Lezen

Tip

(dat moet je zelf nog achterhalen)

Het is al voor zover ik me kan herinneren donker. Donker maar niet stil. Er zijn zoveel geluiden om me heen, die ik aanvankelijk niet thuis kon brengen. Maar hoe langer ik hier vast zit, hoe vlotter dat verloopt. Ik kan de geluiden intussen al wat categoriseren. Ik krijg daarbij hulp van de stemmen om me heen. Die zijn er altijd, de andere geluiden vallen soms ineens weg.    Niemand van ons heeft een naam, toch worden we door de omgevingsgeluiden vaak hetzelfde genoemd. Ik denk dat ze daarmee ons allemaal bedoelen, en niet een van ons. Ik weet eerlijk gezegd ook niet zeker met hoeveel we hier eigenlijk zijn. Wat ik wel weet, is dat dat aantal soms verandert. Tijdens de luidste periodes wordt soms iemand meegenomen, we kunnen dan bitter weinig doen om dat te voorkomen. Ik hoor de hulpeloze geluiden van een lotgenoot die losgemaakt wordt uit onze groep. Ik probeer mezelf voor te houden dat ze allicht naar een veel betere plaats gaan, het is het enige dat je kan doen om hier niet gek te worden. Soms wordt er ook een hele groep tegelijk meegenomen, ik neem aan dat dit het ideale scenario is, samen de overstap maken naar die andere plek, waar die ook mag zijn. En om de zoveel tijd worden er een hoop nieuwe lotgenoten bij ons geplaatst.   Onze leider (zo zie ik dat toch in mijn hoofd) - diens stem komt altijd van boven mij, dus ik ga ervan uit dat hij op een troon zit ofzo - soit, die kan blijkbaar wel zien (of beweert dat in elk geval). Zouden we dan toch niet in een donkere kamer zijn? Waar komt al dit zwart dan vandaan? In elk geval, soms vertelt die stem ons wat er om ons heen allemaal gebeurt.  Het gaat dan over kuddes die ons passeren, ze duwen metalen dingen vooruit. Ze komen in alle vormen, groottes en kleuren voorbij. Sommige van deze creaturen zijn luider dan anderen, de stem vertelt ons dat de kleinsten overigens het meeste geluid produceren, speciaal vind ik dat.    Soms twijfel ik aan de info die we op deze manier krijgen, want hoe weten we of de stem het beste met ons voorheeft? Of het effectief komt van iemand die kan zien en of die daarover de waarheid vertelt? Soms zou ik willen dat ik iemand in vertrouwen kon nemen om deze bezorgdheden mee te bespreken, maar ik weet niet wie er hier nog allemaal is en of het een bondgenoot of een vijand zou zijn. Ik weet wel dat ik niet alleen ben, maar voor hetzelfde geld ben ik de enige die niets ziet en houdt iedereen hier om me heen me voor de gek. Maar wat hebben ze daarmee te winnen, natuurlijk? Weer zo’n gedachte die ik moet koesteren om niet helemaal door te slaan.    Onlangs werd ik door een onbekende kracht omhoog getrokken, de stemmen klonken luider van daar. Ik voelde de druk van de grip die iets -dat ik niet kon zien en dus niet beter kan benoemen- op me had op enkele plaatsen, alsof iets me wat ineen kneep. Het duurde echter niet lang, al snel stond ik terug op mijn plaats, in het rijtje tussen mijn bondgenoten.  Bij het terugzetten moet er iets misgelopen zijn, want ik voelde ineens iets in mijn zij prikken en er kwam wat licht tevoorschijn. Eerst een stipje, maar de opening werd iets groter en ik voelde de grond onder mijn voeten nog steeds niet. En toen dat wel zo was, had er zich al een hele kier licht gevormd voor mijn ogen. Ik kon er net door naar buiten kijken.    Ik zag de passanten, de metalen dingen, de maten en kleuren en groottes van de creaturen zoals de stem me had verteld. Ik hoorde dat de kleinste wezens effectief het luidste waren, vooral als iets teruggezet werd op zijn plaats, in plaats van in het metalen ding. Ik zag dat we omringd werden door allemaal verschillende dingen, die telkens in groepjes bijeen stonden. Sommigen konden ons zien, anderen waren net als (de meesten van) ons verblind. De passanten zee kwam stilaan tot rust en het leek eb te worden. De laatste jeans-stokken liepen voorbij en het werd rustig. En donker. Even was ik in paniek. Zou ik weer blind zijn?    Met de passanten stierf ook het geluid weg. De stem begon aan zijn verslag van de tijd die intussen gepasseerd was. Voor het eerst sinds ik hier was kon ik het verhaal volgen, ik voelde een warm gevoel van trots in mijn borst, er viel een geruststellend gevoel als een laken om me heen, want de stem had al die tijd de waarheid tegen ons gesproken. Vervolgens overviel me ook een ander gevoel: een nieuwe angst, want wat moest ik nu doen? Toegeven dat ik ook ogen gekregen had? Of afwachten wat deze nieuwe kracht voor me zou kunnen betekenen?    Van waar ik stond kon ik de stem niet zien. Ik zag alle anderen in de ruimte (als het niet zo donker was), maar ik wist eigenlijk niet hoe de stem eruit zag, of eender wie van onze selectie, eigenlijk. Ik wist nog helemaal niet wàt we waren.    Ik dommelde in en sukkelde voor het eerst in een diepe, vredige slaap. Voor het eerst had ik het antwoord op zoveel van mijn prangende levensvragen met eigen ogen kunnen waarnemen, ik wist nu wie te vertrouwen was en dat ik vanaf nu ook voor mezelf zou kunnen zorgen. Het was ook de eerste keer dat ik droomde in beelden, en niet enkel in geluiden en donker.    Daarna ging alles plots heel snel. Toen ik wakker werd (van een plots en uiterst fel licht, niet zo aangenaam als gewekt worden door het gefluister van m’n buren zoals anders), werd ik weer opgepakt en meegenomen door de ruimte. Ik hoorde een geklik en daarna voelde ik iets duwen en bleef er iets aan me kleven. Ik kreeg het er zelf niet af. In plaats van me terug te brengen naar de anderen, werd ik ergens anders neergelegd. In een bak vol dingen die allemaal niet op elkaar leken, op dat gele plakkertje na. Er stonden cijfers op.    De eerste wezens die binnen kwamen, begonnen al snel te rommelen tussen mij en mijn nieuwe buren. Het duurde niet lang of iemand nam me op en legde me neer in het metalen ding waar die creaturen blijkbaar nood aan hebben om zich te kunnen verplaatsen.  Heel wat geluiden en gepiep en geflits later werd ik volledig verblind toen de scheur vergroot werd. Ik kon ineens alles om me heen zien. Ik was in een ruimte die in de verste verte niet leek op mijn vorige verblijfplaats, al herkende ik wel een paar objecten.    Ik werd met mijn rug tegen de muur geduwd en toen losgelaten, van doodsangst sloot ik automatisch mijn ogen, maar ik bleef gewoon hangen.    De wezens gingen weg en lieten me alleen om kennis te maken met -wat ik aanneem- mijn nieuwe thuis. Al snel viel mijn oog op het mannetje boven het gat waar de wezens net door verdwenen waren. Hij zei niet veel en hing daar met zijn armen open, vastgemaakt aan iets met zijn rug, en dat in de muur. Zou ik er ook zo uitzien? Het was in elk geval de eerste keer dat ik me zo verbonden voelde met iets anders.   Er werd best vaak naar me gekeken, ik voelde me voor het eerst belangrijk. De wezens die me opgehangen hadden, bleven vaak voor me staan en keken me dan echt diep in de ogen. Om de een of andere reden waren ze dan altijd aan het prutsen aan die slierten op hun hoofd, of aan het wrijven aan hun gezicht. Ze lachten vaak naar me, maar soms leken ze ontevreden en kreeg ik het gevoel dat ze een peptalk of compliment van me verwachtten. Op andere dagen trokken ze dan weer een rare bek naar me. Soms hielden ze een raar machientje vast en bleven dan even als bevroren staan. Er waren zelfs momenten dat er uit dat toestel bliksem leek te komen.     ~ Het leven van een IKEA spiegel

