'k ben een man,
met een baard.
Toch ben ik,
onbehaard.
'k ben een vlam,
sta amper lam.
M'n hoofd staat recht,
m'n borst staat stijf.
Mijn avatar,
dat is mijn lijf.
Onbetwist,
en onberispt,
ik ben een,
finalist.
Ik deel foto's,
van mijn maten,
allemaal,
met zonnenbril.
Ik zit met tanden,
vol met gaten.
maar dat zie je daar,
toch niet in.
Grote kas,
brede arm
Six-pack,
aan m'n darm.
Steroïde,
hart alarm.
Ik ben gespierd,
onvertierd.
Mijn leven lang,
afgevierd.
Strak en sterk,
mijn bijnaam is
de berk.
Converseren
noem ik praten,
wat ik zeg,
zal toch niet baten.
Ik was een man,
noch met haren.
Zo ben ik toch,
onervaren.