De titel van deze tekst is het woord dat mij eergisteren het gevoel gaf dat mijn wereld op instorten stond. Heel eventjes maar, en sindsdien heb ik er niet meer aan gedacht. Daarom voelde ik na anderhalf jaar nog eens de nood om te beginnen schrijven. Ik voel dat ik mezelf niet kan toelaten om veel te voelen. Niet nu ik op zo een belangrijk punt in mijn leven sta. Ik ben sinds vandaag officieel een zelfstandige psychologe. Een stap die ik vroeger nooit voor mogelijk zou gehouden hebben. En toch is het zo. Overweldigend veel, eng maar vooral echt spannend. Al maanden zit ik mezelf mentaal voor te bereiden op deze stap en ik had het gevoel dat ik (voor zover dat kan) vrij stevig in mijn schoenen stond om te beginnen. Wel, daar sta ik nu niet meer. Dit weekend had ik een gesprek bij mijn therapeute en het woord 'autisme' viel. Haar dochter heeft autisme en dus weet ze goed wat het kan inhouden. Jaren geleden, toen ik nog een kind was, stelde mijn therapeute ook al voor om psychodiagnostisch onderzoek te doen om uit te klaren of ik autisme had. De conclusie van dat onderzoek was negatief, dus ging ik verder met mijn leven en dacht niet meer na over autisme als iets waar ik zelf misschien mee worstelde. Tot mijn mama mij het officiële verslag van dit onderzoek liet lezen 2 jaar geleden. Daaruit bleek dat de conclusie van het onderzoek allesbehalve eenduidig was, maar eerder 'kantje boordje'. Sindsdien merkte ik meer en meer 'autistische' trekjes op bij mezelf maar ik verzekerde me er telkens van dat ik geen autisme had. Het werd als het ware een mantra in mijn hoofd. Telkens ik op een moeilijkheid botste die ik linkte met autisme, zei ik tegen mezelf: 'Geen autisme, geen autisme, geen autisme. Iedereen heeft wel zo een trekjes.'
Ik dacht dat het me hielp om te blijven ontkennen dat ik misschien autisme had. Ik was zo goed bezig met mijn zoektocht naar mezelf. Ik begon mezelf steeds beter te kennen, en daar paste de diagnose autisme niet bij. Eergisteren kwam ik echter op het punt dat ik het voor mezelf niet meer kon ontkennen. Dat ging gepaard met tranen, heel veel tranen. Zowel uit verdriet, als uit ontlading. Ik voelde me compleet ontredderd, want waar moest ik nu nog aan beginnen. Ik had mijn zelfbeeld ondertussen al zo opgebouwd rond het idee dat ik geen autisme had. Opeens voelde ik me de 'abnormale', de 'beperkte' op een bepaalde manier. De moeite die mijn mama met me had als kind en de moeite die ik nu nog steeds ervaar in sommige vriendschappen, kon ik nu allemaal toeschrijven aan mezelf. Het is allemaal mijn fout, want ik heb autisme. Ik voelde dat toen, op dat moment, heel intens. En nu, voel ik niets meer. Nu ben ik terug in de verdediging gegaan. 'Waarom was de conclusie van het onderzoek 10 jaar geleden dan dat ik geen autisme had?' Ik voel dat ik het moeilijk heb om er gewoon van uit te gaan dat ik autisme heb, ook al voelde ik eergisteren wel hoe juist dat eigenlijk is. Ik wil proberen dit stukje van mezelf te aanvaarden en daar ook uit te leren, maar langs de andere kant ben ik bang dat ik daar dan te ver in zou gaan. Dat ik alles wat moeilijk loopt, ga beginnen kaderen binnen 'autisme' en dat dat me hulpeloos zou maken. Alsof ik het toch nooit zou kunnen.
Ik denk dat ik dit 'inzicht' voor mezelf ga houden. Ik voel me heel terughoudend om dat met andere mensen te delen, aangezien dat hun beeld over mij misschien gaat veranderen. Dat wil ik niet. Ik heb het zelfs nog niet aan Nick verteld. Ik weet niet goed hoe nu verder. Hoe moet ik mijn eerste gesprek met een cliënt aankunnen als ik me zo wankel voel? Wat wil dit zeggen over mijn capaciteiten als hulpverlener?