Erf te koop met zwerfgevoel

18 aug. 2015 · 4 keer gelezen · 0 keer geliket

 

 

Het is voorbij, uitgestapt, weggereden. Het postvrouwtje stuurde, heeft foldertjes gebracht, de krant is van Holderdebolderland. Duimelotje kreeg ze, geeft ze me nu ik verscholen in de voortuin lig. Op de eerste pagina prijken de vierwielers, ik kijk jaja in de rubriek Notarissen staat het afgebeeld het huisje met dat veilig kelderraam.

 

Het is van mij mijn erf is echt, te koop, ik wil hier weg, ik wil vooruit, ik wil liever een bootje vol met eenzaamheid, alleen zijn op de zee. Pagina twee Maria Hemelvaart, Aquaprotect. Het opstijgende vocht is morgen opgelost. Helaas. De bomen op het plein moeten er aan geloven want de burgemeester heeft een ei gelegd: in zijn dorp komt een fontein, sluit de florist, best jammer want die prentjes met de kleuren van de bloemen heb ik altijd uitgeknipt.

 

Veel in overvloed, de overdaad en lariekoekjes van den Aldi lonken, deze week extra goedkoop. Mijn maag, zij mijmert zonder mij, ik denk niet na over het nut, de infosessie is in de gemeentezaal, vrijdagavond en de thema's eerder vaag, misschien wel een verrassing, of bejaarden die wat kippekutreceptjes sterfverhalen woorden wisselen tot Mr Bultinck eindelijk toch arriveert, honderduit beschrijven gaat de streken van zijn dromedaris, Erika, die heuveltjes en hij dan op het einde alle niets vermoedende gedachten meeneemt naar zijn louche zolderkamertje.

 

Heerlijke belevenissen volgen, ook een aquapark met waterbanen in een acht. Als men zich plat legt zelfs oneindig lang en puur genot wordt aangeboden. De annonce is zo miniscuul, het poesje daarom lekker nauw misschien. Het lijkt me tweedehands plezier en in de dierentuin heeft men te midden van giraffen hoog op poten een subliem terras gebouwd voor wie die dieren recht de ogen in wil kijken, zij dan beter vragen kunnen voor wanneer de vrijheid is gepland.

 

Verder op ditzelfde blad staat een recept voor varkenspootjes, walviswangen, het beste adres voor make-up, valse wimpers, judaslippen, reisformules en dat ene weerzinwekkende verhaal.

 

Een man met blonde krullen heeft zich dagenlang kunnen verstoppen en het rectum was van een enorme olifant. De ijslamterrorist heeft hem daar niet gevonden, ook geen bloed dat uit zijn witte nekje droop. Ik hoop alleen.

Dat het waar is, hij echt nog leeft want ik heb de nare neiging me zo vast te klampen aan vertellementen, minder aan de mensen of de pooiers van de deugd, de deernen met hun stoppelgleufjes en die wegtollende blik. Weggelachen heb ik ze voorgoed, pretparkliefdes, beelden van die bubbelbaden vol met dolle vissen en piranha's die het zijn wel lusten.

 

Er zijn ook die gesprekken, ongevoerd, stille sonates, doodgezwegen tin en de gesneuvelde soldaatjes, te veel vogels, schrijft men, kauwen, duiven, scheurtjes in de kernreactor, barsten in de Deltawerken, wateroverlast, in Bangladesh daar kan men eeuwig pootjebaden. Straks, dan staar ik uit mijn bootje, slepers die de stroom trotseren en containerschepen vol Chinese brol, plastic speeltjes voor de ronde kinderen.

 

Vrees niet, stedelingen want ik ijl wel eens. Alles blijft zoals het is en goed. De tram- en bloedlijnen ze gaan nog jaren richting welvaart, het Centraal Station zal echt niet wachten op de zever van een zwerver die liever verdwalen wil.

 

Stilaan kruipt het ongeloof weer in mijn hoofd, vindt de spin zijn web een pareltje, voel ik tranen komen, droom ik hoe Sneeuwwitje mij bevredigt voor een nieuwe haarkam van de Hema en ik vind hem snel, de kortingsbon, voor morgen, als ik met mijn kano door de bochten kronkels in de Leie weer naar Deinze peddel.

 

Mijn erf zal binnenkort verlaten zijn. Het is al leeg, gezet op non-actief, zoals de secretaris van de grote stad zijn lettergrepen rusten laten kan. Het hoofd wil niet meer mee, het is veel liever empty als een leeggewrongen spons, want in de ledigheid schuilt het geluk, een warmtepomp te koop, een vacuüm, ik zal er drijven, willoos zeilen op de zee, het cruiseschip hier op het achterblad vaart ongetwijfeld door het glamoureuze Darmkanaal, regelrecht naar Disneyland.

 

Achterdocht mijnentwege misschien. Niets meer dan onverdachte vleermuisgeluiden, imaginaire takken landarmen die mij vast willen grijpen, meisjesogen bloeien enkel op het land, in de volle zon. Over de rand van het krantje zie ik wolken, losse truitjes van nieuwe moeders die te laag hangen, onzuiver katoen. Ben ik een troebel dier? Duimelotje kijkt maar vraagt niet wat ik denk.

 

Enkel wat ik lees, waar we later zullen wonen, zegt dat er twee melktandjes uitgevallen zijn, dat ze nooit geduimd heeft. Wel voor mij en dat ik thuis zou blijven.

 

 

 

 

 

uit de reeks  'Over eelt en zurkelteelt'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

18 aug. 2015 · 4 keer gelezen · 0 keer geliket