annakdotes
83 5

Geurkaars

Ik kocht een geurkaars in de Aldi, zonder er eerst aan te ruiken. Dat is nogal een gok in ons huishouden, mijn lief is best gevoelig aan “verkeerde” geuren. Hij merkt elke verandering onmiddellijk op en kan sommige geuren -om een reden die mij vaak een raadsel is- niet luchten.    Bij thuiskomst dus wel even een moment van opluchting toen hij het deksel van de pot trok en zei dat het lekker rook. Mij was het te doen om de pot, waar ik stiekem al een tweede leven voor bedacht op de fietstocht naar huis.    De geur in kwestie? Herfstboeket.  Kan moeilijk nog vager he?! Eens kijken wat herfstboeket inhoudt:    Chrysanten, die besluiteloze liefdes geen dienst kunnen bewijzen, want voor ‘hij houdt van mij’, ‘hij houdt niet van mij’ zijn er toch echt wel te veel bloemblaadjes aanwezig. Dahlia’s, met blaadjes als opgerolde tongen, je weet wel, dat genetisch bepaalde trucje waarvan zeker al iemand weleens gevraagd heeft of je het ook kan. Zonnebloemen, die meedraaien met de zon en daarvoor resoluut kiezen om te focussen op het positieve, bloemen waar mensen als ikzelf bakken van kunnen leren. Rode rozen, die in de herfst niet veel te zoeken hebben, maar aanvulling zijn om het geheel romantischer te maken en het mooie herfstrood wat te vertegenwoordigen. Alstroemeria, de ietwat breekbaar ogende orchidee-in-een-kleurtje (en met patroon), die ik ook niet zou kennen als ik Google niet had, geen zorgen. Siergrassen om het geheel wat op te vullen en een natuurlijke uitstraling te geven (want gras is veel herkenbaarder voor een Vlaming dan de kleurenexplosie die we al bijeen geplukt hadden, waarom breken we anders jaarlijks de niet-gieten-bij-hittegolf maatregelen?). Hypericum, de decoratieve staccato om het boeket wat meer schwung te geven. De rood gekleurde bessen, die voorspellen hoe de bosbodems er binnenkort bij zullen liggen. Eikenblad en eucalyptus om wat extra aan te dikken, het jasje, de sjaal en handschoenen voor alle warme herfstkleuren, de herinnering dat na het vallen van de bladeren nieuw jong, groen, leven zal volgen.  Anjers, die wat lijken op een knutsel-sessie met papier-maché, voordat je naar de kust trekt om er een winkeltje te openen en schelpen als betaalmiddel te ontvangen.  Celosia, dat in tegenstelling tot wat je zou denken geen huidziekte, maar een kleurrijke, traanvormige, trots rechtopstaande plant is. Ook wel de hanekam van het bloemenrijk, kan er ook uitzien als de staart van een pauw, maar dan op een bloemsteeltje. Ziet er overigens ook uiterst aaibaar uit.  Andere ideeën voor kaarsen die ik ook eventueel in huis zou halen (indien in mooie pot verkrijgbaar uiteraard):   De geur van een zonnige zomerdag, de wind door je haren, jij op een go-kart op de dijk, de geur van gebakken wafels en pannenkoeken en de frisse zeelucht komt je tegemoet.  De geur van je kat als die net de hele dag buiten in de zon heeft liggen bakken, die toch ook een beetje blij is om je te zien, want zijn staartje komt onmiddellijk recht bij het horen van je stem, waarbij hij binnenkomt met zo’n typisch katten-keel-geluidje.  Zondagochtenden die een beetje ruiken naar brunch en zon. Vers gemaakt eten, geprepareerd voor jou door iemand die jou graag ziet, dat nog lekker warm is als het geserveerd wordt en vooral ook overgoten met quality time en toffe grapjes.  Het gevoel van de stralingswarmte op je koude huid als de open haard voor het eerst aan staat in huis.  Die uren die voorbij vliegen omdat je bij iemand bent die alles zo vanzelf laat gaan, iemand waar je tegen kan blijven praten of gewoon in stilte bij kan zijn, iemand die alle tijdsbesef van je wegneemt en klokken werkloos maakt.  Op reis met je favoriete persoon, of de zon van op reis, bundelen in een geurkaars, op elk zelf gekozen moment te herbeleven.  De eerste kus met je laatste persoon, die je anders dreigt te vergeten of toe te dekken met huishoudelijke taken, afwas, boodschappenlijstjes en rekeningen. Lakens die in de zomer buiten op de wasdraad konden drogen en dan op bed gelegd worden, de zachtheid op je huid, maar ook de geur van fris en buiten.  Eerlijk… Zoals reeds aangegeven koop ik ook alle andere geuren als de pot maar leuk genoeg is. 

