In de wijdste verte
dat de zon haar stralen kunnen reiken,
is er niets dat mijn wereld zo belicht
als de glimlach op jouw gezicht.
Er is niets wat mijn leven zo kan verrijken,
als het kunnen zien van the big bang
in jouw ogen, waar heel mijn ziel
wordt ingezogen.
Er is niets zo fijn dan echt te weten,
dat het zwart gat van mijn onwetendheid
mij altijd met angst heeft voorgelogen.
Want als ik zo in jouw armen lig en zweef,
voel ik zoveel meer dan tevredenheid.
Het heeft heel mijn verbeelding overstegen,
over het gevoel wat wij als mens liefde heten.
Want nu pas weet ik wat gelukkig zijn is,
als ik zo in jouw armen lig en zweef,
nu ik als kosmonaut, in de kosmos
der liefde leef.