17+
Dat is zo. Ales een geest in kindettij er goed van langskrijgt, dan bleeft de kleuter leven, ergens in een hoek.
Anderen, die te normalen, voelden het al komen. Het kind kroop schoon omhoog, werd uitgebraakt.
Mijn waar geluk: Babette is blijven komen!
Ik lig nog altijd in dat bedje. Braaf ben ik, verroer me niet.
Ja. Babette weet het. Iedereen is weg.
Ze schenkt zich altijd eerst een porto in. Zo donkerrood dat zijn haar lipjes nooit.
Babette, zij aarzelt niet. Ze opent knoopjes, verliest ondergoed.
Zij fluistert lief. Mijn zuigreflex wil ze weer testen.
Eerst gebruikt ze nog die rechterpink en daarna krijgt ze vleugeltjes.
Haar vruchtjes hangen beeldschoon boven mij. Ik mag ze zomaar proeven.
Haar poesje weigert nooit mijn tong, ook het gezang van ijs en vogeltjes mag blijven duren, vele uren lang.
uit de reeks 'Roeland Wittebolle'