annakdotes
2 0

Regenwolk

Ik loop intussen al 3 jaar rond met een regenwolk tattoo op mijn bovenarm. Ik beloof dat het verhaal positiever is dan de wolk doet blijken, en een mooie herinnering waar ik eigenlijk best graag over praat, gewoon spijtig dat dat gesprek altijd begint met: “oei, is dat niet wat negatief?”   Als je al eens in Skopje bent geweest, dan weet je dat er een grappig sfeertje hangt. De stad is een beetje het containerpark van Europa. De afgedankte rode dubbeldekker bussen uit Londen dienen er als openbaar vervoer. De Wall Street Bull van New York. De Arc de Triomphe. Nooit zag ik zoveel standbeelden bij elkaar, en dat in een stad met redelijk weinig reden om standbeelden op te richten, want welke bekende mensen uit Skopje ken jij? (Behalve moeder Teresa, maar daarvan heb ik dan weer heel weinig standbeelden gezien).    In 1963 werd de stad getroffen door een aardbeving die 80% van de hele stad verwoestte. De meeste toeristische attracties zijn dus relatief nieuw (en goedkoop gebouwd). Toch zit Alexander de Grote er trots op zijn paard, zwaard in de hand, een bronzen beeld van 13 meter hoog, op een sokkel van respectievelijk 10 meter hoog. En - zei ik daarnet “behalve moeder Teresa en Alexander de Grote”? - nee, want die is niet van Skopje he, maar wel de grootste bezienswaardigheid in de hele stad, en daarmee ook ineens de doorn in het oog van de Grieken - met wie de Macedoniërs nog steeds op vijandige voet leven. (Trouwens, nooit Noord-Macedoniërs zeggen, dat is het verboden n-woord, ja er zijn blijkbaar meerdere te mijden n-woorden, en die zijn bepaald door context vanaf nu).    Het project ‘Skopje 2014’ leverde niet alleen Alexander de Grote en hun eigenste Arc de Triomphe op, het was een grootschalig project om de stad wereldwijd aantrekkelijker te maken (en heel eerlijk: dat is echt kei hard gelukt, ik heb nog nooit zo gelachen op een city trip). Naast die beelden zijn er ook absurd veel leeuwen voor een land waar welgeteld nul leeuwen leven. Er werden ook enkele boten gebouwd in de stad, botels, die dan zouden kunnen uitvaren als de bruggen omhoog zouden komen, tof hé voor de toeristen, ware het niet dat de schepen te hoog gemaakt zijn en sindsdien nog geen enkele keer verplaatst werden. De schepen liggen naast de brug die modern, hip Skopje verbindt met een Griekse bouwstijl, gemengd met Romaanse elementen en mijn dure architecturale woordenschat is bijna uitgeput, maar eenheid is in elk geval geen ding in de hoofdstad van Macedonië. Misschien daarom dat gemengde (fruit)salades door anderen steevast “Macedonian salad” genoemd worden.    De restanten van protestacties van het volk zijn ook het vermelden waard, want naast gaten in de gevels van politieke gebouwen (kogelgaten? Of bekogeld met stenen?) zie je ook kleurverschillen die veroorzaakt werden door -jawel- eieren. The more you know.   Daar was ik dus, met wat reisgenoten. We hadden elkaar onderweg gevonden en Skopje uitgekozen als onze volgende stop. We boekten een airbnb (oorspronkelijk voor 2 nachten, maar het werden er vanwege voorgaande info 5). Op een dag worden we totaal onverwachts overvallen door een immense regenbui. We waren op dat moment in een museum en zoeken er dekking.    Weet je nog dat ik zei dat het heropbouwen van de stad goedkoop was? Dat konden we nu aan den lijve ondervinden, want na een tijdje kwam het regenwater zo van onder de deur binnengelopen. We werden intussen vergezeld door een koppel dat uitgerekend vandaag trouwfoto’s aan het maken was. Moest het voor hen niet zo spijtig zijn, dan waren we toen al beginnen schaterlachen.    Na een tijdje, en enkele liters water, begon het personeel het water toch maar te lijf te gaan. Daarvoor gebruikten ze (en ik verzin dit niet, zo creatief ben ik oprecht niet) borstels, echt, van die veegborstels met haren, geen aftrekkers ofzo. Twee mannen stonden tegenover elkaar en veegden elk om beurt wat water naar buiten, dat onmiddellijk zijn weg terug naar binnen vond, maar ze hielden dapper vol tot ook hun figuurlijke emmertje overliep en ze ons relatief vriendelijk vroegen om onze schuilplaats te verlaten en dus in de gietende regen ons plan te gaan trekken. En zo geschiedde…   Het was helemaal niet koud, dus we begonnen te wandelen richting ons huisje. In onze naïviteit hadden we het idee opgevat onderweg wel ergens een taxi tegen te kunnen houden die ons tot aan de deur zou brengen, maar eens onderweg hadden we al snel door dat er van dat plan niet veel in huis zou komen.    We passeerden auto’s die op verkeersdrempels wachtten tot de storm ging liggen, regenwaterputten die fungeerden als fonteinen en voetgangers die tot aan hun knieën in het water stonden. En we deden mee.    