Het oude raam
van de trein
raast voorbij
bomengroen,
suist langs kleine stationnetjes
terwijl de zon het verleden
een licht geeft, op zijn armen,
in onze boeken. Het naoorlogse
Italië herrijst voor heel even,
tussen letters, onder bruggen,
door tunnels, in hoofden van
slaperige mensen zoals
jij en ik die elkaar na deze
ochtend wellicht nooit
meer
zien.