Lezen

Vlaams-nationalistische collaborateurs, subsidieslurpers en witteboordencriminelen.

Op veertienjarige leeftijd werd ik naar de fabriek gestuurd. Als zoon van arbeiders. De kinderen van de vroegere Vlaams-nationalistische collaborateurs werden naar de universiteit gestuurd waar ze subsidieslurpers werden tot hun dertigjarige leeftijd. Waarna ze door hun opleiding kapitalen verzamelden met onze belastingen en hun subsidie geslurp.  Waarna ze tegen mij stoefen over hun verhuis van hun zwart kapitaal naar belastingparadijzen eerst Luxembourg nu het eiland MAN. Hun strijdleuze GEEN GELD VOOR BELGIË. Ondertussen ben ik na een lage opleiding en laag loon gepensioneerd onder het minimum. Toen hadden die witteboordencriminelen iets nieuws voor mij in petto. Door mijn lage opleiding, dus laag loon en dus te weinig pensioen krijg ik een extraatje. Een IGO. Wat betekent dat ik gecontroleerd wordt met een onaangekondigd controle door een aangetekend schrijven. Wat betekent dat ik maar zeven dagen na elkaar mijn woning mag verlaten. Of mijn kleine pensioen wordt gekort. Wanneer ik naar het buitenland wil moet ik iets kafkaiaans ondergaan. Toen ik dat besefte, begon ik mails te sturen naar politici die die regeling hebben ingevoerd. Ik kreeg 1 reactie terug van Georges-Louis Bouchez die mij inlichten dat die regeling er kwam om diegenen die van de vreemde hier een te laag pensioen krijgen te verhinderen om in hun geboorteland dat IGO te krijgen. De bedoeling is dat ze hier blijven. Ondertussen besefte ik dat niet de vreemdelingen in hun vere land het slachtoffer zijn. Want de inhouding van het IGO bedrag kon hun weinig schelen. Door de lage prijzen in die landen.Een voorbeeld: in Marokko of Turkije betaalt men voor een dagschotel 1 euro, of 30 euro per maand, in België is dat op zijn minst 10 euro of 300 euro per maand. Het IGO bedrag is ongeveer 200 euro.Wat betekent dat de slachtoffers van die IGO regeling arme Belgen zijn die niet naar Marokko of Turkije kunnen gaan wonen. Maar hier iedere dag met angst de postbode afwachten.  Louis Tobback stuurde decennialang iedere politieambtenaar de straat op om iedere arme, bruine en alternatieve  die cannabis prefereerde  boven alcohol richting vergeetputten te sturen. Ondertussen werden vrij en vrolijk miljarden naar het buitenland gesleept. De Vlaams-nationalisten danken de heer Louis Tobback vanuit hun belastingparadijzen. Drugs is dood scanderen Italiaanse neo-fascisten. Ze vergeten alcohol het bloed van Christus. Het verdienmodel ( bier ) van het genie van (de Karpaten) Leuven. Nadat het genie van (de karpaten) Leuven jarenlang armen, bruin en alternatieve die cannabis gebruikten en alcohol verafschuwden, in vergeetputten opsloot. Kortom, zijn natuurlijke kiespubliek. Verklaart hij in het boek geschreven door Jan lippens "ik ben bereid cannabis te legaliseren." Zijn partij behaalde nog 9%. Toen hield hij eindelijk zijn mond. Ondertussen stelen de partijen met vlaams in hun naam onze identiteit door te bepalen WAT en wie vlaams is. Wie niet in hun idee vlaams is, valt uit de samenleving. Wordt uitgestoten. Wat zeker niet In het belang is van de Vlaming. EIGEN ZAK EERST. Eigen huisjesmelkers eerst. vervolg in : M. De zoon van de eeuw   Antonio Scurati Ondertussen is de cannabismarkt (Groot in volume en sterk geurend, makkelijk opspoorbaar) in elkaar gestort, er is nergens nog een takje weed te vinden. Zijn er alleen nog de gevaarlijke (klein bijna onzichtbaar) illegale medicijnen (drugs)  te koop. Blijft over, de wierooksnuivers.  1/3 van de gevangenispopulatie is veroordeelt voor het gebruik van cannabis . Legalisering  van cannabis zou zorgen voor oplossing van de gevangenis problematiek. Terwijl de macht van de spieren vermindert, wordt de macht van de hersenen ( kenniseconomie ) groot. Ondertussen trekt geestelijke gezondheidszorg in dit land op geen kloten. De grootmachten van de toekomst zullen grootmachten van de geest zijn Winston Churchill    -------------------------------------------------------- Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST
16 0

