Au Café de la paix (3) - De race om rust

Pons
3 aug 2025 · 7 keer gelezen · 0 keer geliket

Het Café de la paix is gesloten op zaterdag en zondag, ontdek ik op vrijdagmiddag. Na de treinreis van Bordeaux naar Agen, wou ik nochtans wat lanterfanten. Maar maandag vertrek ik al naar de volgende stad. Het café ligt in het dorpje Bruch, op een uur fietsen van Agen. Om zeven uur ‘s avonds sluit het, er rijdt geen bus heen en ik heb nog geen fiets. 

De bus naar het stadscentrum van Agen is al meer dan vijf minuten te laat. Hoe dat komt, weet de Zuid-Amerikaanse man in het bushokje niet. ‘Just wait’, raadt hij me aan. Maar dat staat mijn missie me niet toe. Ik besluit een kwartier naar mijn verblijf te wandelen. Mijn ogen op het blauwe pijltje van Google Maps gericht, sjok ik mijn koffer achter me aan op het smalle voetpad. 

Ik raak snel in mijn verblijf, mijn huisbazin was zo voorzienig me de code van de voordeur door te sturen. De sleutel zit op de deur van mijn kamer. Een ongezellige aankomst, maar zo verspil ik geen tijd aan praktische rompslomp en info over de stad. Ik haast me naar Café Vélo, de fietsverhuurder en hersteller die ook nog eten serveert. Ik prijs mezelf dat ik dit adres vooraf heb opgezocht. Weer been ik het blauwe pijltje van Google achterna, langs de Garonne, recht door een skatepark, onder een aquaduct. Tot mijn grote vreugde zie ik het terras van Café Vélo opdoemen. Ik kan er snel iets eten en dan de fiets op naar Bruch. 

‘Fietsen verhuren doen we pas vanaf drie uur ‘s middags’, zegt de lieve ober van het Café- velo. Ik verslik me haast in mijn overigens heerlijke feuilleté au camembert. Waarom pas om drie uur en niet om twee? Het is een wetmatigheid waar niet aan te morrelen valt. Online spot ik nog een adres. Liever dan nog een uur te wachten, ga ik daar een kijkje nemen. 

Het pijltje brengt me naar de passerelle over de Garonne, een brede rivier waarin lange wieren plooien voor de stroming. Op bruggen heb ik minder hoogtevrees dan in hoge appartementen of langs bergflanken, zelfs als de berg maar een heuveltje is, veel minder hoog dan deze brug over de rivier. Ik zoek nog een psychoanalist die dat kan verklaren. In het midden van de brug hou ik even halt om het landschap te fotograferen. Dan zet ik er weer stevig de pas in. Aan de overkant ligt een pleintje met twee fruitkramen. Het lijken lokale landbouwers die hun versgeplukte perziken op een tafel etaleren. Het soort charme waarvoor je naar het Zuiden trekt. Ik stap ze voorbij, bedwing mijn nieuwsgierigheid om de pianobar op mijn rechterkant te verkennen en val de fietsenwinkel binnen. ‘Nee, verhuren doen wij hier niet’, meldt de eigenaar mij, ‘alleen verkopen’.

Even na drieën sta ik weer aan het Café Vélo, onderweg heb ik in mijn verblijf mijn jeans voor een kleedje omgeruild. Nu begrijp ik waarom de fietsverhuur pas om drie uur start: de ober van daarnet bemant het loket. 

Hij glimlacht, ‘u wil nog steeds naar Bruch’. 

‘Ja’, zeg ik, in de mening dat hij me snel een fiets aan de hand doet. Maar hij draagt de nieuwe jobstudent op om me te helpen. Eerst geeft hij gekscherend wat instructies, plaagt de jongen die geen fiets kan ophangen aan een haak. Boven roept de kokkin of ze een koffie willen bij hun praatjes. Het is half vier. Mijn ooglid begint te trillen. 

'Wilt u misschien een elektrische fiets, dan bent u er sneller?’, vraagt de ober. Ik kan zijn voeten wel kussen. Maar hij moet ervandoor, hij draagt al een hele tijd zijn fietshelm. ‘Help jij mevrouw aan een fiets?’, vraagt hij aan de student. De jongen kiest een fiets voor me, verstelt het zadel. Een helm kost 2 euro per dag, een verzekering 8 euro. Ja, goed. Afrekenen moet boven, zegt hij. Daar betaal ik elk onderdeel apart, ook de garantie. De mieren in mijn benen worden er nog onrustiger van. Iets voor vieren kan ik vertrekken. Op het kronkelwegje langs het café, leg ik de elektrische ondersteuning aan. Dat duwtje in de rug voelt hemels.

De tweede keer die dag steek ik de Garonne over, via le ‘pont-canal’. Midden in de brug stroomt het canal de Garonne of ‘Canal des deux mers’, want het ligt op de fietsroute tussen Bordeaux aan de Atlantische kust en Sète aan de Middellandse Zee. 

Een kanaal op een brug vind ik altijd ontzagwekkend. De ingenieur die water hoog in de  lucht laat stromen, tegen de wetten van de zwaartekracht in, is een magiër. Het lijkt wel een lange infinity pool waarin je baantjes wil trekken. Ik moet denken aan de laatste film van Wallace and Gromit, waarin het hoogtepunt zich op een brug als deze afspeelt. Tot slechteriken geprogrammeerde tuinkabouters duwen Gromit over het randje. Ikzelf bereik de overkant zonder problemen, iets na vieren. Nog een uur te gaan tot Café de la paix. Zonder halt te houden bij de charmante zomerbar ‘Le passage d’Agen’, schakel ik naar turbo.  

Hoe verder langs het kanaal, hoe minder fietsers en voetgangers. Door de elektrische hulp voelt het alsof ik op cruise control rijd en kan ik mijn gedachten de vrije loop laten. Een ijsvogeltje let in het hoge gras op het kanaal. 

Wanneer ik een uur later afdraai naar Bruch, klinkt er popmuziek. Langs rood-witte verkeerslinten rijd ik het dorp binnen, naast de weg bouwen drie mensen een klein podium op. 

Het Café-restaurant de la paix, daar blinkt het, achter het verkeerslint. Ik zoek een gat in de afzetting en fiets tot bij het terras. Om vijf uur en zeven, twee uur binnen de tijd, stap ik de kroeg binnen. 

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Pons
3 aug 2025 · 7 keer gelezen · 0 keer geliket