De rode bladeren van mijn Japanse esdoornstruik,
die tot voor kort de show in mijn tuintje stal,
liggen geveld zoals die van zijn soortgenoten
in het park. Enkele krullen zich krampachtig
aan de twijgen vast, verbleken en verdrogen.
De andere liggen op mijn gazon
of op het terras met zijn plavuizen.
Worden acerlobben bruin,
dan laten drie of vijf spitse vingers
met aan de basis twee kleine vleugels
zwarte vlekken zien.
Ze krullen zich elke dag meer,
als klauwende inktvisjes,
eerst gebakken in de pan,
nadien gekrompen in koudwaterbad.