Vrijdag de 13e, juni om specifiek te zijn, werd ik door de krant en zijn inhoud getriggerd om iets op papier te zetten. Vooral het artikel over de inburgeringscursus was een bron van inspiratie.
***
Ik ben geen goede Vlaming. Tot die conclusie kom ik na het lezen van de vrijdagkrant. Laat mij het inburgeringsexamen van de overheid afnemen en de kans is klein dat deze burger de beoogde 80% haalt. Mijn referentiekader komt niet overeen. Het enige herkenningspunt zijn de boterhammen die ik twee maal per dag consumeer.
Ik ben maatschappelijk gedesoriënteerd.
De werkcultuur werkt niet voor mij en ik niet voor hem. Mijn denkwijze is niet relevant, mijn vaardigheden niet economisch rendabel. De hoeveelheid koffiepauzes die ik dagelijks neem worden bij verbetering van het examen met een rode dikke stift doorstreept. Mijn pogingen om ecologisch te leven vragen om meer, maar het openbaar vervoer werkt niet mee en het wiel van mijn fiets is blijven steken in de barsten van het fietspad. Ik beklaag degene die moet proeven van de hespenrolletjes met kaassaus, klaargemaakt door mezelf.
Als het gaat over de Vlaamse normen en waarden vraag ik me af of deze eerder aanleunen bij de mijne of dat het gaat over de meningen die mijn nonkel tijdens het familiefeest
overtuigd in de groep gooit. Ik ben er zeker van dat hij zich meer Vlaming voelt dan ik.
Mijn verleden als emigrant creëert een andere kijk op de zaken. Ik beschik over vergelijkingsmateriaal. Zonder verplichting burger ik me in. De warmte van de mensen zorgt ervoor dat de taal en de gewoontes heel snel een deel van mezelf zijn. Ik oriënteer me in de samenleving en voel me verbonden met het geheel van structuren en gedragingen. In plaats van videe en stoofvlees proef ik van een gevoel van vrijheid.
Wij verstikken onszelf. Elk risico gieten we in wetten en regels. In één efficiënte beweging evolueren we naar een samenleving waar het ieder voor zich is. Het concept van zorgen voor elkaar verdwijnt samen met de stationsloketten uit het landschap. Ons gemeenschappelijk verhaal valt uiteen in zinnen en woorden die betekenisloos op zichzelf staan.
Vanaf de rand van de maatschappij kijk ik ernaar. Mijn ecologische voetafdruk schiet omhoog bij het kopen van een vliegticket naar de andere kant van de wereld. Bij aankomst neem ik de omhelzingen gretig in ontvangst. Een gedachte gaat door mijn hoofd. Stel je voor dat er in de toekomst bij iedereen die Vlaanderen binnenkomt een echografie wordt genomen om te kijken of er al dan niet een baksteen aanwezig is in de maag. Zo ja, mag je blijven. Bij een nee mag je samen met mij op cursus.
