Mama, ik mis u verdomme zo hard. Ik wil u zoveel vertellen.
Ik wil u voorstellen aan mijn kindjes, en kunnen zeggen 'dit is de lieve mama waarover ik jullie vertel. Ja, die met de broodjeszaak met al die snoepen'.
Ik wil u mijn lief tonen, en vragen of ge hem ok vindt (oma is heel enthousiast, dat zegt veel).
Ik wil u vragen wie er nu het meest op mij lijkt als kind, Chloé of Maurice. Van uw eigen kinderen ziet ge dat niet.
Ik wil nog eens klein kunnen zijn bij u, zodat ge mij kunt troosten als het even niet gaat.
Ik wil niet zo hard moeten nadenken om mij uw stem te herinneren.
Ik wil u nog eens onder uw voeten geven omdat ge er weer een maand naast zit voor mijn verjaardag.
Ik wil nog eens naast u in de auto zitten met de muziek zo luid dat we onszelf niet horen meezingen met de muziek (doe ik nog altijd).
Ik wil nog eens strijden met u over wie het kruiswoordraadsel in de krant mag invullen, om het dan - met de kan koffie tussen ons in - samen te doen (doe ik ook nog altijd, maar zonder strijd is de fun er toch wat af).
Ik wil nog eens met u aan zee op de dijk op terras zitten en de voorbijgangers gade slaan.
Ik wil nog eens met u tv kijken 's avonds en zien wie er het eerst in slaap valt in de zetel.
Ik wil nog eens koken met u, en op mijn beurt onder mijn voeten krijgen omdat uw keuken een puinhoop is.
Ik wil u nog een keer bellen vanuit de auto op weg naar het werk, als ik 's avonds naar huis rij, op weg naar de winkel, op weg naar u of als ik net ben vertrokken. Enfin, elke keer als ik in de auto zit, want dat deden wij.
Ik wil u nog een keer horen zeggen dat ge trots zijt op mij, en dat alles altijd goed komt, want niemand kon mij ooit zo geruststellen als gij.
Mama, ik mis u verdomme zo hard. Al 17 jaar.