Helemaal gek van Dalaras, die Griekse muzikale god, zou ik op minstens één concert van zijn Europese tour toeschouwer zijn. Het werden er drie, binnen handbereik als je het bekijkt op wereldschaal. In één lang weekend zouden we naar Brussel, Amsterdam en Düsseldorf reizen.
Hij had, zoals steeds, een beloftevol talent bij. Ik wist alleen dat dit talent in Limburg geboren was en op nog jonge leeftijd met zijn familie terug naar Kreta verhuisde om zich daar in zijn muziek te storten.
Het Brusselse concert begon rustig zoals het Belgen betaamt, zelfs de Griekse; eerst de ambiance laten aanzwellen. Mijn partner in Griekse muzikale crime en ik glunderden in de donkere zaal, genietend van die bevallige stem en de veelzijdige muziek. We konden bijna alles meezingen.
En toen was het zijn beurt. Kon ik nog meer onvoorbereid zijn op wat komen zou? Enkel zijn naam kende ik. Michali met zijn luit en die vingervlugge passie. Michali met zijn ontembare krullen. Michali in trance. Opgegaan in zijn muziek, de μαύρα of de combinatie? Hij was hoe dan ook high.
Dat ene nummer, waarin ooit gezworen werd, zou alles omvatten. Alles wat ik voorheen niet was, wat ik nog zou worden, wie ik echt ben. Ik had toen maar één gedachte. De gedachte waarbij mijn puddingweke benen het begaven bij de staande ovatie. Zelfs bij die backstage ontmoeting na het concert in Düsseldorf, kon ik alleen maar gelukzalig lachen en de gedachte bleef bestaan.
Pas jaren later, in zijn thuisbasis en in zijn taal, zou ik hem die toevertrouwen: “Dié man moet ik hebben!”
https://www.youtube.com/watch?v=y2ik472ZABk (mijn inspiratie tot dit verhaal)