Jorre

Jorre, dé man. Jorre heeft een zware jeugd gehad, wat zich vertaalt in zijn leven nu. Drinken, roken en veel veel seks. Leven als een rockster. Velen zouden jaloers zijn op Jorre maar ik niet.  Jorre is een feestbeest, hij houdt van het leven, ondanks zijn zware jeugd. Tja, ik houd het liever rustig. Ieder zijn ding.  Maar op een mooie nacht was het lot Jorre niet gunstig gezind. Hij werd gespiked, de knappe bink die hij was, en werd gebruikt door een bloedmooie vrouw. De ochtend daarna werd hij wakker alsof hij nog nooit als tevoren had gezopen, meer dan hem lief was. 'Goeiemorgen, schat. Lekker geslapen?'. Ooh, wat is dit in hemelsnaam dacht hij. Ik ben beland in een droom... Na het ontbijt dat hem smaakte, nam hij afscheid. Een naam was onbelangrijk. Nog volledig gedrogeerd en fuzzy, maar met een mooi beeld van een schoonheid als herinnering probeerde hij zich te oriënteren om zijn weg huiswaarts te vinden.  Het leven ging verder, de dagen gleden voorbij. Tot... Hij voelde stekende pijnen in zijn testikels en kreeg sjankers op zijn penis. Jorre raakte in paniek. In allerijl belde hij de dokter voor een afspraak. Fuck! Dacht hij, fuck! Fuck! Fuck! 'Je hebt een goeie SOA te pakken man', zei de dokter. 'Maar aleis Jorre, maak je geen zorgen, ik geef je goede medicatie waar je binnen 2 weken van je vieze beestjes verlost bent '. 'Weet je nog de naam van je vriendin en waar ze woont?'.  Hier werd een heikel punt aangeraakt. Wat moest hij zeggen tegen de dokter? Dat hij zich niets meer kon herinneren van die bewuste avond en nacht? Dat hij niet goed wist hoe hij ooit thuis is geraakt? Maar dat hij het ook niet geheel onprettig vond om wakker te worden naast een bloedmooie deerne, waar menig man terstond een erectie zou krijgen van een paar uur? Dat ze een injectie moeten krijgen omdat ze anders vrezen voor priapisme? Jorre moest het antwoord schuldig blijven aan de dokter. 'Ok', zei de dokter. 'Dan kan ik je enkel nog de raad geven om in het vervolg veilig te vrijen en te denken aan je seksuele gezondheid. En we zullen er ook voor je zijn als je jouw lever kapot zuipt of longkanker krijgt. Het gaat je goed man. Tot ziens.' Bij deze het verhaal van Jorre dé man. Jorre de trieste man. Dit is een fictief verhaal, gelijkenissen met bestaande personen zijn louter toevallig van aard. 

Canniball
5 0

Gevouwen geluiden (Hoofdstuk 1)

Het was een bankje zoals alle andere bankjes in het park: houten latten, ijzeren poten, lichtgroene verf die op sommige plekken afbladderde als oude schaamte. En toch was dit het enige bankje waar Lys wou zitten. Niet omdat het beter zat, maar omdat het geluid maakte. Een zacht, ritmisch gekraak wanneer je ging zitten. Alsof het even moest nadenken voor het je toeliet. Ze zat er die namiddag met een oud dagboek op schoot. Niet van haar. De kaft was zwart, de bladzijden vergeeld en ruikbaar. Ze had al één vogel gevouwen, een roos die per ongeluk ontstond, en een halve vis waar ze nog geen verhaal voor had. Haar vingers dansten op het papier terwijl haar hoofd ergens anders was — waarschijnlijk in een herinnering die niet de hare was. Toen hoorde ze het. Eerst de voetstappen. Zacht, bedachtzaam. Dan de klik van een cassettespeler. En toen — flarden van geluid. Een trein die vertrekt. Een lepel die zacht tegen een kopje tikt. Een kind dat "waarom" vraagt, meerdere keren, steeds zachter. Ze keek op. Hij stond aan de overkant van het pad. Mauro. Hij hield een draagbare recorder in zijn hand, alsof het een breekbare gedachte was. Hij keek haar niet aan. Niet echt. Maar hij had haar wel gezien. Ze legde haar vis neer. "Jij neemt de werkelijkheid op, hè?" zei ze. Hij knikte, maar zei niets. Hij drukte op pauze. De wereld werd weer leeg. "Mag ik?" vroeg hij, en wees naar het bankje. "Het maakt geluid als je gaat zitten," waarschuwde ze. Hij glimlachte. "Ik weet het. Daarom juist." Hij ging zitten. Het bankje kreunde tevreden. Ze zwegen samen. Alsof ze allebei wisten dat woorden op dat moment iets zouden kapotmaken. Na een tijdje legde zij haar hand op het boek. Hij haalde een cassette uit zijn jaszak en gaf het haar. Geen etiket. Geen titel. "Ik heb iets opgenomen voor wie vouwt zonder reden," zei hij. Ze nam het aan alsof het breekbaar was. Alsof het iets ouds bevatte dat nog moest gebeuren. En toen — zomaar, zonder aankondiging — moest ze lachen. Voluit. Ze sloeg een hand voor haar mond. Hij lachte niet. Maar zijn ogen deden het wel. Alsof ze een geluid hoorden dat hij nog niet had opgenomen, maar wel al kende.

Piet V.
16 1