in het spel vergeet ik de plicht,
het vermaak van de fictie overtreft
het theater van de straat.
met de vlucht naar Utopia verdrijf ik de tijd.
in de film stort ik me in het witte doek
en kies ik de rol die bij mijn bui past.
ik vlucht in de vragen waarin ik meer geloof
dan in de goeroe die de makke kudde
naar een tempel van beloftes leidt.
in de drug van de kus vlucht ik,
in de kruiptocht over een web van glasvezel.
in wat me afleidt. in de roes van de endorfine,
in de dagdroom over de rust
van kelp en koraal ontsnap ik aan de wetten,
aan de cipier die de muren aan me opdringt.