verzamelplaats van boeken, die je, als je braaf en niet te luidruchtig was, mocht ontlenen. Je vond er rijen en rekken vol boeken. Drie hoog, duizenden thema’s, tienduizenden verhalen. Altijd was er in die bibliotheek iets nieuws te ontdekken. Een bezoek aan de bib was, excusez le mot, een belevenis. De begrafenisoptochtDie tijd is voorbij. Nu al kan je in de bibliotheek een cocktail drinken, internetten, breicursussen volgen en naar het voetbal kijken. Maar nog even, pakweg 15 jaar, en boeken ga je er niet meer vinden. Al het geld dat in crèches, expo's, cursussen en concerten wordt gestoken, gaat niet naar boeken en de uitbouw van de collectie. Zo simpel is dat. De belevenisbibliotheek is de bib die zichzelf uitkleedt tot cultureel centrum, ontmoetingsplek, café en concertzaal in één. De zintuigen mogen er door alles geprikkeld worden, behalve door boeken. De belevenisbibliotheek is de bib die ten grave wordt gedragen, en men zegt ons dat het een carnavalsstoet is. Dat bibliotheken een doorn zijn in het oog van de boekenhaters-politici, dat wisten we al langer. ‘Brood en spelen’, niet ‘boeken en brood’. En dus kwamen de beleidsmensen op het geniale idee om - eens de wijkbibliotheken weggesaneerd en gecentraliseerd - de bibliotheek de nek om te draaien waar ze bijstaat. De enkele bibliotheken die het voorrecht krijgen te blijven bestaan, kunnen welzeker rekenen op een miljoentje voor een verbouwing of zelfs fonkelende nieuwbouw. Maar daar moet dan wel iets tegenover staan. En dus wordt de bib vanaf nu beladen met alle welzijnstaken die je maar kan bedenken: inburgeringscursussen, taallessen, kooklessen, noem maar op. Het hele gesubsidieerde socioculturele veld wordt op een hoopje geharkt en de bibliotheek binnen geborsteld. Nog even en ze delen er ook soep aan daklozen uit. We hebben er zelf om gevraagdZo’n evolutie moet je een beetje verpakken natuurlijk. Het woord ‘belevenisbibliotheek’ kwam als een geschenk uit de hemel gevallen. Wetenschappelijk verantwoord ook. Het lijkt terug te voeren op de term ‘experience economy’ die een zekere Pine & Gilmore bedachten. In de krantenwinkel koop je je croissant, en bij de bakker koop je je krant. Zoiets. Het is – geloof het maar – de consument zelf die erom zeurde: in de bib wil die ook een pint drinken, tai chi-lessen volgen en luidop commentaar geven tijdens het politieke debat. Dat is nu eenmaal de tijd waarin we leven. Tuur je op je gemakje naar een boom, zie je ineens een manager naar boven klauteren. Begint wat aan de takken te schudden. Een hele belevenis, wat ik je zeg: alle bladeren vallen eraf. En, zie daar, een beetje later valt ook de manager er achteraan. Voor ouderwetse zeuren ten slotte die vinden dat er in de bibliotheek ook boeken horen, geen paniek! Ook voor hen is een belevenis voorzien. Na consumentenonderzoek werd in de kelder een stiltegebied afgebakend. Het boek bleek een uitstekend isolatiemateriaal.

Guy Bourgeois
33 0

Opleiding

Publicaties

Prijzen