Zure haring
Zure haring. Kwijlende monden.
Week bleek vlees tussen kiezen
Tandenstokers en brokken.
Herkauwen bij de televisie.
Beter is een tandeloze mond.
Mosterd na de maaltijd.
Blijf volharden in die zwarte spelonk.
Voor de tandarts ben je uitschot.
Niks meer te trekken, of te boren.
Kunstgebitten klepperen.
Treinen razen voort.
De dentist kijkt naar buiten.
Een reiger schiet voorbij.
Boeren vee staat in de wei.
Paardenvijgen wijd verspreidt
Krioelende vogels, lekkernijen.
Geef mij maar zacht gebakken lever,
Berliner art met uien en een spiegelei.
Stukjes paardenworst, geurend
naar antibiotica uit de manege.
Giechelende meiden op dampende knollen,
draven over uitgerolde rolmopsen.
De directeur van het abattoir stelt hen gerust.
Zijn paardenhoofd gloeit van medeleven.
Angstig gehinnik en paarden die zweten..