Uitgenodigd

Jan
26 jan. 2015 · 20 keer gelezen · 2 keer geliket

            Dank dat je tot hier gekomen bent, oude vriend. Ik kan me voorstellen dat je wantrouwig stond tegenover mijn uitnodiging. Misschien ben je dat nog steeds. Ik zou het je niet kwalijk nemen. Het is te lang geleden, vriend. Ga toch zitten.

            Het mag een wonder heten dat deze zitbank hier nog staat.

            Het hout is droog en ondervoed. Hier hebben we zo vele uren versleten. In die tijd hing er een nevel over deze bank. Die daalde neer op onze huid en in ons hoofd. Hele nachten hebben we hier doorgebracht.

            We gaven licht in het donker, zo jong waren we.

            Radeloos en jong. Roekeloos.

            Alsjeblieft, ga zitten. Met de voeten op de bank en het zitvlak op de rugleuning, net zoals toen. Je voelt het weer, een stroomstoot door je borst. Ongeleide kracht. De bank heeft ze voor ons vastgehouden. Ik kan maar beter mijn mond houden. Ik wilde gewoon even met jou op deze plek zijn.

            Stoort het je als ik praat? Van alles wat je met ouder worden zou moeten appreciëren, vind ik de stilte nog het ergst.

            Waarom kwamen wij toch telkens naar hier? Naar deze bank, op dit pleintje? Een doodgewoon pleintje met hier een bank, daar een boom, gras onder onze voeten, en een vuilnisbak? Als ik het nog kon, zou ik de zoden uit de grond rukken om te kijken of deze plek ons in de grond nog iets te bieden heeft.

            De grond laat mij de laatste tijd niet met rust, vriend. Heb jij dat ook?

            We kwamen naar hier. We konden alles doen, overal konden we naartoe, maar we kwamen naar hier. En nu zit ik hier weer. Ik zit hier weer.

Geloof mij, oude vriend, ik heb geleefd, vraag het na bij mijn geliefden, mijn kinderen, mijn kleinkinderen,geloof mij maar.

            En nu brengt iets dat ik niet begrijp mij uitgerekend naar deze plek. Ik weet niet wat het betekent. Toen niet en nu niet. Je weet hoe het gaat: roekeloos wordt bedachtzaam.

            De radeloosheid blijft.

            Was het de nevel? Dat moest het zijn geweest. Niet de bank of de boom of de vuilnisbak, het was de nevel die ons naar hier lokte. Ons hele rijke leven zweefde daarin rond, botste nergens tegen grenzen op. Het was de nevel, een donzig kussen waarmee wij bovenop onze toekomst zaten zoals op de zitbank van een pleintje.

            Ik hou het niet lang meer vol zo.

            De rugleuning zeurt tegen mijn oude botten aan. Gênant is het, vind je niet, overal moeten vragen om een kussen. Oude vriend, het spijt me dat ik zo veel praat. Vind je ook niet dat het uitzicht veel helderder wordt? Bekijk het vuil daar eens, dat samenspant op de opgedroogde lijm van een verdwenen sticker, daar op de vuilnisbak, of de groeven in de boomschors daar, de uitpuilende ogen van het hout, hier, schuif je voet eens op, hier.

            Het doet mijn ogen pijn, zo helder. Ogen horen er met de leeftijd op achteruit te gaan.

            Oude vriend, het spijt me, het is zo stom. Ik droom nooit. Daarom nodigde ik je hier uit. En dank dat je gekomen bent. Echt. De laatste jaren droom ik nooit meer, en onlangs, zo stom, droomde ik dat wij hier zaten. Jij en ik. Hier. Op deze bank. Het schokte me dat jij het was, ik had je zo lang niet meer gezien. We keken naar elkaar en we zwegen. Ik zag ons zitten. Ik wist dat ik droomde, ik zag ons hier zitten.

            En het ergerde me dat ik mij niets kon herinneren.

            Ik kon mij gewoonweg niets herinneren. Ik wist dat jij het was, dat wel, en dat we hier zaten, maar dat wekte niets. Geen enkele herinnering. Of jij je iets kon herinneren wist ik ook niet. Je zei niets, in ieder geval.

            Toen zag ik, daar bij de boom, een man staan, met zijn rug in onze richting. Hij droeg een rugzak die open stond. Ik wilde gaan kijken naar wat in de rugzak zat. Ik was ervan overtuigd dat de inhoud van de rugzak mij toebehoorde, of ons, misschien. Jij zag de man ook. Dan keek ik opnieuw en ik zag hem nog net, daar, recht voor ons, het hoekje om lopen, met zijn brede rug en zijn ondoordringbare jas.

            Dank dat je tot hier gekomen bent, oude vriend.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Jan
26 jan. 2015 · 20 keer gelezen · 2 keer geliket