Joke Thiry

Gebruikersnaam Joke Thiry

Teksten

Ne me quitte pas - vrije vertaling

Verlaat me niet Vergeef me nu Je kan het wel Het vervaagt nu al Verwerp de tijd Van tweespraak en verloren dagen Je moet weten hoe Je kan vergeten Hoe al die vragen Ons geluk verraadden   Verlaat me niet Blijf hier bij mij Ga nu niet weg Laat ons niet los   Ik schenk je graag De regenparels Van landen waar altijd droogte heerst Ik zal zoeken tot aan mijn dood Naar goud en edelstenen voor je naakte huid Ik bouw een burcht Waar liefde woont en liefde heerst, Waar jij vorstin zal zijn   Verlaat me niet Blijf hier bij mij Ga nu niet weg Laat ons niet los Laat me niet gaan   Ik maak voor jou Een nieuwe taal Die enkel jij begrijpt Ik vertel je ook Over de geliefden Wiens hart opnieuw ontvlamt Ik...   Ik vertel je over de koning die stierf Omdat hij je nooit zou kennen   Verlaat me niet Blijf hier bij mij Ga nu niet weg Laat ons niet los   Hoe vaak gebeurt het niet Dat een gedoofde vulkaan Weer ontvlamt Hoewel te oud bevonden Ergens op de wereld Vind je verbrande grond Met een grotere oogst Dan eender waar En als het dan donker wordt, De lucht in vuur en vlam Waarom zouden rood en zwart niet samengaan?   Verlaat me niet Blijf hier bij mij Ga nu niet weg Laat ons niet los Laat me niet gaan Ik kan niet meer huilen Ik wil niet meer praten Ik stop me in een hoekje weg Om te kijken hoe je vrolijk danst Hoe je zingt en lacht Laat mij de schaduw van jouw schaduw zijn de schaduw van je hand of die van je hond   Verlaat me niet Blijf hier bij mij Ga nu niet weg Laat ons niet los

Joke Thiry
9 0

De onschuld zelve

Elk jaar werd één kind uitverkoren om een reis naar de zon te maken.  Vorig jaar was het Indaia’s buurmeisje.  Ze had het zo naar haar zin dat ze nog steeds niet terug was.  ‘Kom op Indaia, borstel je haren, ze moeten glanzen als goud.’  Mama legde een borstel op tafel.   ‘Mama, waarom heb je rode ogen?  Het lijkt alsof je gehuild hebt, is er iets?’   Mama kneep haar ogen toe.  ‘Nee, meisje, ik heb last van mijn hooikoorts, maak je maar geen zorgen.  Het wordt een fantastische dag.  Ik ga alvast de bloemen halen.’  Mama sloeg de deur toe voor Indaia nog iets kon zeggen.  Het was zo leuk de uitverkorene te zijn.  Indaia’s vriendinnetjes waren jaloers omdat zij nu zou weten wat de volwassenen tijdens de zonnewende deden.  Ze had een prachtige witte jurk mogen kiezen.  En nog belangrijker: ze kon gaan reizen en de wereld ontdekken!  Als ze helemaal uitgereisd was, zou ze terugkomen met honderden verhalen om aan haar vriendinnen te vertellen.   ‘Indaia, kom, het is tijd.  Zet de bloemenkrans op je hoofd en doe je witte jurk aan.  Mama frunnikte aan Indaia’s haar en bekeek haar vanop een afstandje.  ‘Je bent zo mooi, een echte fee.’   En weer had ze last van haar hooikoorts, haar ogen traanden en er liep snot uit haar neus.  Ze rende weg om een zakdoek te nemen. Samen liepen ze de voordeur uit, plechtig, zoals het moest.  Naar het feest.  Een grote stenen altaar was op het dorpsplein gezet.  Hier en daar zag Indaia mensen huilen: haar moeder en vader, de buurvrouw.  Ze beklom de treden naar het altaar, vol verwachting voor wat komen zou.  Iedereen hield zijn adem in.  Indaia, de onschuld zelve.

Joke Thiry
0 0

De lokroep

Zoals elke avond deed Marjolijn alle deuren op slot, sloot de gordijnen en liet de rolluiken neer. Ze hoorde het gekraak van het duister tegen de houten omheining. Hetzelfde liedje als altijd. Ze zuchtte, deed alle lichten aan en nam een slaappil. In de berging had ze een provisoir bed gemaakt. Enkele weken geleden dacht ze dat het maar voor één nacht zou zijn, hooguit twee. Maar het duister gaf niet op, wilde haar meesleuren in een spiraal van verderf en controleverlies. Ze verzette zich, streed als een Vestaalse maagd, maar de vermoeidheid begon haar parten te spelen. Nog even en ze zou toegeven, de rolluiken optrekken en in haar japon naar buiten gaan om nooit meer terug te komen. Niemand zou haar missen tot de brievenbus uitpuilde en de rekeningen onbetaald bleven. Ze zouden haar luxueuze huis leegmaken en zich afvragen waarom er een beslapen matras in de berging lag, waarom de met satijn beklede muren volgeklad waren met fluorescerende verf, waarom er overal kaarsen en lampen stonden. Haar huis was een baken van licht, maar ze hield het voor zichzelf, het duister was te machtig. Geen piertje scheen door de luiken of raamkozijnen door, daar had ze wel voor gezorgd. De slaappil begon te werken, haar ogen gingen toe, alle licht rond haar vervaagde. Ze vocht tegen het enige duister dat ze niet kon vermijden. Een onbekende zoete lokroep wekte haar uren later uit haar dromen vol licht. Ze kon niet langer weerstaan. Ze stond recht, wankelde slaapdronken naar de achterdeur. Op de tast liep ze het grasveld op, blootvoets. De duisternis stond haar daar op te wachten, omarmde haar met zijn warme armen en slokte haar op. Ze lachte. Ze was niet meer bang.

Joke Thiry
0 0

Opleiding

Publicaties

Prijzen