Ik snijd poppen
uit dansend hout
of mijn hand dat schudt
en als de poppen zullen dansen
dan dans ik met hen
in een woelige passenslag
wie het best
wie het meest
slagen, dansen, passen,
moties en een loodlijn
noties van een nieuw zijn
zowel gekoppeld als enkel zijn
zowel afgebeeld als nog steeds leven
in een element van een moment
schep ik de realiteit op
als was het geen eigenhandig oplossende relativiteit
“absolutie is onmogelijk”
deelt de wetenschap die zonet het licht heeft aanschouwd
en mijn handen lossen op in vele
en vele handen lossen op in Gods
ze hadden toch zo het beste gewild
God is het beste goed
zegt het taalspel
en hij zal het weten
en de hoop van het licht van de hoop
is nog te aanschouwen
in menig menselijke moed
maar wie gelooft
dat het licht van de hoop
nog te aanschouwen
en niet te beschouwen is
met een oog op de afbeelding van een afgebeelde God
wie heeft het ooit gewaagd
beneemt me
de leegte van mijn atheïsme
dus beloop ik nu een hete vlakte
met de zon in een loodlijn
in de hoop van een notie van een motie
in mijn verdroogde ziel
uit wie ik poppen snijd
dansende poppen
afbeeldingen van Goden
de beste Goden
als een boven van een boven
“een afbeelding heeft geen boven”
zegt het beeldspel
en ik dans met de poppen
of mijn hand dat schudt
de klok aangeeft