Avondrit.

25 mrt. 2014 · 23 keer gelezen · 0 keer geliket

Je koopt me één keer frieten in een puntzak

aan het raam van De Landsman. We komen

uit de kerk en hebben beloofd niet te zondigen.

Maar God, wat smaken ze lekker. We likken

vette vingers, zuigen onze monden

vol koude avondlucht. Het is november.

Traag fietsen we naar huis - het donker mag

lang duren - en horen slechts de natte weg,

het klappen van late duiven, een verre klok.

Nu rust je bij het haardvuur en in je haren

speld ik dikke krullen. Deze avond is van ons :

zelfs je adem houd je binnensmonds.

Slapend brei je, tikken naalden de tijd vooruit.

Je noemt mijn naam, tekent op mijn hoofd

het laatste kruisje. God, wat zal ik je missen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

25 mrt. 2014 · 23 keer gelezen · 0 keer geliket