Aan de kassa wordt de vraag gesteld:
- Meneer, heeft U al de Aldiapp?
Een zot zou vragen:
Welke dia?
En zo is het. Volgens de tabel met botsingen is 'ia' geen klinkerbotsing. Elke ezel weet dat.
Aldiapp is daarom de correcte spelling.
Inmiddels vindt hij op onstuitbare wijze plaats die interne dialoog.
Een zot zou vragen:
Welke dia?
Chot, en zoals elke roddel dat doet, plant de waarheid zich in ijltempo voort, in de stijl van 'men zegge het voort'.
Het begint eenvoudig. Doch de wormen in mijn hoofd, zij laten moeilijk los.
Heeft U al de Aldiapp?
Heeft U al de Aldipap?
Heeft U al die Aldipap?
Heeft U al die pap geproefd?
Heeft de kreeft al die pap geproefd?
Heeft de kreeft al die saus geproefd?
Heeft de paus al zijn kreeft geproefd?
Heeft de paus al mijn neef gepoept?
Aan diezelfde kassa wordt de vraag vriendelijk herhaald:
- Meneer, heeft U al de Aldiapp?
Het antwoord ligt intussen voor de hand en ik zeg:
Mevrouw, ik wil gewoon dat de paus mijn neef met rust laat.
- Uw code nog, Meneer.
Ziezo.
- Hier is Uw ticketje.
Dank U.
- Nog een fijne avond.
Insgelijks.
uit de reeks 'Dialogen met monsters en dia's'