M. van Muze

Gebruikersnaam M. van Muze

Teksten

Nylondraad en worst

Onlangs kocht Koen een paneel van de oude aluminiumbekleding van het Atomium, de wonderlijke constructie gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel, die enkele jaren geleden volledig gerenoveerd werd. Hij ziet er op termijn een uitstekende geldbelegging in. Alleszins stukken beter dan de in 2008 gekelderde Fortis-aandelen.  Koen wil het paneel in zijn woonkamer ophangen. Omdat hij deze klus moeilijk in zijn eentje kan klaren, doet hij een beroep op de hulp van Marcel, zijn vader, eerder knoeier dan knutselaar, maar steeds bereid om te helpen. Die knoeier zal om te beginnen voor het nodige materiaal zorgen: een schroeven-draaier, pluggen, krammen en ijzerdraad. Als milieubewust consument trekt hij te voet naar "De Nieuwe Ijzerwinkel", een zaak van standing die al verschillende decennia nieuw staat te wezen in de Stationsstraat te Kapellen. De aankoop verloopt allesbehalve vlot. De schroevendraaier is uit voorraad. De pluggen zijn te lang, de krammen te kort en ijzerdraad wordt uitsluitend per rol van vijftig meter verkocht, terwijl Koen slechts vier meter nodig heeft. Maar de zaakvoerder van "De Nieuwe Ijzerwinkel" geeft goede raad: gebruik liever  nylondraad, spotgoedkoop, makkelijk om mee te werken, even sterk en leverbaar per meter. Besloten wordt om de aankoop een week uit te stellen. Tegen dan zullen alle voorraden weer aangevuld zijn. Marcel speelt op veilig en stapt pas na veertien dagen naar de zaak van standing, waar een lange rij klanten hem voorafgaat. Wanneer hij vijfentwintig minuten later eindelijk aan de beurt komt, loopt het toch weer mis. Gefrustreerd door het lange wachten en lichtjes verstrooid roept hij, veel te luid: "Geef mij vlug vier meter nylondraad, dan kan ik eindelijk mijn zoon gaan ophangen."  De omstanders reageren verschrikt. De zaakvoerder vraagt zich af of hij meteen de politie zal bellen. Iemand wil weten wat die zoon mispeuterd heeft. "Hoe komt u daarbij?" reageert Marcel. "Die jongen heeft helemaal niets misdaan! Wat staart iedereen mij toch aan? Vinden jullie het dan zo gek dat ik nylondraad wil kopen om er een paneel van het Atomium mee op te hangen?" Een pientere oude dame, met een voor haar leeftijd nog uitstekend gehoor en dito geheugen, is zo vriendelijk om eventjes letterlijk de bestelling te herhalen. Nu begrijpt Marcel waar al die commotie vandaan komt. Lachend zegt hij: "Mijn zoon ga ik beslist niet ophangen. Maar nylondraad wordt inderdaad wel eens gebruikt in thrillers, bij voorkeur om er domme blondjes mee te wurgen." "Daar weet ik niks van" reageert de zaakvoerder van "De Nieuwe Ijzerwinkel" met een uitgestreken gezicht. "Ik kijk nooit naar dat soort films, ze zijn veel te griezelig. Ik probeer alleen maar nylondraad te verkopen. Wat de klant er achteraf mee aanvangt, dat zal mij worst wezen. 

M. van Muze
0 0

Een onfortuinlijke treinwachter

Onderweg van Antwerpen-Centraal naar Brussel-Noord, met een klokvaste trein van onze onvolprezen NMBS, op één van die zeldzame dagen zonder stakingen, overviel mij het lumineuze idee om enkele limericks te componeren, aan de hand van de stationsnamen die ik onderweg zou tegenkomen. Toen ik een net voltooid exemplaar met Hove als vertrekpunt herlas, om eventuele spellingfouten te corrigeren, schoot ik luidop in de lach. Het hield niet meer op. Ik bleef maar lachen.  We reden met een slakkengang, zelfs de NMBS onwaardig, tussen Kontich en Duffel, bekend voor zijn gespecialiseerd Psychiatrisch Centrum. Op dat eigenste ogenblik deed de treinwachter van dienst zijn zoveelste ronde. In hoge mate verontrust door mijn onbedaarlijk gebulder vroeg hij me zeer hoffelijk of hij misschien een ambulance moest oproepen, zodat ik linea recta kon afgevoerd worden naar ...  Juist, u weet wel waar. Ik gebaarde dat het niet nodig was en slaagde er met veel moeite in mijn vervoerbewijs te tonen, waarin hij mateloos geïnteresseerd leek. Wellicht een onschuldig voorbeeld van beroepsmisvorming.   Enigszins tot rust gekomen liet ik hem mijn limerick lezen: Van God los Een afvallige pater uit Hove die wou in geen God meer geloven een duif doemde op en scheet op zijn kop hij zei: niet alle heil komt van boven! Op zijn beurt werd de treinwachter het slachtoffer van een serieuze lachstuip, zonder enige twijfel veroorzaakt door de onfrisse praktijken van voormelde duif. Die zijn nog het best te vergelijken met wat de CEO's van onze grootbanken bij de kleine beleggers aanrichten. Bij een duif schijnt dergelijk gedrag - dat voor een bankier toch wel uit den boze is - dagelijkse kost te zijn. De onfortuinlijke treinwachter hield niet op met lachen en gieren. Dat begon zowaar op sterk afwijkend gedrag te lijken. Dus vroeg ik hem of ik, per GSM, niet meteen een ziekenwagen zou bellen om hem stante pede aan de goede zorgen van de psychiatrie toe te vertrouwen. Hij bleef me het antwoord schuldig.  De trein was intussen gestopt in het station Duffel en de trenwachter strompelde naar buiten om de veiligheid van de in- en uitgaande reizigers te waarborgen. Daarop ondernam hij een krampachtige poging om een fluitsignaal te produceren, waarna hij vergat in te stappen, de deuren dichtsloegen en de trein zonder hem vertrok. Wat er van de arme man geworden is? Ik heb hem nooit meer teruggezien.

M. van Muze
0 0