Lezen

Brievenpost van Dinges | Aan mijn krantenbezorger

Geachte krantenbezorger Laat me beginnen met een bekentenis. Deze brief voelt een beetje vreemd aan, want ik ken u niet persoonlijk. Noch van naam, noch van gezicht. U bent zo'n beetje als de onbekende soldaat in Brussel. Maar u leeft godzijdank nog en ik wens u vooral een lang en gelukkig leven.  Onze samenwerking is vanaf het begin stroef verlopen. Zeer stroef zelfs. Het begon allemaal begin dit jaar, toen het krantencontract naar een nieuwe speler op de markt ging. De krantenbezorging draaide vanaf toen vierkant.  Het was telkens het onderwerp van gesprek in de buurt. Ook mijn buurman Gust verscheen elke ochtend aan zijn brievenbus. "Heb jij de gazet gehad Gust?" "Nee, alleen de sport." Daarna kwam mijn andere buurman Omer naar buiten en die vertelde dat hij mijn krant had ontvangen. Waar zijn krant naartoe was, wist niemand.  Het zorgde wel voor gezellige babbels, dat moet ik toegeven. Zo kom je in de buurt nog eens bij elkaar. Maar ondanks al die gezelligheid kwam er voor de krantenbezorging geen oplossing uit de bus. In het weekend kreeg ik de bijlage niet en een andere keer ontving ik een Hollandse gazet. De ellende bleef duren.  Maar zoiets mag natuurlijk niet. We betalen er tenslotte voor. Wat heb ik liggen bellen met de abonnementendiensten van mijn kranten. Kranten, inderdaad, want in het weekend heb ik er twee. Afijn, als ze arriveren natuurlijk.  Telkens waren er heel wat wachtenden voor mij aan de telefoon. Waarbij wellicht Gust en Omer, want die zaten ook nog volop in de krantenellende.  "Weet je wat?", zei ik tegen mijn vrouw. "Ik ga de bezorger 's morgens opwachten. Dan is het zo geregeld." "Niks van", zei mijn vrouw. "Ik zie u daar al staan of zitten." Ik had inderdaad een klapstoeletje van zolder gehaald. Ook had ik een oude thermoskan gevonden, voor de koffie, want ik had mijn plannetje met Gust en Omer besproken. Zij deden mee. "Wat moeten de mensen wel niet denken, als gij daar om zes uur 's morgens bij de brievenbus zit. Ze gaan denken dat ge zot zijt."  Dat werd dus niks. Maar kijk, de aanhouder wint. Ik kreeg, al zeg ik het zelf, een geniaal idee. Mijn oog viel plots op de post-its die we wel eens op de koelkast plakken, als we iets niet mogen vergeten in de winkel.  Ik verklapte deze keer mijn plannetje niet, maar ik ging 's avonds, terwijl ik met onze Bobby nog wat ging wandelen, eerst naar de brievenbus. Daar kleefde ik een post-it op de brievenbus met de naam van de krant die in mijn brievenbus moest belanden. En op vrijdagavond schreef ik er twee titels op. Met telkens een 'bij voorbaat dank' erbij. Ik deed er nog wat plakband over, want je weet hier nooit met die wind.  De volgende ochtend ging ik blij als een kind in mijn pyjamabroek en met een verfrommeld T-shirt naar de brievenbus. Zo stilletjes mogelijk. Wat bleek? Het had gewerkt. Ik had de juiste en een volledige gazet in mijn brievenbus. Sindsdien is het niet meer fout gelopen. Onze samenwerking verloopt nu perfect. Post-its plakken is zelfs niet meer nodig.  Al snel namen Gust en Omer mijn tactiek over en sindsdien heeft iedereen terug zijn eigen gazet. Als ik ’s morgens aan de brievenbus sta, hoor ik Gust al vloeken op de president van Amerika, terwijl hij in de keuken over zijn krant gebogen zit. En Omer foetert op zijn voetbalploeg als ze weer eens hebben verloren. De tijden veranderen natuurlijk. Vroeger kende je de postbode persoonlijk. Bij mijn ouders kreeg hij met nieuwjaar nog een borrel. En er zijn nog van die dinges. Niets blijft hetzelfde.  Als ik tegenwoordig mijn krant lees, zie ik dat er in de wereld veel fout loopt. Dan is het goed dat er tenminste nog iets goed loopt, zoals de krantenbezorging.  Daarvoor wil ik u bedanken. Ook al ken ik u niet persoonlijk. Merci.  Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting,  Désiré Dinges  PS: ook een dikke merci van Gust en Omer.

Désiré Dinges
1 0

Obama Hip Hip

    Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,vvHoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera, ,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,vvHoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera,Hoera, Hip Hip? Opeens werden de leugenaars, SJOEMELAARS, bedriegers, OPKOPERS, omkopers, . Samen met de hypocriete christelijke verenigingen  die ook wel eens kinderverkrachters genoemd worden "we zijn tegen sex voor het huwelijk maar onze geliefde TRUMPIE  mag alles"  en andere religieuze verenigingen. De anti-abortus groepen ook wel eens vrouwen moordenaars genoemd. WAKKER. Ze werden 1 in de strijd.   ******************************************************* encyclopedische mens

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
7 0

De machine en diens mens.

