Over Lumes

Ik schrijf graag nu, en soms met periodes en vroeger de opstelletjes op school, en ja ook gedichtjes

Teksten

Zo was de zomer

Steevast hing de oranje badhanddoek van de buurvrouw over de balustrade van haar terras. Symbool van zomer en zwemmen. Op vijf minuten fietsen begon de vakantie telkens weer, na een whatsappje. Met een diepe plons zwommen we bijna elke dag onze lengtes in de zwemvijver. Fris water benam elke keer weer de adem en de oververhitting van de zomerdag smolt in één klap naar de bodem tussen de goudkleurige vissen. Ze waren zoet, die dagen, met terrasjes achteraf. Met rosé en babbels after-swim, after-work. De oranje handdoek wuifde nadien dapper en vrolijk na: 'Hé het was weer een toffe zwembeurt, wanneer gaan we nog eens?' Mijn appelblauwzeegroene strandlaken wapperde zomers terug: 'Als we droog zijn, dan duiken we opnieuw!' Dat was de handdoekdeal. Morgen dus, gezien de bakkende zon op de terrassen twee hoog. Het voordeel van een vrij en onafhankelijk leven met genieten als het past, vertaalde zich in twee zomervlaggen. Het buitenzwemseizoen waaide voorbij. Tijdens een parkwandeling staarden we over het vlakke stille water, leunend op de brug, diep zuchtend. Nog zeven maanden. Straks wordt het donker, elke dag weer wat vroeger. Waar zal dan de battery load plaatsvinden? In herfstkleuren van oranje tot blauwgroen? En later in kerststukjes in die juiste zomerkleuren? Of in de after-swim zonder swim?  Niets zal het zomerzwemgevoel evenaren. Dat wisten we. Maar op stap gaan en genieten blijft maar één whatsappje verwijderd. Ook dat wisten we. De vlag van buren en vriendschap mag blijven wapperen, half oranje, half appelblauwzeegroen.

Lumes
0 1

Personage

Ooit kwam ik er één tegen, een personage. Ik was er misschien niet echt naar op zoek maar ze wou gevonden worden. Het meisje met het blauwe haar. Ik ontmoette haar onverwacht  dankzij mijn tergend trage laptop. Of kwam het door mijn ongeduld? Multitasken bleek die avond geen goed idee. Het tegelijkertijd openen van een reeks foto’s, teams met camera, een onbevlekt word document op onedrive, de mail en een schema leidden me tot haar. Ik zat in een online cursus en had geleerd dat een kortverhaal kan starten met het kiezen van een personage. En dan kan je daar het verhaal aan ophangen. Wat doet ze, wat drijft haar. Ik zeg nu ‘haar’ want het meisje was de uitverkorene geworden. Ja met blauw haar. De tijd in de cursus tikte snel verder. De foto’s had ik stiekem tijdens de werkdag al bekeken. Op een gegeven moment moest ik kiezen. Maar alles haperde en de foto’s in de mail kwamen in verknipte, vertraagde beelden binnen. Het was mijn beurt. Trots en vol overtuiging meldde ik aan de online cursusgroep dat ik koos voor het meisje met het blauwe haar, de enige foto die ik me zo nog kon herinneren. Ze keek me even later recht aan en vroeg over haar te schrijven. Hoe ze haar broertje terug kon horen in de ruis van een schelp, gevonden aan het strand van Oostende. Ze verbleef daar bij haar tante. Haar verdriet sijpelde blauw van haar haren af. Ze nam me mee naar het strand, Fort Napoleon, het Casino, een fototentoonstelling en we werden een goede match. Een handvol randfiguren wedijverden dartelend om een eervolle vermelding. Maar zij en haar schelp wonnen grandioos. Zij waren de rode draad waar de andere personages even mee op mochten koorddansen. Heel even maar. Zij was de spilfiguur. Het was een boeiend avontuur om op die manier te beginnen schrijven, zonder gekend einde, zonder schema, zonder enig idee wie mijn personage was en wat ze me zou vertellen gedurende de weken nadien. Ze eindigde met een kappersbeurt en een leeg word document voor haar. Het was tijd voor haar eigen verhaal. Ik nam afscheid en wenste haar een eigenzinnige laptop toe. 

Lumes
0 0

Man overboord

‘Neem jij zijn benen?’ ‘OK!’ ‘Dan neem ik zijn armen.’ ‘1, 2, 3, hop!’ ‘Oh neen, hij is te zwaar.’ ‘Marie, waar is Lydia?’ Lydia stond wat verder naar het glinsterende, donkere water te staren. Jeaninne riep haar. Het waaide als zwoele warmte van een late zomernacht, de maan scheen hen bij. Jeaninne, Lydia en Marie hadden hem beet. Jan kreunde zacht. De drie handtassen hadden zijn hoofd afgerammeld.  Het was een toeval geweest, deze cruise en deze ontmoeting. Marie en Jan vierden hun twintigste huwelijksverjaardag. Lydia wou weg van haar twijfelende minnaar. Jeaninne was alleen op reis nadat haar nieuwe vriend hun romantisch trip had afgeblazen.  In het bubbelbad vanmiddag was het duidelijk geworden. Alles kwam boven water.  ‘Wat?’ riep Marie uit ‘Wie kent hier Jan? Dit is ONZE reis!’ Ze schreeuwde het uit. Lydia zonk met haar hoofd onder water. Jeaninne wou in tranen uitbarsten. De bubbels spetterden in haar gezicht. Ze liep rood aan. ‘Smeerlap!’ ‘Idioot!’ ‘Bedrieger!’ Ze gilden. Jan vluchtte het bubbelbad uit.  Te laat.  Drie samenzweerders beraadden hun plan: op het dek, voorbij de champagnebar, om één uur vannacht, met zwaar gevulde handtassen.  PLONS  De maan knipoogde en verdween achter een wolk. Onzichtbaar werd het dek. Verdwenen in het donkere water, weg was de kater.       --- Tentoonstelling: Vracht, MAS, Antwerpen Zin in Musea, Creatief Schrijven, 27 februari 2022

