Mijn naam is Ada
Mijn naam is Ada. Ik woon op de mooiste plek op aarde. Of nee, de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat mijn leven zich vlak ernaast afspeelt. Hoe dat paradijs eruitziet? Het lijkt wel een grot der wonderen uit de sprookjes van Duizend-en-een-nacht. Want hoewel het ontegenzeggelijk een fraai gebouw is, oogt het weinig uitzonderlijk. Het is een typisch negentiende-eeuws kasteeltje in neoclassicistische stijl, met een gekasseide oprijlaan en een zuidgericht terras. Daaromheen ligt een bescheiden arboretum uit de belle-époqueperiode.
Ik beschouw dit groene voorgeborchte als mijn territorium. Mijn thuis is de majestueuze mammoetboom, waarin ik al sinds vogelheugenis mijn nest maak. Zelf ben ik een ekster, of een Pica pica, zo u wilt. Met mijn zwartbonte verenkleed, inclusief metallic highlights, ben ik de meest ravissante dame uit de wijde omtrek, aldus mijn eega.
In de ogen van de mensheid is mijn soort steevast kop van Jut. Naar verluidt hebben wij dat te danken aan Rossini, de Italiaanse operacomponist. Laat mij ‘s mans frauduleuze verhaal over een stelende ekster voor eens en altijd de wereld uit helpen: wij zijn geen dieven! Ik heb een hartgrondige hekel aan zulke clichés. Toegegeven, wij zijn geen blinde vinken. Elke ongerijmdheid in onze biotoop zullen wij aan een kritische analyse onderwerpen, maar al wat wij daarbij categoriseren als zilvergoed of juweel laat ons verder blauwblauw. Wij hebben meer interesse voor lekkere hors-d'oeuvres of solide constructiematerialen voor een liefdesnest.
Ook ik ben een curieuzeneus, zij het eentje met een bijzondere afwijking. Ik ben namelijk het meest gebiologeerd door de schatten die binnen in de villa verscholen liggen. Door de glasramen heen verwonder ik mij over de eindeloze stoet aan objecten die u boeken noemt. Zij aan zij staan ze, consciëntieus in het gelid. Ik ben me er terdege van bewust dat een boek an sich een onbenullig iets is. De eerste de beste regenbui reduceert zo’n flutding tot papier-maché. Mijn collega-eksters begrijpen mijn fascinatie niet, maar ik ben nu eenmaal een geluksvogel: ik heb de magische kracht van boeken ontdekt. Hoewel ik het gepriegel in hun binnenwerk niet kan ontcijferen, weet ik dat het een poort vormt tot een wereld die mijn stoutste dromen overtreft.
Vanuit mijn reuzensequoia heb ik een voortreffelijk zicht op de patio. Elke dag, wanneer de zon in het zenit staat, komt er een volwassen exemplaar van uw species naar buiten, met een schare dartelende miniatuurversies achter zich aan. Zodra dit gezelschap op en rond de tuinbanken is neergevlijd, spits ik op mijn viptribune mijn kleine eksteroren. Ik houd me stil, al durf ik wel eens vermanend te krassen naar de mussen in de moerbeiboom, als hun enerverende gekwetter, geklets en gekrakeel mijn concentratie dreigt te verstoren.
Wanneer de voorlezer van dienst het boek op schoot openslaat, gebeurt het. Hoe moet ik het omschrijven? Ik vergeet mijn dagdagelijkse besognes en de stress glijdt van me af. Ik laat mijn eigen tijd en ruimte achter mij en zweef weg, nooit wetend waar ik ditmaal zal terechtkomen. Op een Vikingschip? In de precolumbiaanse jungle? Misschien wel in het legendarische Atlantis of op een niet-bestaande planeet ver buiten onze Melkweg.
Bladzijdelang laat ik me in vervoering brengen en treed ik in de voetsporen van protagonisten van diverse pluimage. Ik duik het blonde schepsel achterna dat halsoverkop een konijnenpijp in dondert. Ik proef de opwinding van de arme stakker die voor het eerst voorbij het smeedijzeren hek van een chocoladefabriek stapt en de excentrieke patron ontmoet. Ik huil mee met de jonge ruiter die zijn paard verliest in de moerassen en desondanks gedecideerd zijn missie verderzet, terwijl zijn wereld langzaam aan het niets ten onder gaat.
Het land van de verbeelding baadt niet non-stop in rozengeur en maneschijn. Toch voel ik me nergens gelukzaliger dan daar. Vind je mij een rare vogel? (Nu ik mijn diepste zielenroerselen gedeeld heb, mag ik je vast wel tutoyeren.) Of misschien wil je aan den lijve ondervinden waarom dit oord voor mij het walhalla is? Als je niet wars bent van een avontuur, klauter dan eens in mijn boom, iets na het middaguur. Je bent altijd welkom.
Inzending wedstrijd 'Verhaal voor dictee' van De Schrijfwijzen 2021Voorgelezen als dicteetekst op boekenfestival 'Lees!' 2021 onder de titel 'Vind je mij een rare vogel?'