Kopzorgen

12 jul. 2020 · 32 keer gelezen · 0 keer geliket

Nu de teddyberen allemaal terug tussen de mottenballen zitten en we de bruine vlaggen weer wit hebben gewassen alvorens ze op te bergen, kunnen we eindelijk weer met onszelf bezig zijn. En dan nog gunnen die zeurende zorgverlenertjes het ons niet en willen ze meer, met hun constante schreeuwen om aandacht en hun gebedel voor overheidsgeld. Het lef ook. Eerst kunnen ze ons coronaleed met geen enkel medicijn verzachten, moeten wíj heel onze maatschappij omgooien om hun werk behapbaar te houden en staan we er nóg elke avond voor te applaudiseren tot we er blaren van krijgen. Maar 15 minutes of fame smaakten naar meer. En nu we allemaal terug onze eigen problemen kunnen aanpakken, kunnen die mediageile verpleegstertjes het niet laten om nog een portie spotlight te eisen.

Toch is er goed nieuws. Twee dagen geleden hoorde ik op het nieuws dat ze hun opslag krijgen. Hopelijk bespaart dat ons ervan dat ze wanhopig naar aandacht blijven hengelen, bijvoorbeeld door massaal deel te nemen aan Blokken, The Voice van Vlaanderen en De Mol. Zo'n verwijfd verplegertje dat op witte Crocs door de Mexicaanse woestijn huppelt zou het misschien goed doen qua entertainmentwaarde, maar we weten allemaal dat je nog sneller een potje schaken verliest van een alpaca dan dat een verpleger een puzzel van Gilles De Coster oplost. Je moet die alpaca's echt niet onderschatten.

Maar genoeg over de zorgsector, terug naar ónze zorgen. Eén van de problemen waar we ons opnieuw elke dag het hoofd over moeten breken is wat we in vredesnaam weer gaan eten morgen. Daar was in volle lockdown geen sprake van. Toen aten we wat er nog in het winkelrek lag. De mentale rust dat dat met zich meebracht, was onbeschrijflijk. Oké, een pak rijst kostte je al snel meer dan een pallet door civetkatten uitgescheten koffiebonen, maar toch. Niemand durfde te klagen, want je wist dat wie voor jou boodschappen had gedaan, zijn of haar leven had geriskeerd voor dat laatste pak pasta in de Colruyt. Tenzij je natuurlijk in het ziekenhuis lag. Dan moest je het doen met wat de wandelende face shields je voorschotelden en had je alle reden tot klagen. De ziekenhuiskost was namelijk nog ranziger dan anders, want koken kunnen die verplegers sowieso al niet en naar het schijnt hadden ze het druk met andere zaken.

Ja, zo maar één probleem hebben in het leven, onszelf gezellig zitten vervelen thuis, heerlijk lege straten, met in de verste verte geen grijspaars gecoiffeerde dinosaurussen en hun portemonnees vol ros geld om het begrip traagheid naar een hoger niveau te tillen door gepast te willen betalen, zorgverleners die zich nog geen goden waanden ... Ik durf bekennen dat ik soms met weemoed naar die lockdown terugkijk. Al geef ik toe dat zaken als jezelf van de wereld zuipen in een café vol steeds knapper wordende vrouwen ook z'n plek in onze maatschappij verdient. Dat deed ik gisteren nog eens en ik kan je zeggen dat ik geen greintje dankbaarheid voelde voor de ambulanciers die mijn maag aan het leegpompen waren, nu ik weet dat ze allemaal op slag miljonair zijn geworden. Laat ze maar werken voor hun fortuin, ik heb m'n eigen kopzorgen. Ik weet godverdomme nog niet eens wat ik morgen weer van eten moet maken.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

12 jul. 2020 · 32 keer gelezen · 0 keer geliket