Rode schuurpapieren huidje
Van kruin tot neus
Van neus tot kin
Van kin tot tepel
Brandt tussen de lakens
Terwijl snotjes en traantjes
over wangen rollen tot in het oor.
Mijn loon vergaat.
Niet aan het dagelijkse genietgedrag.
Wel aan rode gist,
witte krachtcapsule en
roze pretpil.
Ook huidbedekkers en oogbevochtigers lusten een hap
van de slinkende overleefbriefjes.
Te moe om te dansen
Te moe om te kussen
Te moe voor vriendschap.
Te lelijk voor ijdelheid
Te beschaamd voor buitenlucht.
Mijn daginvulling verschuift pijnlijk onopgemerkt
van over-leven
naar
onder-leven.