Afvoer

20 jan 2025 · 3 keer gelezen · 0 keer geliket

Als ik mijn liefdesleven overpeins,

dan lopen gekke lijken in de gaten,

skeletten die nog altijd stoïcijns

met looizuur enge vlekken achterlaten.

 

Mijn ademhaling stokt dan wel verdwaasd.

Een last ligt op mijn borst, ik krijgt de lucht

mijn neus niet in. De dood maakt haast

en huist al claustrofobisch in een zucht.

 

Verdomd, beschermen zij zich tegen mij?

Een virus of bacterie lijk ik wel!

Demonen leiden deze muiterij.

Hoe ziek ik uit en raak ik uit de knel?

 

Op zwavelvuur zal ik mijn snoezen zetten,

mijzelf trakteren op oxaalzuurprut;

neutraliserend en ontdoend van smetten,

fungeert mijn poëzie als afvoerput.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

20 jan 2025 · 3 keer gelezen · 0 keer geliket