lang heb ik geloofd dat op idylles jagen
't centrum van mijn leven wezen moest
bijlen werden in mijn hart geplant
telkens kreeg ik op mijn wammes
heel platonisch miste sappen
zelfbedrog en blauwtjes leidden tot een sof
warme innigheid en hartstocht kalfden af
of omgekeerd
bedrelaties konden onbeduidendheid niet zalven
alle hoop op gebreken accepteren
is vervlogen
lief en tijd passeerden
fans van liefdevuur als kunstwerk treuren
tijd gekort met wachten op inmiddels opgekraste snoezen
maakt het leven tot een lege huls
voortaan geeft poëzie een puls
van smoezen en van jachten ben ik vrij
tijd besteed ik nu aan zielsvoorkeuren