We stonden op keien
Aan het Zwitserse meer
Van je rug nam ik een beeld
Je zicht schreef ik elke dag weer
Amper jaren later en
De achterzijde is al dat mijn ogen halen
Waar zijn de lippen die ooit mee
Langs de gekartelde rug dwaalden
Nooit zal ik je nog zien
In de kleine bol aan het
Lichtgroene Zwitserse meer
Alleen het water heeft nog recht
Op wat je toen zag,
De jaren en beelden
Van gevoelsbeheer