Scroes

Gebruikersnaam Scroes

Over Scroes

korte hoofdstukken uit 'een work in progress'

Teksten

Tip

#28

                                                                                                           Najaar. Zes letters. Herfst.    Het is gebeurd. In de zoektocht naar uitkomsten en antwoorden ben ik alles geworden wat ik nooit wou zijn. Een lichtgelovig spiritueel bypass zoekend schepsel. Kortom: mijn moeder. Mijn onopgeloste problemen en psychologische wonden zet ik samen met de plastic flessen buiten. PMD. Personal Misery Disintegrated. Dat wat ik de ene dag verwerp, wordt de andere dag mijn toevlucht. Ik wend me tot het web voor antwoorden; de dt- en spellingsfouten neem ik erbij. Voor een tientje kan ik tien minuten met een medium chatten. Met behulp van paragnosten en helderzienden terug richting in de klerezooi krijgen. EHBO. Eerste Hulp Bij Ontkenning. Medium Miet blokkeer ik al na vijf minuten; haar waarzeggerij klinkt me te apocalyptisch. Ik geef haar een negatieve recensie. Eén ster. Opdat andere weerloze zielen die op zoek zijn naar verlichting gewaarschuwd mogen zijn. Medium Gerdie wordt dan weer tot favoriet gebombardeerd. Vijf sterren. Bij haar ziet mijn toekomst er veelbelovend uit en ook al duurt het lijden langer dan de voorspelling beloofde, tot haar blijf ik me wenden. Gerdie. Mijn guru. Mijn godin. Ik brand wierook met namen als Buddha Blessing en Aura Cleansing. Smudge mijn huis met witte salie om het energieveld te reinigen. Bij volle maan val ik op de mat; tijd om los te laten. Wat ik wil vergeten pen ik neer; vervolgens gaat het blad in rookpluimen op. Bij nieuwe maan val ik weerom op de mat; tijd om te dromen. Wat ik wil manifesteren pen ik neer; vervolgens plaats ik het wensenblad onder edelstenen. Rozenkwarts voor liefde. Citrien voor overvloed. Amethist voor harmonie. Bergkristal is de passe-partout, die doorschijnende steen schijnt voor van alles en nog wat goed te zijn. Met een chakraspray probeer ik de balans in mijn eerste chakra, het wortelchakra, het chakra van de voortplantingsorganen, te herstellen. Patchouli, bergamot en dille zouden de disbalans moeten verhelpen. Mijn nachtkastje is het Grasse van mijn slaapkamer geworden. Het epicentrum van slaap stimulerende geuren; lavendel-, neroli-, kamille-, salie- en cederhoutolie sieren het tafelblad. De oliën druppel ik ’s avonds met evenveel toewijding als een priester wijwater over de gelovigen sprenkelt op mijn hoofdkussen in de hoop op rust. Mijn koffietafel is een altaar geworden. Een schrijn van vondsten tijdens wandelingen; witte pluimpjes, schelpen en andere curiositeiten. Wat de bijbel voor mijn grootmoeder betekende, symboliseert de tarot voor mij. Het spel praalt op de offertafel. Achtenzeventig kaarten als spiegel naar de ziel. Ik trek een dagkaart. XVI. De toren: op deze kaart is de laatste val, het volledige falen, de tragische ondergang uitgebeeld, je leven stort als een kaartenhuis in elkaar. Een beeldherinnering van vallende biervilten flitst voor mijn ogen. Te catastrofaal. Ik trek een nieuwe kaart. XXI. De wereld: op deze kaart danst een vrouw vol vreugde, alles vindt zijn juiste plek, je ziet het doel achter al je levenservaringen. Deze klinkt beter. Deze houd ik. De cookies op mijn computer halen me weer eens in. Op het scherm springt een advertentie voor ear seeds die een betere nachtrust beloven. Ik koop ze; minieme zaadjes die je in je oor kan plakken als een vorm van doe het zelf acupunctuur. Alles. Alles om uit deze cirkelvormige cel te raken. PTTS. Posttraumatische Stressstoornis.   

Scroes
114 1

#18

                                                                                                 Afscheid. Achter letters. Verlaten.    Jouw bezoek is een slotpleidooi. Je zegt dat ik veranderd ben en je me niet meer herkent. Ik zeg je dat jij me hebt veranderd. Je zegt dat het altijd hetzelfde is met mij, dat ik de schuld weer bij een ander moet leggen. Dat je begrijpt waarom ik hier lig. Dat ik gek ben. Krankzinnig. Dat alleen wie volledig is doorgeslagen zich in de zee wil verzuipen. Je zegt dat je er genoeg van hebt. Dat het moet stoppen. Dat het leven doorgaat. Dat ik het moet vergeten. Dat wat gebeurd is, voorbij is. Dat in het verleden blijven dralen me niet zal helpen. Ik zeg je dat het verleden amper twee weken geleden is. Dat het verleden nog heden is. Je zegt dat tijd relatief is. Ik zeg je dat de feiten niet afhankelijk zijn van de snelheid waarmee jij beweegt. Je zegt dat ik je een hufter mag vinden als ik dat wil, of niet, eender wat eenvoudiger is voor mijn verwerking. Je zegt dat hoopvol zijn een houding is. Dat het lot in onze eigen handen ligt en dat geluk maakbaar is. Je zegt dat op de negende verdieping de dienst gynaecologie is gevestigd. Dat ik me maar moet informeren over spermadonoren. Je zegt het onachtzaam, alsof het om een bezoek aan de tandarts gaat. Je wil mijn baarmoeder opvullen, mogelijkheden in composiet in mij optrekken. Ik tracht kalm te blijven en niet te denken aan het bed, het bloed en het embryo dat tussen onze handen in viel. Je zegt dat geluk de kunst is een boeket te maken met de bloemen waar je bij kunt. Ik zeg je dat ik met jouw tegelwijsheden de barsten in de muren niet kan behangen. Je zegt dat dit nu typisch mij is, dat pessimisme en die rancune, dat godsjammerlijke klagen altijd. Je zegt dat je het hebt geprobeerd. Dat we samen zoveel mooie momenten hebben beleefd, maar dat het op is. Ik vraag je waar die poging, die komma, tot een punt verworden is. Je zegt dat als ik eerlijk met mezelf ben, ik toch ook wel weet dat het nooit goed tussen ons heeft gezeten, dat wij niet voor elkaar zijn gemaakt. Ik zeg je dat mensen niet voor elkaar worden gemaakt maar uit elkaar worden geboren. Je zucht en zegt dat de dozen zich ontvouwden. Dat de boeken zich verdeelden en de kaders zich aan de muren onttrokken. Dat het huis zich terug naar jou plooit. Je zegt dat ik nog jong ben en er het beste van moet maken. Weer die jong. Altijd die jong. Alsof jong geen leeftijd maar een verweer is. Alsof ik op mijn leeftijd niet mogelijk even ver ben verwijderd van de dienst gynaecologie als van de dienst geriatrie. Ik zeg je dat het mooi was geweest, had de dienst psychiatrie op de tiende verdieping gelegen, zwevend tussen worden geboren en sterven. Ik zeg je dat het woord geboren altijd een hulpwerkwoord nodig heeft en het woord sterven op zichzelf staat. Ergens tussen beiden wordt losgelaten. Ik huil. Je zegt dat ik mijn tranen moet drogen. Ik vraag je of de verf, die verf met de naam van een rustig ochtendgloren, nog nat is.   

Scroes
14 0

#10

                                                                                                 Amorf. Negen letters. Lusteloos   Therapeutisch dansen. Therapeutisch knutselen. Therapeutisch zingen. Als je er het woord therapeutisch voor plaatst is alles plots heilzaam. Aan het prikbord op de gang hangt een helende dagplanning voor wie zijn bedgevangenis wil verlaten. Wat mij betreft is die planning even overbodig als epauletten. Schouderbelegsel louter als versiersel om de blouse een aanzicht te geven en de dag vorm. Hier op de eerste verdieping willen de verpleegkundigen mijn humeur via toonladders ophijsen. Ze willen me met een therapeutische do-re-mi naar de hoogste do tillen; de do die staat voor doorleven. Laat mij maar onder de notenbalk, daar waar de do voor dood staat. Ze willen dat ik mijn ontkleurde gedachten Mondriaanse kleuren geef. Ze noemen het verven met primaire emoties. Rood voor liefde. Geel voor vreugde. Blauw voor hoop. Ik zeg hen dat de niet-kleuren ontbreken. Zwart voor doodop. Wit voor ontzield. Grijs voor twijfel. Ze willen dat ik me door de depressie heen dans. Beweging voor bewustwording noemen ze het. Ik pas. Ze willen dat ik mijn lichaam op de mat rek en buig naar poses waarvan de namen niet met mijn gevoel vibreren: vibrabhadrasana - de krijger. De korte klanken van adho mukha weten me te bekoren,  het blijkt de neerwaartse hond. Ze staan op de rand van opgeven maar triggeren me dan met taal. Kruiswoordraadsels. Ja, denk ik, de weldaad van woorden zal me uit deze ellende redden. Ze geven me vijf uit puzzelwoordenboeken gekopieerde bladen. Ik koester ze als waren ze van perkament en vul de vakken in gedachten met antwoorden. Het blad blijft onbeschreven, zo kan ik het raadsel telkens opnieuw en opnieuw en opnieuw oplossen. Martenotgolven rollen door de gang. Ne me quitte pas. Ne me quitte pas. Ne me quitte pas.

Scroes
4 0