De verkeerstunnel was ineens tweerichtingsverkeer, wegens het onderlopen van een helft van de tunnel, taxichauffeurs schudden hun hoofden vol overtuiging naar ons als we oogcontact probeerden maken.   40 minuten hebben we gewandeld. Alsof we van het ondiepe naar het diepere water in zee wandelden, je benen vooruit slepend door de stroming. Het was hilarisch. Beste wandeling van mijn leven misschien wel. Gevolgd door een thuiskomst met pogingen om allemaal te drogen, kleren uit te wringen, op te warmen met warme drank.    Niet veel later verlieten we de stad, die op ons allen een diepe indruk nagelaten heeft, en trokken naar het Ohrid meer. Daar zouden onze wegen scheiden.   Het begon denk ik als een grap, maar ineens begon de Australische vriendin tattooshops te googlen en the next thing you know hadden we een afspraak de volgende middag. Een van ons lag al in bed, we hebben met de andere drie dan maar snel ontwerpen opgezocht want die moesten we zo snel mogelijk via mail aan de tattoo artiest in kwestie bezorgen.    De volgende middag stonden we na een iets drogere wandeling dan de voorgaande aan de voordeur van die shop. We waren er alle vier, hadden een volgorde afgesproken en al.  Eerst was de Ier van de groep aan de beurt, hij was ons proefkonijn want hij had al een tattoo dus dat vonden we maar logisch. We hadden op voorhand afgesproken dat als hij klaar zou zijn wij allemaal zouden zeggen dat we ons bedacht hadden.  Vervolgens was de Australische aan de beurt, want lang kijken zaait twijfel en angst, en zij wou er snel van af zijn. Ik was de derde, en de vierde persoon dat was mijn beste vriend, die ging het niet doen, had hij gezegd, hij lag namelijk in bed toen wij dit gekkenwerk in gang hadden gezet, dus waarom zou hij, maar uiteraard plooide hij onder de groepsdruk.    Voor ik op reis vertrok was ik met iemand beginnen sturen. Iemand die ik nog niet ontmoet had, maar onlangs nog eens een vraag had gesteld. Alsof hij het aanvoelde vroeg hij net als de Australische aan de beurt was wat mijn plannen die dag waren. Ik stuurde hem zonder meer uitleg een foto van de tattoo stoel. Waarop hij liet weten dat hij me toch terug zou volgen dan.    Zo’n 8 minuten later (het zal echt niet heel veel meer geweest zijn) waren we ineens allemaal een regenwolk rijker.    Niet veel later gingen we weer elk onze eigen weg op. Het was wel een grappig gegeven, een tattoo delen met iemand die haast niet verder van je zou kunnen wonen, een beste vriend en een Ier die je daarna vrijwel niet meer hoort.    Die vriend en ik kregen regelmatig de vraag of we elkaar al kenden voor we de tattoo lieten zetten, naast dit regenverhaal is mijn favoriete regenwolk gerelateerde verhaal: “wij hadden elkaar nog nooit gezien, maar we zagen de wolk en zijn zo aan de praat geraakt”.    Hoewel de wolk zo’n verhaal met zich meeneemt, is de mijne vrijwel nooit zichtbaar. Het is zelfs zo erg dat ik soms -bij het zien van de tattoo van die vriend- denk: “ik heb dat al eens ergens gezien”. Of dat ik schrik van mijn eigen arm als ik in bad zit. Bij mij leeft het idee al snel dat de tattoo niet af is. Ik breek er op verschillende momenten in de voorbije drie jaar mijn hoofd over hoe ik dat kan oplossen of loslaten.    Een week geleden zat ik opnieuw op de stoel van een tattoo artiest. De jongen die de vorige keer aan de andere kant van mijn telefoongesprek kampeerde, is nu degene die de foto’s trekt. Hij is de hand die meekwam om in te knijpen als het pijn zou doen. Hij is het die mee kijkt of de aanvulling die ik bedacht heb goed is of toch nog aanpassingen nodig heeft.    Sinds een week staan er twee mannetjes te dansen onder mijn regenwolkje. Want is dat niet waar het al de hele tijd om ging?  Dat het niet gaat over de hoeveelheid regen die je over je kop heen krijgt, maar het gezelschap waarmee je die regen trotseert, de gedachten die je onderweg hebt, naar welke richting je je hoofd laat hangen - omlaag, gefrustreerd, koud, boos - of omhoog, je hoofd in je nek laten hangen en elke regendruppel bewust op je gezicht neer voelen komen. Het gaat niet om het missen van de zon, maar het weten dat de zon in alle kleine dingen om je heen kan zitten, om het vinden van het mooie in de alledaagse dingen om je heen. In een regenputfontein, een eivlek op de gevel, een verkeerde borstel, een reisvriend die intussen moeder werd, een onbekende die je levenspartner werd.   Je hebt geen reden nodig om een standbeeld te maken, gewoon de goesting.  Je hebt geen open zee nodig om een succesvol schip te bouwen.   En soms kan het drie jaar duren om een tattoo af te werken, omdat je de persoon die met jou mee danst in de regen op dat moment nog niet ontmoet hebt.   