De samenleving waarin ik geloofde. Ik groeide op met het idee dat onze samenleving (met haar organisaties, wetten en instellingen) gebouwd was om de individuele mens te ondersteunen. Ik zag de wetten als bescherming van de gezondheid en belangen van de bevolking, zelfs wanneer die wetten over gevoelige of verdeelde onderwerpen gingen. Zelfs wanneer ze de individuele wil moesten overstijgen om recht te doen aan collectieve beginselen. Ik zag politiek als het overlegorgaan van dat systeem: een plek waar de stem van uiteenlopende groepen samenkwam om wetten te vormen, zodat we met al onze verschillen toch een gedeelde structuur konden behouden, gebaseerd op menswaardigheid, vrijheid, veiligheid en verantwoordelijkheid. Ik zag overheidsinstellingen als middelen ten diensten van diezelfde principes. Ik zag burgers als zelfbeschikkende, menswaardige individuen. Ik zag economie als een instrument, en geen doel op zich  Maar een systeem om welzijn en welvaart te waarborgen,  en het mens-zijn van elk individu en van de samenleving als geheel te beschermen. En ik zag bedrijven, werkgevers en werknemers niet als tegenpolen, maar als co-creatieve partners binnen datzelfde weefsel. Samen verantwoordelijk. Samen ingebed in dezelfde fundamentelen waarden en normen. Tegelijk werd ik opgevoed met het idee dat zelfbeschikking niet enkel een vorm van vrijheid is, maar ook een vorm van toewijding: aan jezelf, je keuzes, en de impact van je gedrag op anderen. Ik leerde dat rechten als burger niet vrijblijvend zijn, dat ze gepaard gaan met plichten en met het vermogen om binnen de wetten van de samenleving te functioneren, zolang die wetten zelf ook de waarden van diezelfde samenleving belichamen. Ik begreep ook dat mensen verschillen: in inzicht, in kunnen, in oordelen, in groei, in de manier waarop ze dingen beleven. Maar juist daarom geloofde ik dat de overheid een pedagogische taak heeft: om te vertalen, om toegang te creëren, om kaders te bieden. Zodat elke burger, ondanks diens kwetsbaarheid, toegang behoudt tot de beleefruimtes van autonomie en menselijke waardigheid. Niet als gunst. Maar als fundament.     --- Ik geloof dat welzijn het fundament zou moeten zijn waarop alle andere structuren rusten.Niet als luxe, maar als logische voorwaarde voor duurzame waardecreatie.Wanneer systemen ontworpen zijn om output te maximaliseren, in plaats van mensen te dragen, ontstaat onzichtbaar verlies: verlies van energie, van geloof, van tijd, van mentale veerkracht en van betekenis.We spreken over arbeidsmarkt, maar vergeten: arbeid is mens.Als welzijn wordt weggeschreven als “persoonlijke verantwoordelijkheid”maar de structuren zelf die verantwoordelijkheid ondermijnen, dan spreken we niet meer over falen.Dan spreken we over een vorm van collectieve dissociatie.  

Kakofoon
5 0

UW SOCIALE ZEKERHEID.

  Een arbeider wordt 50 % afgehouden van zijn inkomsten voor zijn deelname aan de sociale zekerheid.Een ambtenaar wordt 40 % afgehouden.Een zelfstandige 4 % .De arbeider krijgt het allerlaagste pensioen van West-Europa.De zelfstandige krijgt daarnaast een onbeperkte mogelijkheid om via zwart geld en buitenlandse rekeningen, waarop weinig of niks controle is, een fortuin te bezitten.Daarbij weigeren Vlaams-nationalisten meer sociale woningen te bouwen.  Vlaanderen bezit 4% sociale woningen,  Nederland, Duitsland, Frankrijk, hebben 25 % sociale woningen.Zodat de geplunderde arbeider verplicht wordt in woningen te wonen in het bezit van zelfstandige en vrije beroepen. Die 4% betalen aan de sociale zekerheid. De Vlaams-nationalisten zijn daaronder huisjesmelkers geworden in dienst van corrupt Vlaanderen.Mijn vraag: Waar zijn de vakbonden?De zwart belastingvrije inkomsten gingen vroeger naar Luxemburg.  Nu gaan ze naar het eiland MAN. Dit eiland staat onder de bescherming van de Londense city zoals u weet is de city een apart identiteit met een eigen operette legertje die jaarlijks in Londen paradeert maar belangrijk MET EIGEN WETTEN. De belastingvrije gelden zijn zeer goed beschermd. Die gelden worden gebruikt om krijgsheren in Afrika te ondersteunen als die aan de macht komen krijgen de Londense city   contracten om het Afrikaanse land te plunderen. Daarnaast krijgt dat Afrikaanse land officiële leningen om nutteloze projecten te financieren, leningen die het Afrikaanse land nooit kan afbetalen. Enige jaren terug zei een kopstuk van de socialisten op het middagnieuws op de radio: "In Deurne staat een stampvol vliegtuig van de Vlaamsche luchtvaartmaatschappij V.L.M. klaar om naar het eiland MAN te vliegen". Een wekelijkse vlucht. Op het eiland MAN is er niks, alleen stampvol banken. Op het avondnieuws was daarvan niks te horen. https://www.youtube.com/watch?v=ODlAf_6mHRs

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
10 0