100 woordenzin op zijn C. Vekeman’s:
Niet dat het erg koud was in zijn onvolprezen Blankenberge, ook al droeg hij de sjerp, die hij in feite dagelijks droeg of het nu winter of zomer was en ook in de herfst en in de lente sloeg hij hem om, maar toch voelde het zeebriesje eerder fris aan en zou hij de krakkemikkige oudjes die nu op de dijk en de pier wandelden willen aanraden zich warm genoeg te kleden alhoewel hij zich niet echt wou inlaten met de gezondheid van die schare schuifelende schlemielen laat staan dat deze aangespoelde kustbewoners hem ook maar een moer konden schelen.