annakdotes
4 0

Ongeïnspireerd

Ongewassen. Ongekamd. Ongeïnspireerd. (Vandaag) Laat aan de koffie. Laat aan het ontbijt. Laat me ook maar eens gewoon met rust.    Gefrustreerd. Gedegouteerd. Gedemotiveerd. (Vanmorgen) Want de wereld bloedt. Want de ivoren toren doet niks. Wand beschadigd vanwege een futiliteit.    Huis gekocht. Huis geschilderd. Huis beschadigd. (Vanaf nu altijd?) Volgorde moet kloppen. Volgorde huisje - tuintje - boompje - kindje. Volg-de-(pik)orde in je omgeving.   Verenigd. Verdeeld. Verkeerd. (Al een tijdje) Eerst werk en geld. Eerst verbouwd. Heerst spanning en ongeduld en miscommunicatie.    Geforceerd. In een vorm geramd. Onnatuurlijk binnen de lijntjes kleuren.   Mijn gedachten horen niet in deze hokjesmentaliteit.  Mijn gedichten laten zich niet kneden in jouw ritme.    Ze bestaan niet louter om melodisch te klinken.    Ze razen rond door mijn hoofd en zoeken een uitgang die mijn stembanden niet belast. (Of betrekt, want we weten dat het daar mis zou kunnen lopen).  Die me niet in de spotlight zet, tussen mensen die hun meningen op hun gezicht uitdragen.   In het tweede middelbaar vertelde een leerkracht dat we vanaf 2001 spreken van het terroristische tijdperk.  En deze week loopt die zin rondjes door mijn hersenpan.    En nog een. En nog een. En nog een. Stop.   Stop met verdelen. Stop met de hokjes. Stop met het zoeken naar vijanden in plaats van bondgenoten. Stop met het normaliseren van het radicaliseren. Stop met het collectief vergeten van de geschiedenis, alsof we niet al tot over onze knieën in een nieuwe censuurgolf zitten.    Stop met slimme telefoons en domme mensen kweken. Stop met het niet luisteren naar kinderen, alsof zij niet degene zijn die met alle gevolgen opgezadeld zullen zitten.   Stop sokken, stop je kinderen onder na een hoopvol voorleesverhaal. Stop op de fles van Pandora, die nu ook geen hoop meer bevat, me dunkt?    Wring me in het knusse hoekje tussen je kin en schouder.  Wring me uit tot de bittere nasmaak van het wereldnieuws wegvloeit.    Wrik me los van het scherm. Wrijf me weer warm. Geef me weer vlam. 

