'het is een gave' hoorde ik je zeggen,
en het glooide in uithoeken van je gezicht,
met die nodige spot om het af te maken,
over nieuw leven horen viel te licht.
het was mij niet ontgaan, integendeel,
bewaarde al de post in elkaar geschoven
streek voor gemoedsrust
de kartelrandjes van postzegels glad.
ik probeerde nog,
gebruikte misschien te veel 'misschien'
naarmate de tijd verstreek
heb je mij alleen gelaten
waagde je niet bezorgdheden van tel
te laten zijn
zij die veel ouder dan wij samen waren
een kleinigheid lieveling, meer niet.