Elke week verdwijn je
Op zondagavond daal je
In stilte de trap af
Leegte kruipt je achterna
KADOEM
De deur wil in slot
Vallen doe je niet
Je sluipt naar beneden
Voorbij de buren
Langs gesloten deuren
De donkerte in
Je verkent de stille straat
Wachtend op je lotgenoten
Nachtmakkers
In wit en blauw
Nachtwakers
Zij aan zij
Aan het boompje, trouw
In de vroege ochtend
Klinkt het geschreeuw
Zwaailichten, zwaailichten
Laat me niet alleen
Daar vlieg je door de kou
KADOEM
Diep zak je weg
In de oranje taxi rijd je
Ver van me vandaan
Voorbij is de tijd
Samen met jou
Je geur dwaalt nog rond
Nieuwe leegte gaapt
Diep op de bodem
KADOEM
Spat ballast uiteen
De rest mag vergaan
Geen vuiltje van jou
Draagt liefde of spijt
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.