annakdotes
3 0
Tip

Mens(elijk)heid

Het is maandag 15 september, 3 voor 6, en ik ben mijn vertrouwen in de mensheid een beetje verloren.    Ik heb het laatst gezien ergens tussen de plooien van de moord op de jonge Lisa op haar elektrische fiets.    Soms, tijdens het wandelen, overvalt me even de geur, alsof ik door een wolk heen loop en net dat stukje lucht had beslist om nostalgischer te ruiken dan de rest. Een geur die zoveel gevoelens terug naar de oppervlakte kan brengen, die soms sterker lijkt dan het menselijke brein of foto’s en filmpjes, dan gelijk welke andere zintuiglijke herinnering. Het ruikt naar betere tijden, solidariteit, luistervaardigheden en vertrouwen.    Ik vind het in de resterende kruimeltjes, reacties onder het zoveelste slechte nieuws van de week. Mensen die hun nek nog durven uitsteken, en dat niet enkel doen als er een groen kadertje rond hun profielfoto komt te staan, zoals ik, die enkel virtueel roept tegen goede vrienden, die allemaal sowieso al aan hetzelfde zeel trekken als ik.    Onlangs dacht ik het teruggevonden te hebben. Zoals ik vroeger kledingstukken kwijt kon spelen op mijn slaapkamervloer, en die dan herkende aan hun kleur, dat ene hoekje dat buiten de rest uit kwam, naar adem snakkend, en zo z’n positie verraadde - waardoor ik dan vond dat ik tegen mijn moeder mocht zeggen dat ik orde in de chaos zag.   Het was van korte duur, want naast de genocide in Gaza die intussen al zo lang onbestraft door kan gaan - word ik nu ook bestookt met beelden uit Soedan, die we al zo lang negeren. En ik denk even terug aan hoe snel mensen hun deuren openden voor de vluchtelingen uit Oekraïne, en ik aan die sterke, Afrikaanse vrouwen die ik al 2 jaar begeleidde in Brussel, moest uitleggen dat dat niet voor hen was, dat zij goed zaten in hun asielcentrum in Jette.    Er komt nog een zwarte bladzijde bij in mijn mentale krant - burn-outcijfers lagen nog nooit zo hoog, iets dat mijn generatie treft, in eigen land deze keer. Zou het misschien iets te maken hebben met het kleine schermpje dat ik vasthoud en waarop ik dit bericht lees? Het feit dat er geen uitknop meer is voor de miserie van de wereld - waar altijd iemand wakker is om een mes te trekken in de bus, in te rijden op een massa mensen, de loop van z’n geweer te richten op een (vriend van een) president, of een school vol kinderen?    Zouden we pepperspray legaliseren - lost dat niet alles op? Op ‘t moment dat ik die vraag kan lezen op datzelfde schermpje, verblijft de zoekopdracht “pepperspray kopen België” al enkele dagen in mijn zoekgeschiedenis. In de woorden van die ene vrouw in de comments: “Liever illegaal bezig dan dood, niet waar?!”.    We kochten dit jaar een huis, een mooie fietsroute verwijderd van het station. Ideaal! Geen al te drukke baan, in ‘t groen fietsen, tof, toch? De eerste goedbedoelde opmerking kwam al enkele dagen na de verhuis: “Ga je daar nooit fietsen als het donker is?”, het is dan beter om langs de drukke baan te komen, waar vrachtwagens rakelings langs het fietspad voorbij razen. Het was pas enkele dagen later dat ik mijn tegenvraag gevonden had: “Hebt gij voor uzelf ook schrik op dat pad, of is dat enkel voor mij dat dat geldt?” (en je mag van mij nu zelf eens raden wat het antwoord was).    Het is maandagavond, 12 na 6, en ik ben mijn vertrouwen in de mensheid een beetje verloren. De laatste keer dat ik het gezien had, was het volgens mij in ‘t rood gekleed. Op weg naar Brussel, met de Palestijnse vlag vast, omringd door een rode zee, deinend op de golven van hun gemeenschappelijke empathie.   Is ‘t niet vermoeiend om altijd voor alles en iedereen empathie te hebben? En hoe ver zou die empathie moeten reiken? Gaat het dan over afstand (dus ik geef wel om Europese problemen, maar that’s it!) of is het eerder leeftijdsgebonden (ah, het slachtoffer was geen kind, tant pis!), of gaat het over andere getallen (‘t was gelukkig maar 1 slachtoffer, morgen zijn we dat alweer vergeten). Is ‘t politiek gekleurd (‘t was een Republikein, pro-life, hij zei zelf letterlijk dat er soms slachtoffers zullen moeten vallen om het Second Amendment in stand te kunnen houden, but that’s the price we pay). Is ‘t dan goed te praten omdat het zo ironisch is, of toch niet?     Het is maandagavond, 15 september. Er zit een baksteen in mijn maag.    Ik leef snel mee met mensen, heb graag diepgaandere gesprekken met mensen.  Ik heb intussen al een paar dagen schrik om gesprekken de politieke toer op te laten gaan. Ik ben van mijn instagram verslaving af aan het geraken, en de reden is gewoon de wereld zelf. Mag ik alstublieft nog eens een kattenfilmpje zien? Of een recept opslaan dat ik nooit klaar ga maken? Een koppel dat een bus ombouwt tot een huis op wielen, terwijl ik niet eens een rijbewijs heb. Een filmpje met tips om speelgoed voor baby’s zelf te maken - ook al heb ik geen kinderen?    Hoe komt het dat ik mij nu al druk moet maken over het feit dat als ik er ooit een zou hebben, die ongevraagd filmpjes zullen zien van steekpartijen, shootings en verkrachtingen? (om nog maar te zwijgen van de optie dat ze één van de sterren van het filmpje zijn!)  Waarom heb ik mijn hypothetische kinderen nu al het recht op een smartphone moeten ontzeggen, zonder ze ooit de kans te geven er verantwoord mee om te springen? Of zijn smartphones tegen dan zó 2025 en keren ze terug naar de eenvoud? Zouden ze mij vragen om hier samen een moestuin te beginnen en zelf alles van scratch te maken (ik heb daar al heel wat filmpjes voor opgeslagen, dus ik ben er wel klaar voor!)?   

