Amorf. Negen letters. Lusteloos
Therapeutisch dansen. Therapeutisch knutselen. Therapeutisch zingen. Als je er het woord therapeutisch voor plaatst is alles plots heilzaam. Aan het prikbord op de gang hangt een helende dagplanning voor wie zijn bedgevangenis wil verlaten. Wat mij betreft is die planning even overbodig als epauletten. Schouderbelegsel louter als versiersel om de blouse een aanzicht te geven en de dag vorm. Hier op de eerste verdieping willen de verpleegkundigen mijn humeur via toonladders ophijsen. Ze willen me met een therapeutische do-re-mi naar de hoogste do tillen; de do die staat voor doorleven. Laat mij maar onder de notenbalk, daar waar de do voor dood staat. Ze willen dat ik mijn ontkleurde gedachten Mondriaanse kleuren geef. Ze noemen het verven met primaire emoties. Rood voor liefde. Geel voor vreugde. Blauw voor hoop. Ik zeg hen dat de niet-kleuren ontbreken. Zwart voor doodop. Wit voor ontzield. Grijs voor twijfel. Ze willen dat ik me door de depressie heen dans. Beweging voor bewustwording noemen ze het. Ik pas. Ze willen dat ik mijn lichaam op de mat rek en buig naar poses waarvan de namen niet met mijn gevoel vibreren: vibrabhadrasana - de krijger. De korte klanken van adho mukha weten me te bekoren, het blijkt de neerwaartse hond. Ze staan op de rand van opgeven maar triggeren me dan met taal. Kruiswoordraadsels. Ja, denk ik, de weldaad van woorden zal me uit deze ellende redden. Ze geven me vijf uit puzzelwoordenboeken gekopieerde bladen. Ik koester ze als waren ze van perkament en vul de vakken in gedachten met antwoorden. Het blad blijft onbeschreven, zo kan ik het raadsel telkens opnieuw en opnieuw en opnieuw oplossen. Martenotgolven rollen door de gang. Ne me quitte pas. Ne me quitte pas. Ne me quitte pas.