Lumes
33 1

The worker

Petra stond in diepe twijfel voor haar kleerkast. Het was maanden geleden dat ze nog naar kantoor was geweest. Een joggingbroek kwam vandaag niet in aanmerking. Het was al wat herfstig buiten en ze werd verwacht op een volle vergadering. Met ramen open en CO2 meter paraat. Was het felblauwe hemdje een optie? Ze moest laagjes voorzien. Als de stress kwam opsteken werd zelfs een vergaderzaal met open ramen te warm vandaag. Petra zuchtte. Ze was het niet meer gewend en had de dag voordien niets klaargelegd. Niet dat dat een oplossing was. Afhankelijk van de mood van de dag moest de outfit volgen. Ze had niet zoveel tijd meer en geen idee hoe het met de files was tegenwoordig. Morgen toch maar eens Waze installeren.  Zou ze de sneakers ruilen voor echte schoenen? Kon ze nog wel stappen met een hakje? Uitgaan was er ook al lang niet meer bij. Een enkel terrasje met een goede vriendin of uit eten met haar 2 uit huis wonende kinderen, dat was telkens fijn geweest.  OK de keuze was gemaakt. Een eenvoudig zwart topje, dat hoefde niemand te zien. Het felblauwe hemdje, een losse zwarte broek en een truitje erop. Zwart of blauw? Blauw vestje! Een jeans was ook mogelijk maar een ganse dag met een spannende jeans... daar moet ze terug op oefenen. Haar jeansvest stopte ze in een tasje, als reserve, tegen de kou. Dat voelde goed. De comfortzone van thuis moest een beetje mee naar kantoor verhuizen.   Ze zou een baguette bestellen. Heerlijk. Smos-kaas, een typische kantoorlunch en ze zou zich trakteren op een cola zero. Alles van de broodjeszaak vlakbij. Een banaan als tussendoortje moet dan maar volstaan. De kilo’s mochten er terug wat af of de kleerkast kon weer opnieuw gevuld worden binnenkort. En omdat het kantoordag was, zou ze een koffie extra nemen. Alleen al maar om aan de koffieautomaat te kunnen staan, de knopjes te lezen, kiezen, drukken en een gevulde beker warme drank te krijgen. De routine om een beker met logo te laten vollopen had ze gemist. Wie weet kwam ze daar wel een leuke collega tegen die het thuiswerken ook beu was.  Een beetje socializen kon geen kwaad. Maar liefst met de juiste outfit. De sneakers met mini sokje waren goed bevonden. Dat was makkelijk als ze de trappen nam naar de 2de verdieping. Lekker sportief.  Haar laptop had ze de avond voordien al in de tas gestoken. Kabel, check! Muis, check! Luidspreker, check! Hoofdtelefoon, check! Schriftje, pen, check! Het voelde als een eerste schooldag. Waren alle gordijnen open? Alle ramen toe? Oorbellen en horloge? Petra kon vertrekken. Laptoptas, handtas met badge en mondmasker, tas met truitje en sjaaltje, banaan. Ze sloot de beveiligingsdeur van haar flat in dubbel slot. Het piepte. Ze zou het eens moeten smeren. Als ze nu de sleutel omdraaide konden alle buren meegenieten. Geen tijd nu en straks zou ze wellicht te moe zijn en het klusje uitstellen tot het weekend. Ze had zo het vervangen van de siliconen rond het bad ook jaren uitgesteld. Dat was niet goed afgelopen. Het plafond van de benedenburen was naar beneden gekomen. Vochtproblemen en een lek onder haar bad. Ze had dan maar ineens de saaie witte tegels rond haar bad laten vervangen door blauwe mozaïek.  Petra reed haar auto de garage uit, 3 verdiepingen lager. Het was een frisse zonnige ochtend en de radio speelde ‘Take a parachute and jump’. Eén van haar favoriete nummers. Ze trommelde mee op haar stuur. De straten met zone 30 waren snel gepasseerd en ze kon vlot de autosnelweg op. Vrij. Eindelijk haar kot uit. De grot uit. Er verscheen een brede glimlach op haar gelaat. Ze zette het volume van de radio wat hoger en zong mee. ‘I’m on my own, I’m on my own and I’m feeling fine’. Na wat aanschuiven en rode lichten parkeerde ze vlotjes aan het kantoorgebouw. Waze was niet nodig geweest. Het was nog vroeg en waarschijnlijk waren er ook nog thuiswerkers dus parkeerplek genoeg. Haar badge opende de weg terug naar haar bureau, het oude vertrouwde kantoorlandschap.  ‘Hallo, goedemorgen, dat is lang geleden!’ De receptioniste was de eerste. Van achter haar toog lachte ze haar vriendelijk toe. Geen mondmasker, neen. Een glimlach. ‘Goedemorgen, Pia, dat is lang geleden...’ Petra wuifde even en ging de glazen deur door naar haar werkplek. Ze raakte de klink niet aan maar gaf handig met haar ellenboog de deur een duwtje. Het was een nieuwe gewoonte geworden. Aan het eiland zat Jean al te werken. Toen hij Petra zag zette hij zijn hoofdtelefoon af. ‘Goedemorgen, kom je ook terug hier werken? Bereid je maar al voor op veel lawaai. Het eiland hierachter was daarstraks precies al een ontbijtfeestje aan het geven.’ Hij rolde even met zijn ogen. Petra had geen zin in negativiteit. Ze wou er een fijne eerste werkdag terug op kantoor van maken. ‘Ach ja dat zal straks wel beteren als ze bijgepraat zijn. En ik zit vanaf negen uur in vergadering. De Nederlandse collega’s komen ook’. Petra installeerde haar laptop en begon de mailtjes te overzien. Haar GSM trilde.  ‘We zullen wat later zijn, file in Breda’, stuurde Jannes. ‘Ok, de koffie staat al klaar’, antwoordde Petra.  Daar begon het al. Videocalls begonnen stipt op de minuut. Echt vergaderen was organisch. Je had die fysieke dynamiek van bewegende lichamen. Mensen gaan naar de koffie, lopen naar het toilet en komen anderen tegen. Er zijn vertragingen en interacties. En ze staan in de file.  Dan maar eerst even langs de keuken dacht Petra. Het was er nog rustig. Enkel Martine van de administratie die even wuifde. De knopjes van de koffieautomaat blonken en deden haar twijfelen tussen espresso, cappuccino, koffie, chocomelk... Het werd koffie. Zwart. De machine pruttelde en spuwde de warme drank de firmabeker in.   Terug op haar plek keek ze wat onwennig rond. Wat verderop hoorde ze Carla over kaar ketodieet en de kilo’s die er af zijn. Haar vriend was er blij om, de kleedjes pasten beter, ze voelde zich als herboren. Lisa onderbrak haar met babyverhalen. Ze was enkele maanden geleden bevallen en haar kindje was voor het eerst naar de creche. Ze hield gedurig haar GSM in het oog. Ze gingen haar via berichtjes laten weten hoe het was met Mattis.  Petra ging alvast naar de vergaderruimte. Ze had nog geen mailtjes kunnen verwerken. Ze opende de ramen en zette zich aan het hoofd van de ruime tafel. Daar had ze een goed overzicht straks. Even rust en stilte. Ze nam de agenda door. Het softwareproject schoot goed op en de bugs werden snel opgelost. Maar er wachtte nog een lijst met todo’s. Vanuit het werkveld bleven de vragen naar verbeteringen komen en de performantie bleef onvoldoende. Hopelijk bracht Nederland de oplossingen mee.  ‘Hallo, hier zijn we dan, wat een lekker weertje vandaag hé, de ideale dag om terug met zijn allen rond de tafel te vergaderen, niet?’ Jannes viel olijk de zaal binnen. Yolanda, collega van Jannes, volgde hem en keek wat afwezig de zaal rond. Ze had een stijlvolle jurk aan met halfhoge botjes. Ze leken nieuw. Met hakjes. ‘Ja, leuk om jullie terug te zien. Hoe gaat het met jullie?’  ‘Nou prima, de kinderen gaan nu beide naar school en ik vind het fijn om terug naar kantoor te kunnen, jullie ook? ‘. Jannes was weer in goed humeur.  ‘Zeker, kom, we gaan eerst langs de koffie’. Petra vergezelde hen naar het keukentje. De botjes van Yolanda galmden in de hal bij elke stap. Ze was net iets langer dan Petra nu. De automaat was vrij en de bekers stonden proper in het witte keukenkastje. ‘Maak jullie keuze, kennen jullie het nog?’ Al grappend werden de bekers gevuld. Petra deed een stapje achteruit. Zo dicht op elkaar staan gaf haar een onwennig gevoel. Ondertussen was haar collega Maarten ook toegekomen. Het socializen ging naar een hoger niveau van decibels. Maarten deed zijn relaas over het laatste fietsweekend.  Petra ging alvast terug naar de zaal met haar koffie. Ze hoorde de anderen pratend tot in de vergaderzaal. Had ze toch niet beter wat langer blijven bijpraten? Netwerken? Maar ze had het verhaal al gehoord en over koersfietsen wist ze niets te vertellen. En er was een hele agenda af te werken. Ze was het drukke leven niet meer gewend. Thuis was het stil, was er rust, was ze alleen.   ‘Zullen we beginnen?’ Maarten en het gezelschap vielen de zaal binnen. Ieder vond een plekje en de laptops werden opengeklapt. ‘Punt 1 op de agenda...’ De dag soesde verder. De broodjes werden besteld.  Problemen werden omgezet tot acties. De koffie werd gedronken. De handen werden niet geschud. Dat was nog niet voor vandaag. De Nederlanders vertrokken weer. Terug de file in.  Petra had nog een korte meeting met haar nieuwe collega Marlies. In een videocall had ze al kort kennisgemaakt met haar. Marlies had toen mooie lange oorbellen gedragen. Oorbellen waarmee je naar een feestje gaat, zo vond Petra. Hoe kon je nou telefoneren terwijl die dingen aan je oor aan het wiebelen waren? ‘Hey dag Petra!’ Marlies viel de meeting room binnen.  ‘Dag Marlies’, leuk om je in het echt te ontmoeten’ lachte Petra. ‘Ja eindelijk zie ik eens een nieuwe collega in het echt.’ Haar haar was in een knotje en Petra’s blik ging weer naar de wiebelende hangers. ‘En vind je je weg al een beetje tussen al de folders en documenten?’ Petra wou Marlies onbevooroordeeld coachen in haar nieuwe job. Marlies had haar firmawagen al gekozen, een bureaustoel voor thuis afgehaald daarnet en haar verlof ingepland. Eén brok energie.  ‘Ja maar mijn verlof valt samen met een paar opleidingen dus die heb ik allemaal laten verzetten. Niets aan te doen, mijn vliegtuig is al geboekt...’.   'Naar waar ga je?’ Petra had geen keuze. Ze moest de vraag stellen. ‘Ik ga met mijn vriend een week naar Egypte, snorkelen’. Marlies straalde van oorbel tot oorbel.  ‘Oh heerlijk’. Petra probeerde enthousiast te klinken. Ze was zelf al twee jaar niet meer op vliegvakantie geweest. En toen was het wel een werkelijk toffe citytrip naar Wenen met een superlieve vriendin. Maar Egypte met je vriend was overtreffend. Na corona, na een scheiding, nog even zon en zee voor de winter eraan komt. Ze kreeg visioenen van hand in hand over het strand wandelen, van lange avonden aan een zeeterrasje met wijntjes, van zwoele nachten en een attente man aan een uitgebreid ontbijtbuffet.  ‘Ja, we willen er nog even tussenuit zonder kinderen’. Petra had geen zin om over haar eigen leven als single te vertellen, over de korte maar toffe wandelweekends in België, over haar kinderen die het huis uit waren, over haar grotgevoel. Marlies had betere plannen en betere oorbellen.   Na wat hyperlinks en powerpoints rondde Petra het infomoment af. Ze stapte haar auto in. Haar oren suisden. Haar nek zat lichtjes vast. Ze zette de radio aan en zapte van pop naar klassiek en terug. Ze vond geen passend nummer. Dan maar geen muziek. Het was al druk genoeg in haar hoofd. En op de baan. Terug in haar flat overviel de stilte haar. De leegte stond in tergend contrast met haar voorbije werkdag met al de gesprekken en verhalen. Ze schopte haar sneakers uit en trok een jogging aan. De zachtheid voelde rustgevend. Op haar terras was nog een restje zon. Ze zette zich en sloot haar ogen. De kraaien, de merels, ver hondengeblaf, ze was thuis. Gelukkig had ze geen plannen vanavond. Ze was het gewend om haar hoofd bij zichzelf tot rust te laten komen. Lange tijd miste ze het ventileren na de werkdag. Nu liet ze haar gedachten maar wat tollen. Ze stopten vanzelf ook wel. Morgen was het thuiswerkdag. Dan kon ze snel tussendoor wat opruimen, een klein wasje draaien en ‘s avonds met de vriendinnen gaan zwemmen en bijbabbelen in het bubbelbad. Morgen zou ventileren wel nodig zijn. Ze had een one to one met haar nieuwe jonge leidinggevende, Linda. Een videocall. Petra zou haar pokerface opzetten. Dat had ze ondertussen goed onder de knie. Elke frons wordt expliciet op het scherm waar je hoofd uitvergroot de ander toespreekt. En Linda bewaakte elke grimas. Een burnouter in haar team was als een persoonlijke afgang. Ze zou nog liever iedereen een weekje preventief ziek naar huis sturen. Zou dat aangeleerd worden in de dure cursussen rond coaching? Petra zuchtte. Met de nieuwe spotify list motiveerde ze zichzelf tot actie. Na een snelle maaltijd legde ze zich in de chaise-longue voor het zeven uur nieuws.  ‘De coronacijfers gaan de verkeerde kant uit. Telewerk wordt weer sterk aanbevolen…’  Mocht ze terug haar grot in? Of was het moeten? Mocht ze terug in haar werkkamer wegkruipen en gesprekken met zichzelf voeren aan de koffie?   Mag de dagelijkse joggingbroek terug aan? Liep er niemand met irritante hakjes meer naast haar? Waren sneakers en Birckenstocks terug goed genoeg? Kon ze tijdens de lunch weer op haar zonneterrasje picknicken? Of in stilte de herfstkleuren in het park bekijken op de middag?  Een half uurtje langer slapen? Zou ze mensen terug missen?   Ze checkte haar werkmail. Ook de werkgever raadde het telewerk terug aan.  Petra vroeg zich af hoelang deze golf weer zou duren. Deze keer zou ze het toch anders aanpakken. Zwemmen moest blijven, liefst elke week. Wandelen zou terug een topactiviteit worden, elk weekend, weer of geen weer, met vriendinnen of met een groep mee. En ze zou elke dag na het werk buiten gaan. Even naar de supermarkt of de bakker om de hoek. De break met de werkdag moest duidelijker worden.   Haar favoriete Netflix serie nam haar mee naar een andere realiteit en naar het einde van de dag. Terug naar het land van de stilte. Geen botjes met hakjes, geen oorbellen.  De wekker kon alvast een half uur later. Slaap wel wereld vol tegenstellingen. Het bed met dons dekte haar warm en zacht toe. Het rolluik bewaakte de grens tussen haar en de buitenwereld vol prikkels. Petra soesde weg, de veilige nacht in.  In een droom zag ze een grot met welkom-bord boven, de toegang was vrij, er brandde een gezellig vuur. Nieuwsgierig liep ze binnen. ‘Hallo is daar iemand?’ Ze hoorde enkel de echo van haar eigen stem. Ze legde zich naast het vuurtje. Zouden hier nog grotten zijn? Morgen zou ze op ontdekking gaan.   