annakdotes
94 2

Vriendschip

Meer dan een jaar geleden maakte ik het uit met een vriendin.  (Al klinkt dat een pak volwassener dan hoe ik het aangepakt heb).   Ze is er altijd voor mij geweest, altijd. Toen ik mezelf totaal verwaarloosde, nam zij alle zorg op zich.   Ze zorgde ervoor dat ik at,  ze sleurde me het huis uit,  ze zette me weer aan het lezen,  ze zette warme koffie,  stelde me voor aan nieuwe vrienden,  nam de gamenights over toen mijn huis daarvoor geen plaats meer was,  ze leerde me ontspannen in een wellness en yoga studio,  ze liet me vertellen.   Het was zo’n vriendin die mensen voor jou haat. Omdat ze jou kwetsen,  omdat ze jou negeren,  gewoon,  omdat ze raar naar je keken.    Ze bracht me het mooiste cadeau dat ik ooit zal krijgen,  mijn eerste kat.    En een jaar later mijn tweede.     Toen onze vriendschap op volle toeren draaide, vertrok ik op reis. Naar mezelf, maar vooral heel ver weg van alles hier,  en een poging tot ver van mezelf ook denk ik. Ze bleef achter, en ze wachtte.  En ik kwam terug, en ik ging weer weg,  en ik kwam terug, en ik ging weer weg,  en toen kwam ik terug. Maar ik was niet echt terug.  Ik was onrustig, en ik zat vast.  In mijn huis, in mijn hoofd, in dit land, in de knoop.   Ik moest terug aan het werk, ik moest weer leren wonen. Ik kon niet meer plannen, ik wou het allemaal niet horen.   Ze heeft altijd het hart op de tong gehad. Denk dat het enige nadeel daarvan is  dat je woorden zo geen tussenstop in je hoofd moeten maken. Haar opmerkingen kwamen hard aan.  Waar ik vroeger geen antwoord gaf, deed ik dat intussen wel. Nooit gemeen, maar ze had nooit het vel gehad waar zoiets gewoon af gleed.    Ik had gehoopt na al die tijd samen met mijn opmerkingen  warmte uit te kunnen stralen in plaats van oordeel, maar dat was niet zo.   Haar zoveelste opmerking liet een wonde achter die er nog steeds zit. Ik gaf geen antwoord, maar ik stond op en begon in te pakken.   Herinneringen die ik wou houden, momenten om te koesteren. Souvenirs en verhalen, recepten die we samen maakten, allemaal in de tas.     De dynamiek veranderde.  Ik herkende een patroon. Een sleur waar ik mezelf uit gedwongen had  en nu terug in meegezogen werd.   Het was zo’n warme vriendin.  Een geweldige bondgenoot. Een waarmee je aan de startlijn wilt staan. Een waarmee ik de eindstreep niet haal.   Omdat ik te hard gewerkt had om in kringetjes te blijven gaan.   Omdat ik mezelf echt aangeleerd had geen verstoppertje meer te spelen met externe factoren. Excuses zijn gemakkelijk bedacht,  maar moeilijk af te schudden.   Ik verkleed me niet meer in  “het was niet mijn fout”,  “maar iedereen was gebuisd”,  “die haat mij gewoon”  maar kijk mezelf in de ogen, voor de spiegel.   Het was een mooie vriendschap,  waar ik veel uit geleerd heb,  (ook hoe sommige bochten voelen, wanneer je je erin blijft wringen, ik wist niet dat het zo’n uitdaging kan zijn om niet dezelfde love language te hebben als iemand die zo dicht bij je staat) en die ik altijd zal koesteren.   Ze kwam op het perfecte moment.   Ik kan me niet inbeelden wie ik zou zijn als zij me niet opgeraapt had.   Maar sommige liedjes eindigen met een fade-out,  en sommige vriendschappen volgen hun voorbeeld.   Ik kan niet zijn wie je nodig hebt.  Niet nu we op totaal andere golflengtes verder gaan.      En ons vriendschip zinkt. Het anker hangt nog uit en jij bent nog niet klaar om het op te trekken maar ik wil vooruit.   We geraken er samen niet meer uit. Met sommige mensen kan je zo goed samenwerken in noodsituaties. Maar als de storm gaat liggen,  weet je je ineens geen houding meer.   Angst maakt veel in mensen wakker en soms gaat niet alles terug slapen.   Soms zijn mensen meer aan elkaar gebonden  door context dan grond.

