Met een duwtje kieper ik de C hobbelend op zijn rug.
Ik gris de S uit het alfabet en wapper die open.
Met de M, de H, de K en de X blokkeer ik de deur.
De O prop ik onder mijn hoofd als kussen.
Zo nestel ik me in de holte van de C onder de zachte S als deken.
Ik laat me wiegen
en hang de Z in een tekstballon boven mijn hoofd.