De automatische piloot brengt mij soms flarden
(Zou hij degene zijn die ze in stukken scheurt?)
Ze omwikkelen mijn armen en verharden
(Wat als ’t in jouw bijzijn toch opnieuw gebeurt?)
De dag schuifelt en raakt steeds meer in de knoop
(Treur niet om wat ik al vergeten ben)
De automatische piloot vliegt zichzelf soms overhoop
(Uitgerust beloof ik dat ik jou herken)