annakdotes
1 0

De geur van eenzaamheid

Wat zou de geur van eenzaamheid zijn? De afwezigheid van een andere lichaamsgeur die zich met de jouwe kan vermengen? De geur van vers gemaakte soep, zonder iemand om die mee te delen?  Of de geur van Aïki noodles om 21u, omdat je het voor jezelf alleen niet kan opbrengen om een feestmaal op tafel te toveren? Zouden het de geurkaarsen zijn die je voor jezelf kon kopen zonder voorafgaande discussie met iemand anders die in dezelfde geur zou moeten zitten? De geur van leegte?  Hoe ruikt die?  Misschien is het de geur van bbq, vanuit je cocon waar te nemen, wetende dat je niet mee kan aanschuiven aan tafel.  Kan je die in woorden gieten of is het iets dat je zelf moet waarnemen?   Hoe zou het geluid van eenzaamheid klinken?  Is het de loutere afwezigheid van gezellige, huiselijke geluiden om je heen?  Of net het opdringerige van omgevingsgeluiden die eigenlijk aan de achtergrond toebehoren, maar wegens gebrek aan concurrentie meer ruimte innemen?  Het getik van een secondewijzer.  Het gekraak van planken die zich zetten.  De wind die door de bladeren ruist.  Of is het eerder het voorbij ruisen van wagens op de snelweg? Ik hoor geregeld dat stilte oorverdovend kan zijn, kan het die dingen dan wel zijn? Oma vertelde me dat ze na de dood van opa haar televisie dagenlang aan liet staan, zodat ze mensen kon horen praten.  Is eenzaamheid beseffen dat niemand het tegen jou heeft?   Wat is de smaak van eenzaamheid? Is het bitter, denk je?  Of kan het met momenten ook zoet zijn? Is het een zure appel waar je doorheen moet bijten, en wat wacht er je dan op aan de andere kant? Ik denk spontaan aan gaan zwemmen in zee.  De golven onderschatten en liters zout water binnen krijgen.  Aan hoe onaangenaam die ervaring is.  Hoe je volledig overdonderd bent, buiten adem. Met een vieze smaak in je mond achterblijft. Proestend.  Is dat de smaak van eenzaamheid?    Hoe ziet eenzaamheid eruit?  Heeft het vochtige randen om de ogen?  Een rode neus van het verdriet dat een weg naar buiten zoekt? Een ader op het voorhoofd van de ingehouden boosheid? Heeft het koude handen?  Laat het het hoofd hangen? Buigt het altijd wat voorover,  moedeloosheid af te lezen op de schouders? Heeft het verzorgd haar, of knopen van de gestaakte zelfzorg, uitgroei of gespleten toppen? Een grijzige, grauwe huid? Wallen om de ogen heen?    Wat met de eenzaamheid die je voelt in iemands gezelschap? Want snijdt die niet het diepst? Hoe je beseft dat je visie, idealen en doelen niet gedragen worden door de ander.  Wat met alleen, maar helemaal niet eenzaam.  Hoe zou dat ruiken, klinken, smaken, eruitzien?  Is het kleurrijker, veelzijdiger?  Wiegend op het ritme van het lied?   Hoe tijdelijk is eenzaamheid? Hoe vaak weergalmt die secondewijzer? Hoeveel minuten televisie blijven onbekeken,  gewoon om de boze geesten te verjagen?   Gaat eenzaamheid in stuiptrekkingen,  met fantoompijnen gepaard? Kan je maar eenzaam zijn als je tweezaamheid hebt gekend?    Hoe leg je het uit aan iemand die het niet zo diep voelt kruipen.  Die het niet voelt knagen, op de meest onverwachte momenten.   Is dat misschien de sleutel, denk je. Verjaag je het door het een naam te geven?  Versla je het door het te ontwapenen?   Zoals Repelsteeltje. 

annakdotes
2 1

Kintsugi

Ik las in de nieuwjaarsbrief van een Facebookvriend over Kintsugi, een Japanse techniek om scherven aan elkaar te lijmen, met een zichtbare gouden rand. Hij schreef over halfvolle glazen, en halflege, en hoe een gebroken en gelijmd glas groter is dan een glas dat nooit kapotgegaan is, en hoe mooi hij dat vindt. Wat een idee, inderdaad, om onze barsten te vieren en tentoon te stellen in plaats van zo krampachtig te blijven beweren dat er niets aan de hand is. En zou een gebroken hart groter zijn dan een waar nooit iets mee gebeurd is? Het is misschien wel voorzichtiger, het laat je minder gemakkelijk toe, maar als je door die barsten heen je weg naar binnen kan vinden is het des te waardevoller.  Ik denk aan de slag om het hart van mijn lief. Dat was nog niet helemaal gelijmd, en al helemaal niet in een zichtbaar goud. Ergens logisch dan dat ik mij zo bezeerde aan de randen van die verschillende brokstukken. Ik bleef zoeken naar kiertjes en mocht soms wel dichterbij komen en dan ineens helemaal niet meer (x3 zoals Usher zou zeggen).  Waar die barsten mij toen parten speelden, ben ik een jaar later dankbaar dat ze er zijn. (We zijn intussen tenslotte allemaal tweedehands, maar daardoor zoveel zekerder van wat we wel en niet willen of aankunnen). Want nu weet ik waar ik aan toe ben, ik ben niet zo naïef als toen ik mijn eigen hart voor het eerst in stukken uiteen zag vallen, hij verwacht geen wonderen van mij en ik ben al onder de indruk van het feit dat hij een ei kan bakken (al gebruikt hij daarvoor wel te veel kruiden), (de lat ligt na vorige situaties een pak minder hoog).  Dus ik pak mijn gouden pot en verf over al die lijmranden. Ze zijn de reden dat we zijn wie we vandaag zijn, dat we elkaar vinden en begrijpen en soms ook totaal niet maar dat dat ook oké is. De gaten die er nog in zitten, de missende brokjes, daarvan geloof ik graag dat ze in een ander hart de boel helpen samenhouden. Van iemand die ons nauw aan het hart ligt, of in het verleden woont, en daar mag nestelen. Ik denk aan mijn brokjes die aan verschillende kanten van de Gentse stadsmuren en oceaan verder leven. Zo ver van huis en tegelijk ook thuis. Lang leve de breekbaarheid en veerkracht van de mens.  En die halflege (al dan niet gebarsten) glazen, zoals die van mezelf, die plaats ik strategisch onder mijn gedachten-regen. Zo kunnen ze binnenkort overlopen en de grond eronder en ernaast helpen bloeien. 

annakdotes
4 0