Lumes
18 3

The swimming pool

‘Mevrouw, waar zijn hier de lockers?’ Ellen schrikt op van de plotse vraag naast haar. Groene ogen met een jong mannenlijf staren naar haar decolleté. Ze heeft net haar bikini aan, moedig op weg voor een frisse duik na acht uren werken aan de laptop. Het is hoog tijd om te bewegen. Eindelijk buiten, eindelijk in de zon en de zwemvijver lonkt.   ‘In dat gebouw, daar links vind je kleedkamers en lockers,’ wijst ze vriendelijk.  ‘Dank je wel,’ antwoordt hij tegen haar borsten. Had ze toch niet beter haar sportieve badpak aangetrokken? Is deze bikini te open en bloot? Ach de puber had nog niets gezien. Ze trekt haar badhanddoek een beetje verder naar voren vooraleer ze verder naar het water stapt.  ‘Zalig he zo een frisse duik nemen na de werkdag!’ Ellen glimlacht naar een andere zwemster. Ze lijkt van haar leeftijd, slank, sportief en met zwembrilletje maar blijkbaar zonder zin in socializen. Na een knikje springt de sportieve het water in. Misschien moet ze snel terug thuis zijn om te koken voor een vervelende dominante man. Daar heeft Ellen geen last van. Vrij als een vogel kan ze kiezen waar of wat ze eten zal straks. Niemand wacht meer op haar sinds de kinderen het huis uit zijn. De drukte van haar job vult veel leegte op. Met flinke stappen en een kleine duik is ze vertrokken. Onder haar zwemmen de goudvissen in de zwemvijver. Met haar hoofd onder water hoort ze de gillende kinderen niet meer. Een andere wereld opent zich.    ‘Waar zwem je heen?’ De groene ogen kijken haar lachend aan. Ellen kijkt verbaasd op.  ‘Uhm, naar de andere kant en terug, en jij?’ Vlug zwemt ze weg zonder zijn antwoord af te wachten. Ze heeft rust aan haar hoofd nodig nu. Groenoog is blijkbaar verdwenen. In de verte zwemt de vrouw met de dominante man. Aan de rand zet Ellen zich af, ze dobbert verder op haar rug, in volle zon. Een vakantiegevoel overspoelt haar. De hoge beuken rond de vijver ademen de zomeravond in. Mini schapenwolkjes zweven boven haar en kleuren het blauw nog strakker, een belofte voor een laatste zomerdeal.  Ellen voelt zich vrij.   Toen ze daarstraks de laptop dichtklapte had ze maar nipt haar acht uren gezeten, zo noemt ze het vaak in zichzelf. Ik moet daar weer gaan zitten zegt ze dan luidop in haar appartement op weg naar haar werkplek. Het was ooit de slaapkamer van haar zoon.  Ze  had vandaag weer de ene video call na de andere. Haar leidinggevende had weer een nieuw systeem opgezet, weer een andere werkwijze, nog meer Excel overzichten en PowerPoints.   Ellen draait zich om en met een stevige slag duikt ze diep onder water. Ze zwemt met volle kracht om de werkdag weg te spoelen. Elke armslag, elk visje, elke zonnestraal brengen haar terug de energie die ze zo goed kent. De energie die ze gebruikt om plannen te smeden met de vriendinnen, om nieuwe leuke activiteiten op te starten, wandeltochten te ondernemen en haar eigen weg verder te zetten.   ‘Dag juffrouw,’ klinkt een zware stem naast haar. Grijze haren en rimpels sieren een gebruind gezicht en de sterke glimlach net boven het wateroppervlak trekt haar aandacht. ‘Hallo, heerlijk zwemmen hier he,’ lacht Ellen terug.  ‘Ja nu zeker, nu ik naast jou mag zwemmen.’ Daar was die donkere stem weer. ‘Zwem je hier vaak?’ ‘Ja ik woon hier vlakbij en ik kom al eens na het werk ontstressen hier. En straks kan ik op mijn terras thuis in het zonnetje verder nagenieten.’ ‘Dat moet daar heerlijk zijn op jouw terras…’ zijn glimlach was veelbetekenend.  ‘Ah ja, dat is zo’. Ellen is even uit haar lood geslagen.  ‘Heb je daar veel privacy op je terras?’ ‘Het is er rustig maar er zijn ook andere terrassen.’ ‘Dus je kan niet naakt zonnen?’ Die heeft lef zeg .... ‘Ah gaan we die tour op?’ Ellen is wat van haar stuk gebracht. Ze zwemt rustig verder, nieuwsgierig waar deze conversatie naartoe zal gaan. Maar het grijze haar zwemt naar de kant en kijkt niet meer om. Ze ziet hem met trage, stevige stappen het water uitgaan. Naar zijn felrode badhanddoek. Hij zet zich op de houten rand in de zon met een blik op oneindig. Groenoog was blijkbaar al terug naar de kleedkamers. Misschien vraagt hij nu de weg aan een andere decolleté. Als ze nu het water zou verlaten en beide heren spraken haar aan, dat zou complex worden.  Ellen voelt de koude van het water in haar voeten sijpelen en de zon lonkt. Ze wandelt het water uit, voorbij de redderspost en zet zich op het warme hout in de zon, als een waterschildpad onder de warme lamp. De grijze man zit wat verderop. Lekker rustig zo. Ze strekt haar benen, trekt haar buik in en leunt op haar ellenbogen achterover met de zon frontaal. Lekker drogen voor ik terug naar huis fiets denkt ze en ze sluit haar ogen.   ‘Neen ik zit niet meer op datingsites maar op Instagram volg ik nu een foodie en die post zo van die superlekkere gerechten. Dus ik dacht ik zal die foto liken en ik stuurde zo van jij kan precies lekker koken? Was dat een goeie vraag denk je?’ Ellen luistert mee en kijkt even op. Twee meisjes analyseren een chatsessie.  ‘Hij vroeg of ik single was. Zou ik daaruit kunnen afleiden dat hij interesse heeft?’  Ze staan op  en wandelen babbelend naar het water. Ellen hoort nog een verre ‘Ja natuurlijk!’ vooraleer ze met veel gilletjes en gelach het koude water ingaan. Rust.   