Billy Sønderland (4)

25 nov. 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Het is namiddag, rond drieën, op deze black Friday 28 november 2016 en de zon schijnt zowaar weder, zelfs op de gevel van het hoekhuis aan het begin van de Garenmarkt. Dit is het huis waar vorige generaties Vanderbilt woonden; nu ik.

Er is een bistro aan de overkant van dit huis, Bistro Christophe, van Christophe, met kleine tafeltjes op het trottoir, waar ik een plaatsje vind naast enkele toeristische reizigers.

 

De trein heeft mij teruggebracht, de zak met de zilveren muizen die naast mijn voordeur stond, is verdwenen, ook geen Doesjka achter het raam. Onderweg lag hij voor me, op het oranje tafeltje in mijn wagon, de hartenkoning. “Heeft U ook een geldig vervoersbewijs?” vroeg de conducteur, die zijn rechter wijsvinger tegen zijn rechterslaap hield en daarbij een duim omhoog stak, alsof hij zichzelf door de kop ging schieten.

 

Ik toonde mijn railpass en stak de hartenkoning in mijn binnenzak, waar hij nu rust terwijl ik een Westmalle Dubbel bestel en onderweg tuurde ik in de richting van het westen, omdat die nietsvermoedende zon daar stond, boven grijze gedrochten, loodsen in de Zeebrugse achterhaven. Als mechanische everzwijnen waren ze daar in de grond aan het wroeten, kranen, bulldozers en werfwagens, die Dudzele en Lissewege onder het gras proberen te rijden, om er bredere bruggen en wegen aan te leggen, waarover ze zullen denderen, vrachtwagens met containers vol brol en biezonderheden, koelwagens met één miljoen kortharige groene kiwi’s, gele neven en nichten, ook uit Nieuw-Zeeland, of tonnen tilapia's, pangasiusvissen en lieve kleine piranha's, morsdood, onder strakgespannen folie en in weer andere dozen steken sinterklaasplastiek, hardhouten fallussen met een metalen onderkant, om flessen te openen, altijd grappig. Hier, in Brugse souvenirwinkels hangen ze, naast valse chocoladetieten en eindelijk verschijnt ze achter mijn raam op de eerste verdieping van de Garenmarkt nummer één.

 

Doesjka! Ik maak een scholbeweging met mijn glas en kijk toe, hoe ze de beide wreven van beide handen in beide heupen legt, trots haar jonge heupen heen en weer wiegt, een pirouetje draait. Een zwarte opblaaskroon prijkt op het hoofd van mijn teenage queen of spades, Pallas, godin van reine maagdelijkheid.

Ze draagt een slobbertrui gebreid door de engelen van de wellust, horizontale strepen, paars, oranje, rood. Het zijn de kleuren van de vlag die prijken zal op ons eigenste eiland, ons nieuwe paradijs ergens in de Noordzee en haar adem blaast damp op het enkele glas. Ze tekent een hartje en ik voel. Ja, hij zit er nog! In mijn binnenzak. Met een zwaard door zijn kop.

 

De bodem, een slok door mijn strot en dan mijn trap op. Doesjka vleit zich neder in de sofa. Met een duimspijker bevestig ik de kaart die Natascha me toestak, aan de keukendeur. Als Doejska een hand op mijn sleutelbeen legt, een wijsvinger tegen mijn nek wrijft, zeg ik haar dat ik een zakje verse garnalen meegebracht heb, dat ik ze voor haar pellen zal, voorzichtig opbaren zal in de buik van een leeggelepelde tomaat, met wat mayonnaise, peterselie, en dat ik slechts een zoen van haar wil, alvorens ik mezelf vanavond, later, vannacht, onder een milde maan te slapen leg.

 

 

 

 

Teenage Queen of Spades

deel 4 van het historische kortverhaal 'Billy Sønderland'

uit de reeks  'Waanhoop'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

25 nov. 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket