Een gebouw dat lijkt op een kasteel
Een school?
Kinderen in uniform.
Gladgestreken, helderblauwe hemden.
Grijze rokken en broeken.
Glinsterende ogen.
Doffe ogen.
Mijn schaduw glipt naar binnen.
‘Ik schrijf de som op het bord.’
De leraar krast het eerste cijfer op het bord.
Hij kijkt naar het groene bord als God naar het heelal.
‘Neem jullie schriftjes. Schrijf de som op.’
Dan begint hij aan zijn som.
De som vult het hele bord.
Ik ben dol op bordvullende sommen.
Hoe langer, hoe beter.
Ik raak de draad kwijt,
maar het besef deel uit te maken
van iets groters, brengt me in trance.
Je hoeft geen rekenwonder te zijn
om te geloven in het goddelijke.
Het meisje naast me vraagt; Jij hier?
Ben je verbaasd?
Ik dacht dat je dood was!
Ik leef!
Dan word ik wakker.
Ik heb gedroomd over school.
Wat was dat een mooie tijd.
Als ik doodga, wil ik een cijfer worden.