Tijd om zich om te draaien en haar rug te laten genieten van de zonnewarmte. Ze kijkt recht op de rug van de grijze man. De zon is wat gedraaid en hij heeft zich dichter bij haar gezet. Hij lijkt een beetje sportief gebouwd maar niet extreem. Hij kijkt over zijn schouder en met een handige draai zit hij in één beweging frontaal voor haar. Hij kijkt haar recht in haar ogen. De gegroefde bruine huid heeft veel zon gezien. Hij is wat jaren ouder dan haar. Zijn aanpassende zwarte zwembroek lijkt net iets te klein. Of is dat enkel nu?  ‘Dag juffrouw, ik heb weer de eer in je aangename gezelschap te vertoeven. Ik heet Alex.’ ‘Ja hier ben ik weer, ik heet Ellen. Ben je van in de buurt?’ Ellen glimlacht vriendelijk.  ‘Neen, ik kom uit Brasschaat, ik kom speciaal naar hier om in openlucht te kunnen zwemmen. Vroeger deed ik dat in het zwembad daar maar dat is al vele jaren gesloten. Ik tref het weer vandaag, weer mooi gezelschap.’ Hij glimlacht breed en kijkt haar onbevreesd aan.  ‘Ah dus je spreekt hier vaker dames aan tijdens het zwemmen?’ antwoordt ze nieuwsgierig. ‘Ik vind het leuk zo eens een praatje te maken, ja.’ Zijn zware stem blijft vriendelijk en rustig. Doordringend. Ellen kijkt wat verward rond. In de verte strijken 2 eenden kwakend neer op het water. Er zijn bijna geen zwemmers meer. De redders hangen rustig aan de kant. De avond zet zich in. Een bries waait over de zwemvijver en Ellen huivert lichtjes.  ‘Het wordt frisjes nu he? Heb je zin om nog iets te gaan drinken in de taverne vlakbij?’ vraagt Alex. Ellens gedachten flitsen warrig door haar hoofd. Zou hij dat elke keer met een dame doen? Zouden ze hem daar al kennen? Ben ik dan de zoveelste in het rijtje? Maar ach, wat verder babbelen lijkt wel leuk. Straks zou ze toch alleen thuis zitten. En wat zou ze eten?   ‘Ja dat is goed. Ik heb wel zin in een warme thee, ik ga me omkleden en zie je aan de brug, OK?’ ‘Dat is een mooi vooruitzicht’ antwoordt Alex met zijn diepe stem. Ellen neemt haar handdoek en is blij dat ze even uit zijn vizier is. Mooi vooruitzicht zei hij. Als hij maar niet denkt dat dit verder gaat dan een drankje samen. Ellen bedenkt haar strategie voor zo dadelijk. Ze zou luchtig en vriendelijk, beleefd een theetje met hem drinken en dan naar huis fietsen. Ze had nog wel wat in de koelkast of diepvries. Ze maakt vaak het eten klaar waarvoor ze de ingrediënten in huis heeft. Ze is geen foodie.  Het is voor haar alleen en als het een beetje gezond is, lekker en snel gereed dan was het al OK. Niemand stelt verwachtingen aan haar avondeten. Niemand die op een stipt uur een warm bord verwacht. Een beetje verder ziet ze groenoog op zijn fiets stappen. Hij merkt haar niet op. Daar is ze al vanaf. De twee vriendinnen wandelen babbelend langs haar naar de ligweide. Ze gaan de allerlaatste zonnestralen oppikken. Haar handdoekburen zullen kunnen verder genieten van de datingverhalen. Ellen heeft nu haar eigen verhaal.   Alex staat haar op te wachten bij de brug. ‘Helemaal klaar?’ Hij kijkt keurend naar haar zomerjurk. Ze had haar haren los nu. Het kleine sportieve staartje paste niet bij een terrasje in de avond en zo kon het makkelijker drogen. In de kleedkamer was ze blij geweest dat  ze haar deo in haar zwemtas  vond en een staaltje blush om zich wat op te maken. Ze voelt zich naakt zonder oorbellen maar om te zwemmen laat ze deze juweeltjes thuis. Ze was al eens één blauwe oorbel kwijtgeraakt toen ze aan de rand van de zwemvijver even het brilletje op haar hoofd zette. Een sportieve man was nog naar de bodem van de vijver gedoken maar tussen de algen was de kleine oorbel snel verdwenen. Ook haar favoriete groene ring die ze samen met haar tante in die kleine exclusieve zaak gekocht had, heeft ze niet om. Het geeft haar een goed gevoel die ring aan te raken en netjes gecentreerd rond haar vinger te draaien.   Ze kijkt hem wat onzeker aan. ‘Ja, wat onverwacht deze date, dus ik heb niets speciaals aan,’ antwoordt Ellen.  ‘Ha, je noemt het al een date, mooi zo!’ Alex biedt zijn arm aan. Er is geen tijd om na te denken en Ellen haakt in. Alsof ze met dit gebaar instemt met zijn intenties. Als ze al wist wat die waren. ’Het is nog een mooie avond.’ Alex ziet het precies al helemaal zitten. Op een vakantiegangetje wandelen ze naar het terrasje.  ‘Ja, prachtig die zon die ginds achter de wolken verstoppertje speelt. Hopelijk wordt het niet te fris straks.’ Alex trekt haar een beetje dichter tegen zich aan. Hij voelt warm en sterk. Ellen geniet van zijn nabijheid.  Zullen we aan dat tafeltje ginds plaatsnemen?’ Alex gidst haar naar het verste tafeltje van het terras. ‘Ja dat lijkt me een rustige plek.’ Daar val ik niet op als er bekenden zouden langskomen, denkt Ellen.  Buren maken zo snel een verhaal van een toevallige vriend of ontmoeting. Eergisteren vroeg een buurvrouw nog waarom haar auto niet verplaatst was deze week. ‘Was je ziek? Was je met vakantie? Mijn volgende auto wordt saai grijs, denkt Ellen. Dat valt minder op dan koperkleur. Wat zouden ze fantaseren als ze me nu met deze oudere man zagen? Zijn rimpels tekenen karaktervol zijn leeftijd. Zijn trendy rode broek en zomers hemd zitten hem als gegoten.   ‘Wat ga je drinken, Ellen?’ Hij spreekt haar naam traag en diep uit en kijkt haar intens aan.  Ze maakt zich los van zijn blik. Hij moest niet denken dat hij haar zou kunnen intimideren. ‘Voor jou ook cava? En bestel ik er ineens wat kaasjes en olijfjes bij?’ ‘Oh lekker. Goed idee!’ Plots bedenkt ze zich haar voornemen om thee te drinken en dan naar huis te fietsen. Te laat. Het leek leuker bij Alex op het terras dan alleen in haar flat. Haar favoriete Netflix serie was ten einde. Morgen was er nog een halve werkdag te gaan. Ja, deze cava-beslissing is onder controle, zo redeneert ze. Alex bestelt. Zijn blik blijft net iets te lang hangen op de lange jonge benen onder de korte rok. De jobstudente tikt de bestelling in. ‘Komt eraan,’ glimlacht ze vriendelijk.  Ellen voelt zich wat opgelaten. Ach mannen doen allemaal zo, verdedigt ze zijn gedrag in gedachten. Hij draait zich terug naar haar met een brede glimlach. ‘Werk jij nog?’ opent Alex de conversatie. Ze gaat met haar hand door haar haar, het voelt nog wat klam. ‘Ja, ik werk bij Astarica, op de IT-afdeling.’  ‘Ah dus als ik vast zit met mijn computer thuis dan kan jij mij komen helpen?’  ‘Neen, hardware is mijn ding zo niet. Ik doe analyses, maak de planning, test de software enzo.’  ‘Slimme dame! Maar jammer, ik wou je al uitnodigen want er hapert wat aan mijn PC...’ Hij kijkt weer diep in haar ogen. Zijn stem neemt haar mee. Zijn handen rusten gevouwen halfweg over het tafeltje. Niet zo ver van haar. ‘Ik ben met pensioen,’ vervolgt Alex, ‘dan heb ik tijd om naar mijn boot in Breskens te gaan. Vaar je graag?’ ‘Ik hou wel van water, is het zeilboot?’ ‘Een jacht met 3 kajuiten. Het is zalig slapen daar, je wordt gewiegd op het water...’ Hij kijkt haar uitnodigend aan.   De jobstudente schenkt 2 cavaglazen uit. De fles gaat in de koeler. Alex maakt plaats voor de hapjes. Zijn rechterarm ligt nu ver vooruit gestrekt op het tafeltje. Als Ellen even niet oplet zou ze hem aanraken. Hij heeft ronde, stevige handen met knoestige vingers. Hoe zou hij aanvoelen? fantaseert ze. Ellen roept zichzelf tot de orde en neemt een paar kaasjes. Ze heeft honger na het zwemmen.  ‘Proost! Ze klinken en kijken diep in elkaars ogen. ‘Anders 7 jaar slechte seks,’ lacht Alex met een bulder. Ellen lacht mee en neemt snel een flinke slok. Ze huivert. ‘Hier, ik heb nog een trui bij, hang die maar over.’ Zijn wollen camel kleurige trui landt op haar schouders. Ze ruikt zijn mannelijke aftershave. ‘Dank je wel, dit is een warme, zachte trui.’ Ze trekt de trui even tegen haar aangezicht en geniet van de strelende warmte.  ‘Ik kreeg die vorige maand cadeau voor mijn 66ste verjaardag, van mijn vriendin’. ‘Ah, je hebt een vriendin?’ Ze laat de trui terug op haar schouders vallen. ‘Ja maar we zijn uit elkaar gegroeid en leven als broer en zus.’ ‘Mooi cadeau dat je kreeg van je zus,’ antwoordt Ellen scherp, ‘wat geeft ze je nog zoal?’ Alex lacht breed. ‘Gewoon cadeautjes met de verjaardagen en met Kerst. En elk jaar maken we nog een reisje. Speciaal omdat zij dat wil. Ik ga mee om de lieve vrede te bewaren. Vorige winter maakten we een cruise langs de Noorse Fjorden. Zij wou zo graag het Noorderlicht fotograferen.’  Ellen drinkt haar cavaglas in 1 teug leeg. ‘Je hebt dorst. Zal ik bijschenken?’ Zonder haar antwoord af te wachten schenkt Alex de cava bij. Zijn rechterhand ligt terug op het tafeltje, nog dichter naar Ellens kant. Hij trommelt met zijn zware vingers op het houten tafeltje. Het klinkt als een vraag naar aanraking. Ellen wil naar de olijfjes met haar prikker maar Alex neemt haar hand en legt ze onder de zijne. Het voelt warm en sensueel. Ze kijkt naar hun handen. Hij streelt traag haar vingers. Hoe zou het zijn om met hem op cruise te gaan? Ze ziet hen al samen op het dek bij zonsondergang en nadien... ‘En dus hebben we geen seks meer met elkaar,’ vervolgt Alex zijn verhaal. Hij knijpt veelbetekend in haar hand. Ellen schrikt op en trekt haar hand terug. Dit gaat te ver. Te snel.  ‘Na dit glas fiets ik naar huis,’ zegt ze kordaat. ‘OK, bedankt voor deze fijne eerste kennismaking alvast.’ Hij leunt over de tafel, over de hapjes en plant een lange warme zoen op haar mond. Even voelt ze zijn tong. Heel even. Ellen kijkt schichtig om zich heen. Wie zag dit? Ze voelt een warme gloed naar haar wangen stijgen. Ze hoort gelach aan de tafel naast hen. Maar ze kijken naar  filmpjes op hun mobieltje, oef. ‘Mag ik je nummer? Dan kan ik zo nog eens een berichtje sturen. Ik vind je leuk gezelschap.’ Hij kijkt haar vragend aan.  Ellen drinkt haar glas leeg, neemt nog 2 kaasjes, staat op en legt snel een eurobriefje op tafel. Ze wil hem niets verschuldigd zijn. ‘Blijf nog even...’ probeert Alex.  Even twijfelt ze maar dan dicteert ze ‘0393 03 13 33.’ Een makkelijk nummer. Hij moet het maar onthouden denkt ze. Hij strekt nog even zijn arm uit en raakt licht haar arm aan als ze voorbij wandelt. Haar huid tatoeëert zijn vingertoppen in haar geheugen...  Het geroezemoes op het terras lijkt te verstommen. Maar kordaat zet ze haar voeten terug in beweging. Ze is op weg naar huis, zo spreekt ze zichzelf toe.  Met een brede glimlach en bijna huppelend snelt ze naar haar fiets. Ze kijkt niet meer om. Lichte schemering zet zich in. Kraaien krassen luid boven de bomentoppen. Hondenwandelaars vinden elkaars gezelschap in het park. Onderweg naar huis voelt ze haar mobieltje trillen. Ze fietst wat sneller. Thuis zal ze lezen. Zij zal de  vriendin wel aan de kant zetten. Zij zal de volgende zijn met wie hij op reis gaat. Zij zal zijn aandacht krijgen. Zij zal stralen. Zij draagt zijn trui.       

