Olifanten drinken water,
herhalen wij massaal
in elke denkbare taal.
Ziedaar de willekeur van duolingopoëzie
die niet ziet
hoe wij reizen met onze duimen
op vijftig vierkante centimeter,
ons laven aan klanken
en exotisme
terwijl men ginds ver weg,
in dezelfde syllaben
hoest.
Doorheen steriele schermen en woorden
in een vacuüm
raken we mekaar
tweedimensionaal.
Onze armen afgevlakt
raken kant noch wal
van het land dat zich afspeelt
onder andermans dak.
De aarde is een bol
maar wij verloren de diepte.
En de olifanten, zij drinken water.