Azijn en zonnebollen

26 jul 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 

ik was al een paar keren

gestorven

aan een rotte tand

appel op mijn hoofd

pijl door mijn hart

bloed op de weg

 

ik was altijd en ooit eens heel vroeg

opgestaan

uit de veren voor een boer die

vroeg samen het hooi

nog snel te keren

 

het was veel later en een

vrouw zij sprak:

laat ons deze dag

het bed niet eens verlaten dat ik

het mocht

met mond en tong

proberen

blijven

zonnebloemen

voelen kiemen

in haar stoppelige

ondertuin

 

het was een ruin ik kwam

voorbijgefietst hij dacht

dat ik zijn ballen had gestolen

nieuwe banden

ijver ijzer

smeedkunst of een

uitsmijter in holland

staat een huisje woont ze

sneeuwwit is de onschuld

zeven dwergen in een paradijs

 

ijsjes

liefdesappels

zijde diamanten

oliebollen op sterk water

delvende kabouters

zij de del ging vreemd met

nummer acht ben ik en lachte naar haar

borsten hingen

op het groene laken

potje biljart

vingers leerden

me het stoten en de ruin

hinnikte lelijk

 

mooi was zij de

avondzon de ondergang

hij morste dood

terwijl

ze sliepen

als augurken zij aan zij

in een bokaal hun blauwe handjes

aaiden hielden hard

van de azijn

 

 

uit de reeks  'Alfred frietkabouter'

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

26 jul 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket