Ik vraag je domweg hoeveel sterren je telt.
Je werpt een blik op je polshorloge, zo’n dunne gouden.
“Het is bijna vijf over half elf,
De zon is op, dus ééntje.”
Romantiek is gewoonweg
Niet aan mij besteedt,
Ik ben daar nooit voor naar school geweest.
Na een mislukte poging of tweeënveertig
Kroop ik maar terug in m’n schulp.
Waar ik nu dus zit en me murw schrijf,
Schrijf tot niets meer overblijft.