Ik wil de traagheid
bezingen
want altijd
brengt het verspringen
van de secondewijzer melancholie.
Ik wil de traagheid
beminnen
en laat
de muzen uit het
verleden mijn heden verzinnen.
Terwijl ik de uren zie verdwijnen
en de dagen vergrijzen,
klaag ik het voorbijgaan
aan.
Ik schreeuw ‘neen’!
Tegen de tijd
die ons bedriegt
tegen de tijd
die steeds sneller wegglijdt
maar dat niet opbiecht.