Lumes
120 2
Tip

De perfecte reis

‘Rugzakken klaar?’ 8 vrouwen springen recht, ruimen trui, picknickdoos en zakdoekjes op en zwieren hun rugzak terug in stappositie. Gerd, de enige man in het gezelschap, staat al gepakt en geriemd, klaar om te vertrekken. Zijn oranje T-shirt blinkt in het zonnetje. De reisbegeleider Ludo vervolgt met lange benen het kronkelende pad naast het bruisend riviertje. Tussen worteltakken en losse stenen zoeken 10 paar bottines hun weg door het groene bos. Het is dag 2 en de sfeer zit erin. De babbelende leerkrachten over lessenroosters en tienerproblemen overstemmen het water geklater. Een andere reisgezellin doet haar echtscheidingsverhaal. Nog 3 wandeldagen te gaan. Ik zet me in de achterhoede. De natuur is mijn drijfveer. Het ruikt naar vers geregend groen... en zweet. Ik hoor Gerd zijn voetstappen vlak achter me.   ‘Ga maar even voor Gerd, ik wil graag even achteraan lopen’. Gerd bromt een beetje en lacht’ Ik wil mijn schapen goed in het oog kunnen houden’. Ik huiver licht. Ik heb ruimte nodig.    ‘Ik zal wel roepen als ik in de ravijn val’ grap ik terug. ‘We zijn in de Ardennen, niet in het hooggebergte’ grom ik in mezelf. Gerd steekt me voorbij. Af en toe kijkt hij zijdelings naar achter.  Ik adem diep in en volg de groep op afstand. Wat doe ik toch weer in deze groep onbekenden? Juist ja, rust zoeken in de natuur met alle dagen prachtige wandelingen. Het avontuur had me tot deze reis verleid en het was ook alweer zo lang geleden dat ik er een week even tussenuit was. Het ging me deugd doen, zo had ik gedacht. Na de lange maanden alleen thuiswerken achter de pc, van de ene videoconferentie naar de andere, zou een week bewegen, met anderen rondom mij, in de natuur de perfecte tegenpool vormen.    De groep stopt. Ludo staat paraat in het midden van het riviertje om ons te wijzen op welke steen welke voet terecht moet komen, om ons handje vast te houden. Ik schuif aan tot ik als laatste licht van de ene steen naar de andere wip voordat hij instructies kan geven. Aan de andere oever staat de groep bijeen. Ik land er middenin. ‘Rugzakken klaar?’ Met dit zinnetje zet Ludo op kop de wandeling weer in. Het oranje T-shirt sluit de rij.  ‘Ik denk dat ik op deze vakantie niet aan gewicht zal bijkomen’ probeer ik als gespreksopener. Griet naast me lacht. ‘Je hebt je chocoladesaus bij het ijsje gisteren niet volledig opgemaakt. Vond je het niet lekker?’ Oh My God. Hoor ik dit echt?   ‘Ik had genoeg, het hoefde voor mij niet meer chocoladesaus te zijn’. Griet begrijpt het niet ‘Je kan toch nooit chocoladesaus te veel hebben?’ lacht ze terug.   ‘Ja, dat is dan voor mij anders dan voor jou, dat kan he’.   ‘Ja, ja zo is dat’ antwoordt Griet. We stappen verder in stilte. Zijn dit de gesprekken die ik deze week ga voeren? Is dit het gezelschap waar ik naar op zoek ben? Ik distilleer de stilte uit het gepraat. Zag ik een roofvogel boven mij? Met brede vleugels, vrij vliegend, speurend naar een prooi, geluidloos.  Singing pants verbreken mijn gemijmer. Een outdoor wandelbroek ruist bij elke stap van... hoe heet zij ook alweer? Stella? Gerda? Ik denk dat ik de klinkers juist heb. Ik kom het later wel te weten.   Het pad versmalt en kronkelt verder tussen dichte hoge varens. Nog nat van een regenbui voelen ze fris aan. Mijn bottinnen blijken waterdicht als we wat verder door het natte hoge gras stappen. Ik had me goed voorbereid. Tijdens een werkpauze had ik ze goed ingespoten met een speciaal voor deze reis gekocht product. De dag voor het vertrek was ik nog aan het werk. Na al de meetings was ik nog snel anti-mug spray gaan kopen. Ludo had ons last minute gewaarschuwd dat dit nodig kon zijn.   Achter mij wordt luid gelachen ‘Door al die muggenspray die jullie opsmeren hoef ik dat al niet meer te doen’ lacht Evelien luid. ‘Ik loop gewoon tussen jullie en de geur maakt dat ze ook niet naar mij komen’. Dezelfde zinnen met dezelfde luide lach sprak, of beter riep, Evelien gisteren ook. Ik ben benieuwd naar morgen.  Ludo stopt. We houden een kleine pauze. Ik zwier mijn rugzak af en zoek me een plek wat verder achter bomen en struiken. Ik zet me neer voor een plasje. In stilte volg ik de warme straal en het beekje dat over het mos naar beneden loopt. Een toilet mis ik niet.   Als alle vrouwen hun plaspauze beëindigd hebben leest Ludo nog een tekst voor over de vos.   Diep in het bos, op het groene mos, de raaf en de vos, ik laat het los.   In mijn hoofd maak ik er een dom gedichtje van. Ik wil doorstappen. Nog 6 km te gaan en nadien doen we een terrasje. De koffie roept.  ‘Rugzakken klaar?’ Daar gaan we weer. Mijn benen doen hun werk. Na een stevige klim volgt een lang recht stenen pad dat het naaldwoud doormidden klieft. ‘Nu volgt een oneindig saai lang stuk’ roept Evelien. Ze doet deze reis voor de tweede keer en vindt het leuk om de route vooraf aan de groep kenbaar te maken. We hebben 2 begeleiders zo lijkt het soms. Of 3, er is ook nog het oranje T-shirt.   ‘If you’re happy and you know it clap your hands’. Ik zet een staplied in. Ik vertik het om dit pad saai te laten worden. Er wordt aarzelend meegezongen met het eerste nummer. Maar een kilometer verder wordt enthousiast ‘De boom staat op de berg’ mee ingezet. We marcheren, lachen en zingen uit volle borst. Ook de Afrikaanse nazing liedjes komen aan bod. Mijn verre scoutsverleden borrelt op.  ‘A piri piri tumba - A mussa mussa mussa - A luelue - A lue ma luambalue ‘ Het zingen verstomt als we de start van een vlonderpad naderen. We houden halt en er volgt weer een verhaaltje van Ludo.   Van waar komt de turf, zo spreekt grote smurf, een olifant met slurf, ik wandel en ik durf.  Het gedichtje stopt in mijn hoofd. Turf rijmt niet zo makkelijk. Ik neem foto’s. De gebogen lijn van het licht houten vlonderpad naar de horizon met berkenboompjes aan weerszijden zal goed scoren op Instagram.   ‘Rugzakken klaar?’ Ik laat mijn smartphone terug in mijn broekzak glijden en merk dat ik vooraan op het vlonderpad sta. De vrijheid roept. Niemand loopt voor me. Ik zet er flink de pas in. Het vergezicht over de vlakte lijkt oneindig. Op het hout liggen hagedisjes te zonnen. Ze ritsen weg in het gras naast het pad. Ik kom eraan. Zou ik een foto nemen? Snel, zodat de eerste van de groep me niet helemaal inhaalt. Ik draai me om en zet de groep op de foto. Nog eentje van het weidse groene landschap. Snel stap ik verder over het houten pad. Er dwarrelen plannen door mijn hoofd. Zal ik een cursus gaan volgen? Mijn skilessen verderzetten? Terug gaan joggen? Met mijn tante afspreken en een terrasje doen, een muziekoptreden bijwonen? Ik neurie stiletjes voor me en merk de glimlach bij mezelf. Dit moment hou ik bij. Helemaal van mij.  