als een jongen liep hij weg
nog achterom kijkend
naar het vuur in de schedel
het verbroken verhaal
de maan schreef licht
hij zocht de vriendschap
om luidruchtig bij te huilen
in een huis zonder hoofd
en aan de ronde tafel
keek hij lang in een krant
alsof hij daar kon schuilen
het lied sloeg om zijn oren
de tekst verloor de bovenhand
en langzaam greep de ochtend
om zich heen als een aanslag
het zaad in duizend stippen