Ik hou van de zee die zich 's ochtends
rimpelloos voor me uitstrekt, meer nog
als de middagbries opsteekt: zo ongeveer
moet schaterend water klinken. 's Avonds
van het schip waarmee geen land meer
te bezeilen valt. Van het bootje van papier
waarop ik dicht, wanneer mama zich
naast jou op dezelfde golflengte legt.