Mijn houten pad loopt ten einde en de weg splitst. ‘Nog 20 minuten, we houden nog even pauze’. ‘Wie kent de letterzetter? Het kleine boomkevertje... ‘. Ludo vervolgt zijn verhaal.  De letterzetter, is een kleine etter, de vlinder is veel netter, ik rijm me weer te pletter. ‘Rugzakken klaar?’. De groep doet wat hij moet doen.  Terug aan de auto’s ruil ik mijn modderbottinnen voor zachte sandalen. We strijken neer op het terras voor koffie en biertjes.  De tofste foto’s post ik op Instagram. Mijn volgers liken en ik like hen. Ik zie vrienden hun namen passeren en ben even terug in mijn eigen leven. Ik lepel de slagroom van mijn cappuccino op.  Wat zullen we vanavond eten? Kathy heeft het menu en leest voor. ‘Als voorgerecht carpaccio van kabeljauw, daarna eend met appelsien konfijt en als dessertje sorbet’. Het was warm in het restaurant gisteren. Ik plakte van het lawaai, de drukte en het gebabbel. Het is even wennen na maanden alleen eten. Met deze reis haal ik mezelf mijn grot uit. Dat had ik afgesproken met mezelf. Met 3 auto’s rijden we naar het hotel. We hebben vaste plaatsen in de auto. Ik zit naast Evelien in haar nieuwe SUV firmawagen. Ik adem de muziek in als een dorstige na een woestijntocht. Radiohead landt in mijn ziel. ‘But I' m a creep, I' m a weirdo, What the hell am I doin' here? I don't belong here’ . Op de achterbank lachen Kathy en Stella met de ‘overbekoeide’ weiden. De luide lach van Evelien galmt in mijn linkeroor. Ik droom dieper weg. Het landschap flitst voorbij. De ‘friterie’, het kleine cafeetje, de supermarkt, het hotel.   ‘Tot half zeven, dan is het briefing op het terras!’. Ik haast me naar mijn kamer en laat het bad vollopen. Vanuit het badkamerraam schittert het meer achter de bomen. Met een favoriete play-list en een stuk rijstvla van bij het ontbijtbuffet meegesmokkeld duik ik in het badschuim. Mijn voeten slorpen het warme water op en ik de lekkere vla!  ‘Een wit wijntje voor mij graag’. De 2 tafels vullen zicht met frisse dames, gewassen haartjes, blije gezichten. Ik heb de ramen al op kip gezet. Hopelijk komen er geen kouwelijke gasten aan het raam zitten.   ‘Morgen wandelen we 14km, afwisselend door bos en hei en langs de stuwdam. Wandelstokken kunnen helpen maar het is niet noodzakelijk.’ Ludo laat het plannetje voor de volgende dag rondgaan. ‘Ontbijt om 8u en we vertrekken om 9u.’ Stipt, denk ik erbij. Mooi georganiseerd.  De wijn is koel en zacht. De gesprekken hectisch en druk. ‘Ik werk in IT maar niet technisch, ik plan projecten, ik doe analyses en testen en zorg voor opleidingen, voor 600 eindgebruikers, verspreid over heel Vlaanderen’ vertel ik trots. Ik zwijg over de stress die mijn job meebrengt. Anne werkt op een school, Evelien heeft een belangrijke functie bij een groot bedrijf. Slechts flarden van het gesprek komen binnen. Bieke is psychologe en Monique is directrice van een kleuterschool. De verhalen versmelten zich tot één brij geluid. Na de eend hap ik lucht op het terras. De stilte sluit zich rondom mij. Ik ruik de frisgroene natuur en de natte stenen na de regenbui. Even pauze tot het dessert. Terug binnen val ik midden in het geroezemoes. ‘Dat deed deugd, even frisse lucht maar nu is het tijd voor het dessert’ glimlach ik.   Bieke vertelt over de nieuwe wellness bij haar in de buurt. Die ga ik boeken! Met een vriendin! En ook een dag aan zee zet ik in mijn hoofd op de planning. Na deze wandelreis heb ik nog een week vrij. De sorbet smelt fris in mijn mond. Met nog een tasje thee erbij leun ik tevreden achterover.   ‘Slaap wel, tot morgen’ wuif ik even later moe naar de groep. ‘Tot morgen!’  Op mijn kamer leest mijn roman me weg naar een wereld vol romances, intriges en bedrog. Mijn ogen vallen toe. De kilometers wandelen hebben hun werk gedaan.  ‘Goedemorgen’. Al voor 8 uur zitten we aan de tafels aan het ontbijt. Met koffie, thee en hetzelfde ontbijtbuffet start dag 3. ‘Goedemorgen Judith’, Kristel nodigt me uit op een vrije plek naast haar.  ‘Lekker geslapen?’. Kristel knikt terwijl ze een hap van haar broodje wegslikt. ‘Ja, het is hier heel rustig’. We zitten wat krap, gezellig dicht bijeen, bijna als op een vliegtuigstoel. Kristel maakt een sandwich met kaas, augurkjes en mosterd. Ik vouw een toastje met confituur dubbel. Lekker en licht voor de lunch straks. ‘Dat heb ik nog nooit gezien’ roept Evelien over de tafel heen. ‘Iemand die een toastje dubbelvouwt, haha!’. ‘Je gaat hier nog veel dingen voor de eerste keer zien’ grap ik terug. Lachend maken we onze picknick verder gereed.   Op het toilet zucht ik even diep. Een moment voor mij alleen. Waar is mijn rust en vrijheid? Misschien zijn groepsreizen mijn ding niet meer.  Maar alleen in een bos wandelen... Alleen aan de PC zitten... Alleen eten... Dat hebben we gehad. Waar blijft mijn prins op het witte paard? Alvast niet op deze reis, in deze groep. Ik schiet in een lachbui en sta op. Terug naar de groep.   Het is tien voor negen. Iedereen staat paraat aan de auto’s. Ik stap in op mijn vaste plek. Evelien start de SUV. Ik soes nog even weg. In een andere wereld start nu de werkdag. Op 2 uur rijden van hier staat mijn bureau, is mijn wereldje op mijn appartement, klinkt mijn muziek, groeien mijn planten, wacht mijn zonneterras met boeken, zijn de vriendinnen en lonkt de zwemvijver in het park vlakbij. Ik zou mijn garage eens moeten poetsen. En langs de carwash. Zou ik een nieuwe matras kopen? Deze hier slaapt precies beter. En ineens een groter bed dan de twijfelaar waar ik nu in slaap? Maar ach, het bed is voor mij alleen, al vele jaren. Meestal toch. Hoe zou het met Frederic zijn? Zou ik nog eens afspreken of hou ik hem wat op afstand? Wie zou ik meevragen naar het muziekoptreden volgend weekend? Een vriendin is altijd makkelijker dan een vriend. Geen gedoe over blijven slapen achteraf.   ‘Daar zie je de stuwdam van Robertville’. Eenmaal uit de auto start de wandeling met een nieuw verhaal van Ludo.   De groep trekt me vooruit. Ik zet me er middenin, laat me verder kabbelen op de gesprekjes en geniet van de vergezichten. Inspiratie voor nu en thuis versmelten zich.  Stuwdam vol water,  straks volgt weer getater, maar ik heb hier geen kater, thuis is voor later.    Lutgart Messens  16/8/2021                   

Lumes
159 1

Opleiding

Bachelor Informatica

Publicaties

Prijzen