Wanneer ik mezelf kalm hoed
doorheen de glooiing van afwezigheid,
landt mijn tred dieper in het zand
dan wanneer het wezen aan staat
en ik gissend onderuit glijd
Op een dag als een lege kleurprent,
kruip ik behaaglijk tussen de lijnen,
het binnen van het buiten werend
met heerlijk niets anders
dan mijn eigen ritme om op te deinen
Als ik bij het openen van mijn ogen
geen bestemming in de benen voel
dan is het inspiratie die mij heeft gewekt
zo strak rond mijn as gedraaid,
krijg ik de indruk dat zij het is
die het verlangen oproept
en mij in het enkelvoud trekt